abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
Datum Bijlage(n)
13 februari 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
DGP/SPO/U.07.00500 -
Onderwerp
Indienststelling Betuweroute
Geachte voorzitter,
Zoals toegezegd in het algemeen overleg van 20 december 2006 informeer ik u bij deze
nader over de indienststelling van de Betuweroute. Achtereenvolgens ga ik in op de
tunneltechnische installaties, uw vragen over berichtgeving in het RTL nieuws, publieke
veiligheid, het ingroei-jaar 2007, de ETCS-locomotieven, de infrastructuur, de exploitatie,
de aansluiting met Duitsland, en de kosten.
1) Tunneltechnische installaties
In het vragenuur van 5 december 2006 heb ik gemeld dat door vertraging van de
tunneltechnische installaties (TTI's) de geplande opening van de Betuweroute op
2 januari 2007 geen doorgang kan vinden. In het algemeen overleg met uw Kamer van
20 december 2006 heb ik de vertraging nader toegelicht en aangegeven dat begin
april 2007 naar verwachting een reëel moment zou zijn voor de indienststelling van de
Betuweroute. Ik heb daarbij ook aangegeven, dat ProRail in januari nog overleg met de
aannemer van de TTI's zou voeren over de nog uit te voeren werkzaamheden en de
daarbij behorende planning.
De gesprekken die ProRail en de aannemer TTI's sinds januari voeren, verlopen zeer
moeizaam. Vorige week heeft wederom overleg plaatsgevonden. De aannemer stelt op
basis van een inventarisatie van de resterende werkzaamheden een planning op voor de
nog uit te voeren werkzaamheden van de TTI's. Deze planning is medio februari
beschikbaar. Om er zeker van te kunnen zijn dat de planning realistisch is, zal ProRail een
onafhankelijke derde de status van het werk en de afgegeven planning laten beoordelen.
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
DGP/SPO/U.07.00500
Deze toets moet in februari zijn afgerond. Ik heb momenteel derhalve niet meer zekerheid
over de planning.
2) Berichtgeving RTL nieuws
Op 9 januari 2007 heeft u mij aanvullende vragen gesteld over de berichtgeving in het
RTL nieuws van 22 december 2006. In die uitzending is naar aanleiding van berichten van
vervoerder Railion gesuggereerd dat er tot eind 2007 alleen getest zou worden op de
Betuweroute en dat daarom de opening van deze spoorlijn tot het einde van dit jaar zou
zijn vertraagd. Deze berichtgeving in het RTL nieuws was onjuist. Ook na de start van de
Betuweroute zullen er nog testen plaatsvinden, maar deze staan de openstelling niet in de
weg. Railion betreurt de onjuiste berichtgeving in het RTL nieuws. Railion heeft voor de
uitzending gezegd enige tijd nodig te hebben om het volledige aantal locomotieven van
ETCS te voorzien waarmee deze vervoerder over de Betuweroute wil gaan rijden. Railion
heeft mijn ministerie gemeld er alles aan te doen om hiermee zo snel mogelijk klaar te zijn.
3) Publieke veiligheid
a) Bestuurlijk akkoord
Op 15 december 2006 heb ik een bestuurlijke akkoord ondertekend met (op 3 na) alle bij
de Betuweroute betrokken burgemeesters. Met dit akkoord zijn de afspraken bekrachtigd
over bluswater, geluidsschermen en het afschakelen van de spanning op de bovenleiding
bij calamiteiten. Daarmee zijn deze punten weggenomen als mogelijke belemmering voor
de ingebruikname van de Betuweroute. In het akkoord onderschrijven de burgemeesters
dat de Betuweroute een veilige spoorlijn is. Ik kan u melden dat ook de 3 resterende
burgemeesters inmiddels het bestuurlijk akkoord hebben ondertekend. Belangrijk is nu dat
de activiteiten die voortvloeien uit het bestuurlijk akkoord in 2007 op tijd worden
uitgevoerd. De planning van ProRail voorziet daarin. De Brabantse steden hebben mij
verzocht de maatregelen uit het bestuurlijk akkoord zo snel mogelijk uit te voeren die
nodig zijn om ook in periodes van vorst en langdurige droogte te voldoen aan de
afgesproken hoeveelheid bluswater langs de Betuweroute. Ik ga dat ook doen. We
moeten daarbij de realiteit wel in ogenschouw nemen. De met de burgemeesters
overeengekomen maatregelen moeten worden aanbesteed. In een aantal gevallen zijn
vergunningen nodig. De geplande uitvoering van de maatregelen loopt door tot december
2007. De voortgang hiervan blijft periodiek onderwerp van bespreking in het bestuurlijke
overleg tussen mijn ministerie en de coördinerend burgemeester Van Belzen. Uw Kamer
wordt hierover geïnformeerd in de reguliere voortgangsrapportages.
