Openbaar Ministerie

Hoge straf geëist tegen brandstichters

7 februari 2007

Alkmaar - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft twaalf jaar gevangenisstraf geëist tegen een persoon die verdacht wordt van het veroorzaken van een serie explosies en brandstichtingen in Alkmaar. Tegen zijn medeverdachte eiste het OM tien jaar en de maatregel TBS met dwangverpleging. In haar requisitoir sprak de officier van justitie van zeer ernstige feiten. "Uit het dossier blijkt dat beide verdachten doelbewust âs nachts op pad gingen, beiden in het zwart gekleed en met een eerder gemaakte bom in de rugzak, op zoek naar een geschikt object om een aanslag te plegen. Het is een groot geluk dat er bij geen van de gepleegde feiten doden zijn gevallen." De feiten zijn gepleegd in de periode mei 2002 tot en met augustus 2005.

De kick is volgens de officier van justitie het belangrijkste motief geweest. "Hun keuze in slachtoffers is daarbij min of meer willekeurig geweest, waarbij het leidend motief lijkt te zijn het veroorzaken van zoveel mogelijk onrust onder zoveel mogelijk verschillende bevolkingsgroepen en het zich afzetten tegen de gevestigde orde. Een van de verdachte heeft daarover verklaard dat het hen ging om het aanwakkeren van de heersende onrustgevoelens onder de bevolking, en dat de gekozen objecten daardoor zijn ingegeven. Dat valt ook wel te zien aan de keuze van de objecten die het doelwit zijn geworden van hun acties (kijkend naar alle zeventien feiten die zich in het dossier bevinden): een Turkse supermarkt, een islamitische school, een joodse broodjeszaak, een busje met een Duits kenteken. Het is uitermate ernstig dat verdachten hebben ingespeeld op de onrustgevoelens die leven in de huidige maatschappij en hun best hebben gedaan die onrustgevoelens nog meer te vergroten. De explosies en brandstichtingen hebben dan ook veel onrust veroorzaakt onder de bevolking van Alkmaar, met name door het volstrekt willekeurige karakter van de aanslagen. Bovendien zijn de meeste aanslagen letterlijk dicht bij de mensen, in woonwijken gepleegd. Duidelijk is dat zij bij het plegen van de feiten onverantwoorde risicoâs hebben genomen en meermalen doelbewust mensenlevens in gevaar hebben gebracht."

De rechter doet op woensdag 21 februari uitspraak