OM neemt afstand van suggesties mr. Moszkowicz
19 februari 2007
Het Openbaar Ministerie heeft mr. A. Moszcowicz een jaar geleden erop
gewezen dat het aan de raadsman zelf is om te bepalen of en in
hoeverre hij kan optreden voor de verdachte W.F. Holleeder. Het OM
heeft de raadsman destijds ook per brief laten weten dat het OM niet
de intentie heeft om hem in diskrediet te brengen. Het OM neemt ook nu
krachtig afstand van dergelijke suggesties.
Het onderzoek tegen Holleeder en diens medeverdachten is een normaal
strafrechtelijk onderzoek op basis van serieuze verdenkingen. Het
onderzoek richt zich onder meer op de relatie tussen Holleeder en
Endstra en niet op de raadsman. Onderzoek naar het privé-leven van de
raadsman heeft dan ook niet plaats gevonden.
Het onderzoek bracht wel feiten aan het licht waaruit bleek dat de
verdachte Holleeder zodanige contacten met derden, onder wie zijn
raadsman c.q. diens kantoor, heeft onderhouden dat dit heeft geleid
tot relevante getuigenverklaringen en andere stukken, die daarom zijn
toegevoegd aan het dossier.
Centraal in het onderzoek staat en zal blijven staan de
waarheidsvinding in de strafzaak tegen Holleeder. Er is geen strafzaak
tegen mr. Moszkowicz.
voor informatie: Wim de Bruin
Openbaar Ministerie