b) Vraag mevrouw Gerkens
Tijdens het overleg met uw Kamer op 20 december 2006 bracht mevrouw Gerkens naar
voren dat het NIBRA als eis aan geluidsschermen zou stellen, dat deze moeten zijn
voorzien van een transparante strook op 150 cm hoogte. Doel hiervan zou zijn dat
daardoor de borden met de beschrijving van de lading van de treinen leesbaar zijn. Ik heb
toegezegd, dit na te zullen gaan. De toepassing van een transparantie strook in de
geluidsschermen wordt door het NIBRA niet voorgeschreven. Het betreffende rapport van
het NIBRA, opgesteld in november 2002 in opdracht van het ministerie van Binnenlandse
---
DGP/SPO/U.07.00500
Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) en de vier brandweerregio's aan de Betuweroute,
beschrijft een richtlijn vanuit het perspectief van de hulpverlening hoe de geluidsschermen
langs de Betuweroute eruit kunnen zien.
Eén van de onderwerpen die daarbij een rol speelt, gaat over verkenningsmogelijkheden.
Door het plaatsen van een geluidsscherm worden de mogelijkheden om een verkenning te
doen naar de aard en omvang van een brand beperkt. Het NIBRA beschrijft vervolgens
een vijftal mogelijkheden om desondanks een verkenning te kunnen uitvoeren. Dat zijn
het gebruik van achtereenvolgens: i) een toegangsdeur, ii) een hoogwerker, iii) een KLPD
helikopter, iv) warmtebeeldcamera's en v) een transparante strook in het scherm. Het
NIBRA geeft in haar rapport aan dat uit deze mogelijkheden een keuze kan worden
gemaakt. Geen van de mogelijkheden wordt echter verplicht voorgeschreven. Het is aan
de hulpdiensten om te beoordelen wat de meest verstandige wijze is waarop de
verkenning kan worden uitgevoerd. Het NIBRA concludeert overigens dat de inzet van
een helikopter het beste overzicht geeft over het incident.1
4) Ingroei-jaar
Zoals door mij is aangekondigd, is 2007 een ingroei-jaar voor alle partijen die bij de
Betuweroute zijn betrokken. Hierbij gaat het zowel om de techniek als om het
(commerciële) samenspel van marktpartijen. De Betuweroute is voorzien van moderne
technieken waarmee in de praktijk ervaring wordt opgedaan in combinatie met diverse
typen ETCS locomotieven van verschillende leveranciers (Alstom, Bombardier en Siemens).
Een complexe situatie die hoge eisen stelt aan de betrouwbaarheid van de techniek. In het
bijzonder de goede samenwerking tussen de baangebonden en de locomotiefgebonden
systemen. Daarom zullen er ook na de opening testen op de Betuweroute plaatsvinden.
ETCS en 25 kV zullen gefaseerd operationeel worden (eerst op het A15 tracé en later op
de Havenspoorlijn).
Daarnaast start de BREM als nieuwe organisatie met de uitvoering van de exploitatietaken.
