Opinie 08: 'Landelijke politiek moet zich niet bemoeien met de Provinciale
Staten verkiezingen'
De manier waarop de leden van de Eerste Kamer worden verkozen deugt
niet, vindt Douwe Jan Elzinga, hoogleraar Staatsrecht aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Door de directe koppeling tussen de
verkiezingen van de Eerste Kamer en de Provinciale Staten grijpt de
landelijke politiek de provinciale verkiezingen aan om volop campagne
te voeren. Zonder enige kennis van provinciale aangelegenheden.
Om zeker te zijn van zetels in de Eerste Kamer, wordt de komende tijd
weer volop campagne gevoerd door landelijke politici. Maar volgens
Elzinga moet de landelijke politiek zich helemaal niet bemoeien met de
provinciale statenverkiezing. 'Je creëert een soort schijnverkiezing.
Laat campagne voeren over aan de verkiesbare politici en koppel het
los van de senaatsverkiezing.'
Reactie burger
Elke vier jaar bepalen de Provinciale Statenleden de samenstelling van
de Eerste Kamer. Burgers kunnen de Provinciale Staten verkiezing dus
aangrijpen om hun onvrede te uiten over de samenstelling van het
huidige kabinet. Niet wenselijk, aldus Elzinga. 'Al vinden leden van
de Eerste Kamer het zelf wel aardig. Zij kunnen hoog van de toren
blazen, want zij zitten daar als gevolg van de laatste verkiezingen.'
Maar dat sterke profileren van Eerste Kamerleden past niet bij de rol
die de senaat zou moeten vervullen, vindt hij.
Minder verbonden
Wat Elzinga betreft mag de klok een kleine dertig jaar terug worden
gezet. Destijds waren de verkiezingen van de Provinciale Staten en de
Eerste Kamer in veel mindere mate aan elkaar verbonden. En werden deze
dus ook niet zo gedomineerd door landelijke politici. Elzinga: 'In
1983 is de huidige verkiezingswijze per ongeluk terecht gekomen in de
grondwet. Voor die tijd werd de senaat eens in de drie jaar voor de
helft ververst.'
Politieke complicaties
Door de steeds gedeeltelijke verversing verliepen politieke
verschuivingen veel geleidelijker. Zo maakten dergelijke veranderingen
organisch deel uit van de Staten Generaal. Dat past uitstekend bij een
minder sterk profiel van de senaat. Bovendien kan het in één keer
verversen van de Eerste Kamer volgens het huidige systeem tot gevolg
hebben dat zittende kabinetten plotseling hun meerderheid kwijtraken.
Met als resultaat diverse politieke complicaties die niet thuishoren
in een goed functionerend twee-kamer-stelsel.
Aanpassing grondwet
Over een terugkeer naar de verkiezingswijze van vóór 1983 wordt wel
degelijk gesproken, meent Elzinga. Net als de hoogleraar ziet een
aantal mensen in de Kamer de huidige verkiezingswijze graag anders.
Daarvoor moet de grondwet echter wel worden aangepast. Dit is reden
voor terughoudendheid bij veel politici, denkt Elzinga: 'Want
vernieuwingen doorvoeren in de kamer is al ontzettend moeilijk, laat
staan het terugdraaien van zo'n vernieuwing.'
Curriculum vitae
Douwe Jan Elzinga studeerde geschiedenis en Nederlands recht aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Hij promoveerde in 1982 op het
proefschrift "De politieke partij en het constitutioneel recht". In
1986 werd hij benoemd tot hoogleraar Staatsrecht. Hij was voorzitter
van de commissie-Elzinga, de staatscommissie voor Dualisme en Lokale
Democratie. In 2006 ontving hij de Van Kemenadeprijs vanwege zijn
bijzondere verdiensten voor het openbaar bestuur. /MS
Rijksuniversiteit Groningen