Beklag over inbeslagneming medische dossiers Erasmus Medisch Centrum
Rotterdam, 14 februari 2007 â De raadkamer van de rechtbank Rotterdam
heeft op 13 februari het beklag van het Erasmus Medisch Centrum (EMC)
tegen de inbeslagneming van het medisch dossier en andere
behandelingsgegevens van een in juli 2005 overleden patiënte
ongegrond verklaard. De patiënte die aan een erfelijke spierziekte
leed, overleed nadat bij haar in juni 2005 een pacemaker was
geplaatst. Kort voordat zij overleed was zij vanwege klachten
onderzocht in het ziekenhuis en daarna weer naar huis gestuurd. De
echtgenoot van de patiënte heeft in augustus 2005 aangifte gedaan van
âdood door schuldâ.
De raadkamer is van oordeel dat er in deze zaak (AZ8512) voldoende
grond is voor een redelijk vermoeden van schuld. De raadkamer is het
met het EMC eens dat het EMC verschoningsrecht toekomt, maar vindt
doorbreking van dat recht gerechtvaardigd op grond van de
uitzonderlijke omstandigheden van dit geval.
In een tweede beklagzaak van het EMC oordeelt de raadkamer dat het
beklag gegrond is en gelast teruggave van het medisch dossier en
andere in beslag genomen gegevens.
Deze zaak (AZ8514) betrof een patiënte die in 2002 is overleden als
gevolg van complicaties bij een ziekteproces.
In deze was er geen redelijk vermoeden van dood door schuld en waren
de verzoeken en daarna de vordering tot inbeslagname niet gebaseerd op
een bevoegdheid uit het Wetboek van Strafvordering.
In beide zaken waren de dossiers en de overige bescheiden in een
gesloten envelop afgegeven en was bepaald dat de envelop niet zou
worden geopend gedurende de termijn waarin het mogelijk was om beklag
tegen de inbeslagneming te doen.
LJ Nummers
AZ8512
AZ8514
Bron: Centrale redactie rechtspraak.nl
Datum actualiteit: 15 februari 2007
Gerechtelijke organisatie