BREM moet daarbij effectief samenwerken met ProRail als beheerder van het gemende
net. Ook voor de vervoerders staat er veel op het spel. Zij zullen het gebruik van de
Betuweroute in de eigen bedrijfsvoering moeten opnemen, terwijl een deel van het
vervoer (tijdelijk) nog over het gemengde net zal gaan omdat:
· nog niet alle locomotieven meteen met ETCS zullen zijn uitgerust
· goederen via het spoor ook worden vervoerd in andere richtingen dan west/oost.
De BREM en ProRail voeren gesprekken met de vervoerders over de wijze waarop partijen
met elkaar invulling gaan geven aan het ingroei-jaar.
De verwachting is dat door ingebruikname van de Betuweroute de concurrentie tussen
goederenvervoerders zal toenemen en bovendien nieuwe (internationale) vervoerders
worden aangetrokken. Kortom, er staan veel veranderingen op stapel.
5) ETCS locomotieven
1 Richtlijn voor de uitvoering van geluidsscherm en toegangsdeuren Betuweroute,
Brandweereisen, november 2002, blz. 3 4.
---
DGP/SPO/U.07.00500
a) Vervoerders
Vervoerders kunnen over de Betuweroute rijden zodra hun (eerste) locomotieven met
ETCS zijn uitgerust. Zij zijn uiteraard zelf verantwoordelijk om hiervoor te zorgen. Met de
beschikbaar gestelde ETCS-subsidies en de gestage groei van de gebruiksvergoeding heb
ik binnen mijn mogelijkheden er alles aan gedaan om marktpartijen daarbij te helpen.
Op dit moment zijn er 5 ETCS locomotieven beschikbaar. De BREM verwacht dat
5 vervoerders met zo'n 10 ETCS locomotieven gereed zullen zijn om vanaf de opening
gebruik te maken van de Betuweroute dan wel zo spoedig mogelijk daarna. Hiertoe
behoort ook Railion die inmiddels kenbaar heeft gemaakt van de partij te willen zijn.
b) Geleidelijke instroom locomotieven met ETCS
Locomotieven met ETCS van diverse types en verschillende leveranciers zullen in 2007
geleidelijk instromen. Vervoerders en leasemaatschappijen zijn momenteel druk bezig om
hun locomotieven om te bouwen die op de Betuweroute ingezet gaan worden.
Te beginnen met de diesellocomotieven en later in het jaar de (eerste) elektrische
locomotieven. Marktpartijen geven aan dat naar verwachting zo'n 70 ETCS locomotieven
in 2007 zullen instromen, zoals verwoord in mijn brief van 24 oktober 2006. Eén
leverancier heeft gemeld, dat drie van zijn prototypes vertraging ondervinden bij de
toelating van apparatuur in Duitsland. Deze leverancier verwacht dat hierdoor de start van
de serieproductie van de drie types weliswaar iets opschuift in de tijd, maar dat de gehele
serie nog wel dit jaar gereed komt. Deze serie maakt deel uit van het verwachte aantal van
70 ETCS locomotieven eind 2007.
Vervoerders en leasemaatschappijen zijn bereid om zo'n extra 30 locomotieven met ETCS
uit te rusten (bovenop de eerdergenoemde 70). Hiertoe is nodig dat het bestaande
subsidiebudget van VenW wordt verhoogd van 20 mln naar 30 mln. Met de extra
ETCS locomotieven wordt de capaciteit van de Betuweroute zo snel mogelijk benut,
worden de exploitatie en het succes van de Betuweroute bevorderd en wordt het
gemengde net zoveel mogelijk ontlast. Ik ben akkoord met deze verhoging van het
VenW subsidiebudget onder een aantal voorwaarden:
· Ik heb Brussel gevraagd om de mogelijkheid van deze verhoging na te gaan. In
reactie heeft Brussel onlangs aangegeven met deze verhoging in te stemmen.
· ProRail en vervoerders moeten overeenstemming bereiken over de meerjarige
gebruiksvergoeding. Deze overeenstemming is op 8 december 2006 bereikt.
· Ook voor het extra aantal ETCS locomotieven geldt dat ze alleen voor VenW
subsidie in aanmerking komen indien ze vanaf 2007 over de Betuweroute gaan
rijden. Eind 2007 zal blijken in hoeverre vervoerders en leasemaatschappijen aan
deze laatste eis hebben voldaan. Senternovem beoordeelt dit voor mijn ministerie.
