Gemeente Wageningen

Evaluatie project Vlinder afgerond

Eind 2004 is in Wageningen sporthal De Vlinder opgeleverd: een vooruitstrevend complex met twee sporthallen, diverse ruimten voor verenigingen en een kantoortoren. Financiële tegenvallers tijdens en na de bouw vormden echter voor het college van B&W reden om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het verloop van dit project. Twynstra Gudde rondde onlangs de procesanalyse af.

In de eindrapportage worden het verloop van het project geschetst en een aantal onderzoeksvragen beantwoord die zich toespitsen op de wijze waarop het proces rond de bouw van De Vlinder is verlopen. Ook doet Twynstra Gudde een aantal aanbevelingen voor de toekomst.

Een van de conclusies uit het rapport is dat de informatie uit het oorspronkelijke raadsvoorstel van november 2001 onvoldoende was om een goed afgewogen besluit te nemen. Daarnaast is een deel van het raadsbesluit, dat destijds werd genomen, niet uitgevoerd door het college: het dagelijkse beheer en de exploitatie had overgedragen moeten worden aan een Beheersstichting.
In het algemeen is gesteld dat het College in de bestuursperiode 1998-2002 de gemeenteraad tijdig en correct informeerde over de bouw van De Vlinder. Dat geldt niet voor het College in de bestuursperiode 2002-2006: de financiële stand van zaken had eerder en duidelijker gemeld kunnen worden aan de gemeenteraad.

Over de projectorganisatie concludeert Twynstra Gudde dat deze weliswaar in principe goed was, maar in de praktijk niet goed functioneerde, onder andere door wisselingen in de sleutelfuncties en de onduidelijke verantwoordelijkheid voor de exploitatie. De beheersing van tijd en kwaliteit in het project was adequaat, de beheersing van de financiën niet. Als belangrijkste oorzaak voor de financiële problemen wordt de wijziging in het Programma van Eisen van het project genoemd: gedurende de bouw werd besloten tot een hogere toren en een kelder.

Op basis van de constateringen raadt het onderzoeksbureau de gemeente Wageningen aan niet te lichtvaardig te besluiten tot een belangrijke scopewijziging van een project. Consequenties en eventuele alternatieven moeten goed worden overdacht. Ook de exploitatie moet in de toekomst eerder en beter worden geregeld. De beheersstichting voor de Vlinder zal alsnog moeten worden opgericht.

Voor wat betreft de financiering van ruimtelijke projecten wordt aangeraden deze niet meer in financiële zin aan elkaar te koppelen. Dit is overigens reeds benoemd in het huidige Collegeprogamma. Tot slot wordt aanbevolen meer aandacht te schenken aan de archivering van belangrijke stukken.

Het college van B&W geeft aan de conclusies uit het rapport te onderschrijven. Burgemeester Van Rumund: 'Als college moeten we lering trekken uit het verleden en dit rapport is hierbij een praktisch handvat. We hopen het binnenkort uitvoerig met de raadsleden te bespreken, zodat we er met elkaar voor kunnen zorgen dat we de besproken valkuilen voortaan vermijden'.