Het Nederlandse Rode Kruis

12 februari 2007
Noodrantsoenen vliegen naar Noord-Pakistan

Bergbewoners zijn aangewezen op noodhulp

In het onherbergzame Noorden van Pakistan was distributie van eerste levensbehoeften altijd al moeilijk. Met de verwoestende aardbeving van oktober 2005 is dat alleen maar moeilijker geworden. De dorpjes en nederzettingen in het getroffen gebied liggen wijdverspreid. Vele zijn alleen te voet bereikbaar. Daardoor verloopt de herbouw na de aardbeving ook zo traag. En omdat die herbouw zo lang duurt, is de behoefte aan hulp ook deze winter weer groot.

SHO-geld

Een helikopter met hulpgoederen landt in de bergen

De enige manier om snel hulpgoederen in het gebied te brengen, is per helikopter. De Verenigde Naties hebben helikopters beschikbaar gesteld. De hulpgoederen zijn geleverd door de Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maan IFRC en de Pakistaanse Rode Halve Maan. Een deel van de noodhulp is betaald uit de Nederlandse SHO-gelden.

Hard en zacht
In drie weken tijd is er 166-duizend ton goederen overgevlogen. Ruim 13-duizend families hebben één of meer hulppakketten gekregen. Er zijn zogeheten harde pakketten en zachte pakketten. In een hard pakket zit materiaal om (nood)woningen te repareren of uit te breiden. Zachte paketten bevatten hygiëne-materiaal, keukenspullen, een lamp en een jerrycan en warme kleding.

Vrijwilligers brengen ´harde´ pakketten van de heli de dorpen in

Sleepnet
Grote spullen worden in netten onder de helikopters gehangen. Zo worden er als het nodig is golfplaten overgevlogen. Deze methode heeft nog een voordeel: de heli hoeft niet te landen om spullen uit te laden, en kan daarom vaker op en neer vliegen. Het is een spectaculair gezicht als zo´n heli over een bergtop komt vliegen. Gelukkig was het weer goed. Het vroor dat het kraakte, maar het was droog.

Foto´s: © John Tulloch, IFRC