Tot het moment waarop de Betuweroute in dienst wordt gesteld, kunnen locomotieven
die van ETCS zijn voorzien, rijden over het gemende net en de Havenspoorlijn.
6) Infrastructuur
a) A15 tracé
---
DGP/SPO/U.07.00500
De Betuweroute zal van start gaan met een basisconfiguratie. Hiervoor is gekozen om de
Betuweroute zo spoedig mogelijk operationeel te laten zijn. Met de basisconfiguratie kan
het aanbod van goederen in 2007 voldoende worden afgewikkeld. Zeker gelet op de
geleidelijke instroom van ETCS locomotieven. Vanaf de ingebruikname zal het
beveiligingsysteem ETCS op het A15-tracé operationeel zijn.
Diesellocomotieven met ETCS kunnen over dit spoor rijden. In de op 15 december 2006
ondertekende bestuursovereenkomst (zie onderwerp publieke veiligheid) over de
Betuweroute is afgesproken, dat 25 kV op de bovenleiding uiterlijk op 1 juli 2007 wordt
ingeschakeld. Vanaf dat moment kunnen ook elektrische locomotieven met ETCS van het
A15-tracé gebruik maken.
Bij de ingebruikname van de Betuweroute rijden treinen tijdelijk met een opvolgtijd van
anderhalf uur. Dit hangt samen met de trein-baan testen (zie onderwerp testen) die nog
uitgevoerd moeten worden. Testen en werkzaamheden aan de infrastructuur vinden na
opening van de Betuweroute plaats onder het regime van volledige buitendienststellingen
tot uiterlijk eind 2007. De aansluitbogen met het reguliere net zijn weliswaar gereed, maar
zullen tot dat moment vanwege de buitendienststellingen nog tijdelijk buiten gebruik
blijven. Indien nodig voor het goederenvervoer kunnen de bogen wel in dienst gesteld
worden. Eind oktober 2007 wordt de functionaliteit Hand Held Terminal toegevoegd.
Deze functionaliteit is nodig voor werkploegen om delen van de baan tijdelijk veilig buiten
dienst te kunnen nemen. Met de toevoeging van de Hand Held Terminal en de
indienststelling van de bogen heeft het beveiligingssysteem ETCS in de infrastructuur op
het A15-tracé alle benodigde functionaliteiten. In combinatie met de trein-baan testen is
de verwachting dat eind 2007 het gebruik van het A15-tracé volledig vrij en zonder
beperking zal zijn.
b) Havenspoorlijn
In de begeleidende brief bij VGR 19 heb ik u geïnformeerd dat het beveiligingssysteem
ATB-EG dat nu nog op de Havenspoorlijn operationeel is ook na de openstelling van de
Betuweroute tijdelijk zal worden gehandhaafd. Locomotieven met beveiligingsapparatuur
ETCS, ATB NG of ATB EG kunnen gewoon over dit spoor rijden want deze apparatuur kan
communiceren met het beveiligingssysteem ATB-EG op de Havenspoorlijn. Tussen het
moment waarop ETCS in bedrijf is en de overgang naar 25 kV wordt voorbereid, ligt een
periode van 3 maanden. Deze periode is nodig om het beveiligingssysteem ATB-EG te
ontmantelen en de infrastructuur gereed te maken voor gebruik van 25 kV. Gedurende
deze periode kunnen alleen diesellocomotieven met ETCS over de Havenspoorlijn rijden.
Zodra 25 kV na 3 maanden operationeel is, kan ook met elektrische ETCS locomotieven
over de Havenspoorlijn worden gereden.
Het beveiligingssysteem op de Havenspoorlijn is qua functionaliteit complexer dan ETCS
op het A15-tracé (vanwege o.a. de emplacementen, beweegbare bruggen e.d.). Omdat er
voor de Havenspoorlijn geen omleidingroute beschikbaar is, moet ETCS na inschakeling op
dit spoor meteen voldoen aan hoge eisen met betrekking tot stabiliteit en robuustheid.
