Ingezonden persbericht


Turkse overheid censureerde catalogus De Nieuwe Kerk

Onder druk van de Turkse overheid zijn diverse bijdragen van Nederlandse Osmanisten niet opgenomen in de catalogus van de tentoonstelling 'Istanbul. De Stad en de Sultan', in De Nieuwe Kerk in Amsterdam. Dat onthult ZemZem. Tijdschrift over het Midden-Oosten, Noord-Afrika en islam in het themanummer 'De Osmaanse erfenis'.

Op verzoek van De Nieuwe Kerk schreven Nederlandse Osmanisten bijdragen over de geschiedenis van het Osmaanse Rijk, de stad Istanbul, het hof en de diplomatieke betrekkingen. Maar de artikelen hebben de goedkeuring van de Turkse overheid niet kunnen wegdragen.

Het Turkse ministerie van Cultuur en Toerisme eiste onder andere wijzigingen in een bijdrage van de Leidse Osmanist Jan Schmidt. In ZemZem zegt Schmidt dat het passages betrof over de stichting van Istanbul door Griekse kolonisten, het feit dat er in Istanbul Koerden wonen, dat Europeanen zich in het verleden wel eens negatief over de Osmanen hadden uitgelaten en dat er ook onder Osmanen homoseksualiteit bestond.

Eén bijdrage werd in zijn geheel afgekeurd. Hierin stond onder andere een passage over de genocide op de Armeniërs. Schmidt trok zijn tekst terug, omdat hij 'weigerde met de geëiste wijzigingen in te stemmen en zich loyaal wilde tonen met de auteur van het afgewezen stuk'.

In een reactie stelt de woordvoerder van De Nieuwe Kerk, Frans van der Avert, dat 'de visie van de Nederlandse auteurs en die van Turkse zijde niet tot overeenstemming waren te brengen. Soms moet je concluderen: we komen er toch niet uit'.

Maar volgens Schmidt moest De Nieuwe Kerk wel besluiten om de bijdragen niet op te nemen, omdat het voorlopige contract met de Turkse overheid pas werd getekend door die overheid toen in haar ogen aan alle voorwaarden was voldaan. 'Had De Nieuwe Kerk de artikelen toch ongewijzigd opgenomen, dan was het risico groot, zo vreesde De Nieuwe Kerk, dat er niet getekend zou worden en dat dientengevolge de objecten voor de tentoonstelling niet gekomen zouden zijn,' zegt Schmidt. Van der Avert ontkent 'dat de soep zo heet werd opgediend'.