Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Verlies melkveebedrijven door Europees beleid

18 januari 2007

De invoering van nieuwe inkomenstoeslagen heeft geen gevolgen voor een aantal belangrijke productiefactoren in de Nederlandse melkveesector. Hierdoor is er geen aanwijzing voor een effect van directe inkomenstoeslagen op productie. Wel leidt het veranderende beleid tot een versterkte afname van het aantal melkveebedrijven in Nederland. Dit is gebleken uit het onderzoek van Daan Ooms naar het effect van de introductie van inkomenstoeslagen in het Europese landbouwbeleid. NWO-onderzoeker Ooms promoveert 9 februari aan de Wageningen Universiteit.

Daan Ooms ontwikkelde econometrische modellen om de verwachtte invloed van beleidsveranderingen op melkveebedrijven te bestuderen. Binnen deze modellen wordt rekening gehouden met verschillen tussen boerenbedrijven die niet direct waarneembaar zijn in hun productiecijfers. Een voorbeeld hiervan is het verschil in managementcapaciteit tussen eigenaren van melkveebedrijven.

Verlies kleine bedrijven

Het veranderde beleid zorgt voor een negatief effect op het inkomen van melkveehouders. Dit effect is relatief sterk voor kleine bedrijven. Het afnemende inkomen vergroot de kans dat bedrijven met melkproductie stoppen. Hierdoor zullen waarschijnlijk veel kleine bedrijven verdwijnen. De overgebleven bedrijven kunnen vervolgens verder groeien en profiteren van een toenemende verdiencapaciteit.

Inkomenstoeslagen

In 2006 voerde de Europese Unie directe inkomenstoeslagen in. De Wereld Handelsorganisatie (WHO) bepleit ontkoppelde (niet afhankelijk van de productieomvang) inkomenstoeslagen als ondersteuning van agrarische gezinsbedrijven. Deze aanpak verstoort volgens de WHO de productie en handel het minst. Economen stellen dat ontkoppelde inkomenstoeslagen wel gevolgen hebben voor de productie. Deze gevolgen ontstaan door bijvoorbeeld inkomenseffecten op arbeidsinzet en investeringen. De door Ooms ontworpen bedrijfsspecifieke modellen laten echter geen gevolgen voor de productie zien. Wel is er dus een effect op het aantal bedrijven.

Europees beleid

De Nederlandse melkveesector is in belangrijke mate gereguleerd door het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie. Hierbinnen is sinds 1984 de melkproductie gelimiteerd door bedrijfspecifieke quota. Het GLB wordt nog meer bedrijfsspecifiek door het introduceren van directe inkomenstoeslagen in 2006. Ooms ontwikkelde modellen om te begrijpen hoe individuele gezinsbedrijven reageren op de veranderingen in het GLB.

..............................

Meer informatie:

* Drs. D.L. Ooms (Wageningen Universiteit en Researchcentrum)
* t: +31 (0)61 88 65 240, daan.ooms@gmail.com
* Promotie 9 februari aan de Wageningen Universiteit en Researchcentrum

* Promotor prof. dr. ir. A.J. Oskam, copromotoren dr. ir. J.H.M. Peerlings en prof. dr. A.R. Hall

* Zie ook publicatie Eur. Rev. Agr. Econ. 2005, 32, 517-537