Het is om die reden noodzakelijk om een periode van zo'n 6 maanden te benutten waarin
op het A15-tracé een stabiele situatie wordt bereikt met ETCS met volledige
---
DGP/SPO/U.07.00500
functionaliteit. Vanwege voortschrijdend inzicht bij de actualisatie van de totale planning
wordt deze situatie wordt eind oktober 2007 op het A15-tracé voorzien. Dit betekent dat
met inachtneming van de noodzakelijke tussenliggende periode van zo'n 6 maanden de
omschakeling naar ETCS op de Havenspoorlijn later dan tot op heden gemeld kan
plaatsvinden.
De huidige planning is 1 april 2008 en de overstap naar 25 kV is gepland op 1 juli 2008.
De definitieve tijdslijn voor de Havenspoorlijn hangt samen met de feitelijke
openingsdatum van de Betuweroute. In overleg tussen de BREM en de vervoerders
worden besproken op welk geschikt moment de Havenspoorlijn naar de nieuwe systemen
kan worden omgezet.
c) Testen
De toepassing van geavanceerde en vaak voor ons land nieuwe technieken vraagt
specifieke aandacht van het testen. Tijdens de aanleg en voordat de infrastructuur wordt
opgeleverd is er al veel getest. Ook de leveranciers van ETCS apparatuur testen de
hiermee uitgeruste locomotieven voordat deze op de Betuweroute zullen rijden. Maar
hiermee kan niet worden volstaan.
De combinatie van trein-baan zal nu in de praktijk worden beproefd. Daarom organiseert
ProRail een testprogramma voor ETCS apparatuur in locomotieven van de drie
leveranciers. Tijdens de testperiode kan er commercieel worden gereden onder een
specifiek veiligheidsregime. ProRail voorziet dat het testprogramma uiterlijk eind 2007 is
afgelopen. Op dat moment wordt ook het specifieke beveiligingsregime beëindigd. Over
de testen vindt nader overleg met de vervoerders plaats. Daarbij komt aan de orde hoe
het goederenvervoer zoveel mogelijk doorgang kan vinden en het ongemak voor
vervoerders tot het minimum kan worden beperkt.
7) Exploitatie
a) Afspraken Staat en aandeelhouders BREM
Met ProRail en de aandeelhouders van de BREM heb ik inmiddels afspraken gemaakt over
de exploitatie van de Betuweroute. Deze afspraken geven nadere invulling aan hetgeen ik
in 2006 met uw Kamer daarover heb afgesproken.
Belangrijk uitgangspunt is, dat van de nader ingevulde afspraken een positieve prikkel
uitgaat om de BREM in staat te stellen tot zo goed mogelijke prestaties te kunnen komen.
Het succes van de Betuweroute in de komende exploitatieperiode is een goede opmaat
naar het economische en maatschappelijke belang op de middel en lange(re) termijn.
Daarnaast geldt de eerder vastgestelde risicoverdeling tussen Staat en de exploitant,
analoog aan de MOU met GTRC. Daarbij is bepaald dat de Staat een afgebakend aantal
risico's draagt waarop de exploitant nauwelijks tot geen invloed kan uitoefenen. De
exploitant draagt de commerciële risico's. Kortheidshalve verwijs ik u hierbij naar mijn
brieven van 20 maart en 18 april 2006. De met ProRail en de aandeelhouders van de
BREM overeengekomen nadere afspraken zijn op hoofdlijnen de volgende.
---
DGP/SPO/U.07.00500
- Staatsbijdrage
Voor de exploitatieperiode van 5 jaar waaraan een aanloopperiode van naar verwachting
zo'n 6 maanden vooraf gaat, is een Staatsbijdrage gereserveerd van 76 mln. Hiertoe
worden niet gerekend eventuele kosten die voortvloeien uit risico's die binnen de
afgesproken risicoverdeling voor rekening van de Staat zijn.
