Curatoren Landis in gelijk gesteld in kort geding tegen VEB
âs-Gravenhage, 9 februari 2007 â De voorzieningenrechter van de
rechtbank âs-Gravenhage heeft vandaag uitspraak gedaan in het kort
geding dat de curatoren van de Landis-vennootschappen hadden
aangespannen tegen de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) en de
voorzitter van deze vereniging.
Naar aanleiding van publicaties in het blad Effect van de VEB, hadden
de curatoren, die stelden dat hun eer en goede naam worden aangetast
in deze publicaties, onder meer gevorderd dat de voorzieningenrechter
de VEB en haar voorzitter zou gebieden een rectificatie in dit blad te
plaatsen en de gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van
een immateriële schadevergoeding.
In dit kort geding stond het belang van de curatoren in de bescherming
van hun eer en goede naam tegenover het belang van de VEB en haar
voorzitter om in vrijheid hun mening te uiten.
De rechter moet bij deze botsing van belangen - en van de rechten
waardoor deze worden gewaarborgd - tot een afweging te komen die recht
doet aan de bijzonderheden van het geval op het moment van deze
afweging, aldus de voorzieningenrechter. Hij concludeerde dat de
gewraakte uitingen in de eerste publicatie onrechtmatig waren
tegenover de curatoren en dat de VEB en haar voorzitter in de tweede
publicatie niet voldoende afstand hadden genomen van de onrechtmatig
bevonden onderdelen van de eerste publicatie om die onrechtmatigheid
op te heffen.
De voorzieningenrechter heeft de VEB en haar voorzitter geboden een
rectificatie te plaatsen en hen veroordeeld tot betaling van ⬠2500,-
aan elk van de curatoren in privé, als voorschot op de vergoeding van
door hen geleden immateriële schade.
LJ Nummer
AZ8111
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 9 februari 2007
Rechtbank 's-Gravenhage