Ook valt hierbuiten de financiële compensatie voor de gestage groei van de
gebruiksvergoeding waarvoor de Staat het bedrag van 31-33 mln. (gemengde net en
Betuweroute) heeft uitgetrokken in overleg met uw Kamer. Hiervan komt 10 mln. voor
rekening van ProRail.
- Prestatieafspraken
De gemaakte prestatieafspraken zijn gebaseerd op enerzijds een financieel rendement en
anderzijds een maatschappelijk rendement. De prestatieafspraken zijn onderscheiden naar
vervoers-, beheer- en financiële resultaten. Afhankelijk van de behaalde resultaten wordt
een prestatiebeloning toegekend die financieel past in de Staatsbijdrage van 76 mln. Bij
de beoordeling van de vervoer- en beheerprestatie wordt het beheerplan van ProRail als
referentie genomen. Indien voor de exploitatie van de Betuweroute onverhoopt meer geld
nodig zou zijn dan de Staatsbijdrage zal alleen een gedeeltelijke verliescompensatie
plaatsvinden in de situatie waarin de vervoers- en de beheerprestaties de ramingen
aantoonbaar hebben overtroffen. Belangrijke overweging bij deze afspraak is, dat de
baten van een gunstige trackrecord van de Betuweroute (zowel wat vervoervolumes
betreft als het beheer) ruimschoots opweegt tegen zo'n eventuele éénmalige
verliescompensatie aan het einde van de 5 jaar. In dat geval zal zo'n verliescompensatie na
de komende exploitatieperiode door de Staat altijd worden terugverdiend.
- Aanbesteding
De mogelijkheid van aanbesteding wordt openhouden. Voor wat betreft de aanbesteding
na 5 jaar en het uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheden hieromtrent zijn met
partijen goede afspraken gemaakt. Deze afspraken voorzien erin dat na het derde jaar de
voorbereidingen van een eventuele aanbesteding kunnen starten.
- Beheerconcessie
De regeling tussen Staat, ProRail en de Havenbedrijven voorziet in het intact houden van
de institutionele verhoudingen. Dat wil zeggen: de Betuweroute valt binnen de
Beheerconcessie Hoofd Spoorweg Infrastructuur. Over de verdeling van taken tussen de
exploitant van het gemengde net (ProRail) en de exploitant van de Betuweroute (BREM)
worden onderling werkafspraken gemaakt die aansluiten bij de afspraken die ik heb
gemaakt met de aandeelhouders van de BREM. ProRail zal rekening en verantwoording
afleggen over het beheer van de Betuweroute en de besteding van middelen. De BREM
zal met een aan de Staat in te sturen jaarverslag nader inzicht bieden in de geleverde
(financiële) prestaties.
- Commerciële partij
---
DGP/SPO/U.07.00500
De Havenbedrijven zullen binnen één jaar of zo snel mogelijk daarna zoeken naar
commerciële partijen die aanvullend/versterkend werken op de combinatie ProRail-
Havenbedrijven.
- Meerderheidsbelang
De Havenbedrijven en ProRail dragen ervoor zorg dat de meerderheid van de aandelen in
de BREM zullen worden gehouden door publieke partijen. De Havenbedrijven behouden
minimaal 5% van de aandelen in BREM.
De nadere afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst tussen de Staat en de
aandeelhouders van de BREM. Zodra deze overeenkomst is ondertekend, stuur ik u deze
toe.
b) Afwikkeling MoU met Babcock & Brown TowRail.
Zoals bekend, zijn er begin 2006 MoU's getekend over de exploitatie van de Betuweroute
tussen de Staat enerzijds en ProRail, Havenbedrijf Rotterdam, Haven Amsterdam en
Babcock & Brown TowRail (BBT) anderzijds. Na ondertekening van de MoU's rezen er
twijfels over houdbaarheid van het consortium. Na onderzoek heb ik in mei 2006 besloten
de MoU's niet in werking te laten treden. Begin januari 2006 heb ik de consortiumpartijen
de opdracht gegeven om met voorbereidende werkzaamheden te starten, voor zover deze
geen onomkeerbare gevolgen hebben. Ik heb dit ook in mijn brief van 16 januari 2006
aan uw Kamer gemeld. Over de kosten die Babcock & Brown TowRail (BBT) voor deze
werkzaamheden in rekening mocht brengen, is de afgelopen maanden gesproken. Ik heb
hierover inmiddels met BBT c.s. overeenstemming bereikt. Wij zijn overeengekomen om
een bedrag van 980.000,- te vergoeden. Het gesprek ging daarbij vooral over de vraag
welk deel van de (na 1 januari 2006) door BBT gemaakte kosten in redelijkheid aan de
voorbereiding van de exploitatie konden worden toegerekend.
8) Aansluiting met Duitsland
In uw Kamer is de aansluiting met Duitsland geregeld onderwerp van bespreking geweest.
Op 22 januari 2007 hebben de Duitse minister Tiefensee van Transport en ik een
intentieverklaring ondertekend over de infrastructurele uitbreiding van het traject van
Zevenaar via de Duits-Nederlandse grens naar Emmerich en Oberhausen. Hiermee wordt
een belangrijke bijdrage geleverd aan de verdere verbetering van het goederenvervoer per
spoor tussen Nederland en Duitsland. Beide landen plannen de aanleg van een derde
spoor tussen Zevenaar en Oberhausen. De aanleg van het derde spoor tussen de Duits-
Nederlandse grens en Oberhausen begint in 2010. De planning is dat het derde spoor in
2013 in gebruik wordt genomen voor het goederen en personenvervoer. Het traject
tussen Zevenaar en Oberhausen wordt nu voorbereid voor het ETCS veiligheidssysteem.
Met de uitvoering van deze maatregelen wordt op de internationaal belangrijke corridor
Rotterdam Genua een belangrijke toekomstgerichte railinfrastructuur gerealiseerd.
9) Kosten
De uitgestelde indienststelling van de Betuweroute leidt tot extra kosten in het
projectbudget. Deze kosten zijn:
---
DGP/SPO/U.07.00500
· Ca. 5 à 6 miljoen voor de PoBr als gevolg van de langere instandhouding van
enkele contractteams. Deze kosten worden betaald uit het projectbudget.
Daarnaast zijn er elders extra kosten die niet vallen onder het projectbudget. Deze kosten
worden ingepast in het reguliere spoorbudget van het infrastructuurfonds. De kosten zijn:
· Ca. 2 miljoen voor Transmissie in verband met langer instandhouden van het
projectteam en extra operationele voorbereidingen.
· Ca. 13 miljoen voor BB 21 door langer instandhouden van (een deel van het)
projectteam, door fasering van het beveiligingssysteem en extra inzet baan-trein
testen. BB 21 is een generiek project voor nieuwe systeemontwikkelingen op het
spoor. Dit project is een belangrijke toeleverancier voor het project Betuweroute,
HSL en Amsterdam-Utrecht. Daarnaast verzorgt dit programma de toetsing van
het door de leverancier opgeleverde beveiligingssysteem ten behoeve van de
toestemming voor gebruik.
De financiële gevolgen van de uitgestelde indienststelling voor exploitatie, beheer en
onderhoud zijn nagenoeg nihil indien de Betuweroute in april in dienst wordt genomen.
Het beeld hiervan is:
· In de periode januari - april 2007 zullen er geen inkomsten uit de
gebruiksvergoeding op de Betuweroute binnenkomen. Dit wordt nagenoeg
gecompenseerd door meer inkomsten op het gemengde net omdat
goederenvervoerders in die periode gebruik van de Utrecht- en Brabantroute
blijven maken.
· In dezelfde periode worden er vanzelfsprekend minder kosten gemaakt voor het
onderhoud van de Betuweroute. Hiertegenover staan hogere onderhoudskosten
voor het gemengde net.
Zodra de definitieve openingsdatum van de Betuweroute bekend is, wordt bezien of dat
aanleiding geeft om het beeld van de extra kosten te wijzigen. Ik zal uw Kamer hierover
informeren.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat