Ministerie van Defensie

07-02-2007
Navo-binnenvliegregeling
Ondertekenaar: Staatssecretaris C. van der Knaap

Tijdens het Algemeen Overleg op 24 januari 2007 met de vaste commissies voor VolksÂhuisÂvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en voor Defensie van de Tweede Kamer, heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de mogelijkheden en de consequenties van een vliegverbod voor AWACS-vliegtuigen boven Nederland.

Tussen Navo-bondgenoten bestaan afspraken over het wederzijds gebruik van elkaars luchtruim. In Nederland zijn deze afspraken vastgelegd in de zogenoemde Navo-binnenÂvliegÂregeling. Deze regeling (Staatscourant 1987, 218) vindt haar oorsprong in artikel 76, eerste lid, onder d, van de Luchtvaartwet. De regeling staat militaire vliegtuigen van Navo-bondgenoten toe zich te begeven in het Nederlandse luchtruim. De regeling maakt het mogelijk dat afspraken worden gemaakt over vliegprocedures behorende bij vliegvelden die nabij de nationale grens liggen. Dat is voor de Navo vliegbasis Geilenkirchen ook gebeurd. De vliegprocedures zijn gepubliceerd in de Military Aeronautical Information Publication (MilAIP).

De Navo-binnenvliegregeling staat in beginsel een vliegverbod voor bondgenootschappelijke luchtÂvaarÂtuigen in het Nederlandse luchtruim niet in de weg. De Minister van Defensie kan de toestemming voor het gebruik van het Nederlandse luchtruim door Navo-landen intrekken, wijzigen of aan andere dan de in de regeling gestelde voorwaarden onderwerpen.

De Navo-binnenvliegregeling is gebaseerd op het wederkerigÂheids beginsel vanuit de gedachte dat er binnen het bondÂgenootschap sprake is van een open luchtruim voor alle bondgenoten. Een eenzijdig verbod door Nederland op het vliegen met AWACS-vliegtuigen in het Nederlandse luchtruim is in strijd met dit beginsel en leidt tot het risico dat Nederlandse militaire vliegtuigen op basis van wederkerigheid worden geweigerd in het luchtruim van de Navo-bondgenoten. Dit zal ernstige beperkingen opleveren voor het opleiden, trainen en inzetten van de Nederlandse Krijgsmacht.

Een vliegverbod dat ingegeven is vanuit de geluidsproblematiek zou alle AWACS-vliegtuigen van de NATO Airborne Early Warning and Control Force treffen. Alle Navo AWACS-vliegtuigen op de Navo vliegbasis Geilenkirchen zijn immers voorzien van dezelfde motoren. Een verbod op het vliegen met AWACS-vliegtuigen in het Nederlandse luchtruim zou de AWACS Component geheel verlammen. De AWACS-vliegtuigen zouden enkel nog met oostenwind over Duitsland kunnen starten en met westenwind over Duitsland kunnen landen. In de praktijk betekent dit dat er niet of nauwelijks meer vanaf Geilenkirchen kan worden geopereerd. In Europa is geen alternatieve vliegbasis aanwezig, van waaraf de AWACS-component voor langere duur kan worden ingezet en in stand gehouden. Met het stilleggen van de AWACS-component wordt het geïntegreerde Navo-luchtÂverdedigingsÂsysteem voor het grootste deel ontdaan van zijn vroegtijdige waarschuwingsÂcapaciteit. Het wegvallen van deze schakel heeft een onacceptabel nadelig effect op de bescherming van het Europese grondgebied tegen terreurdreiging vanuit de lucht. Ook de luchtverdediging van Navo-troepen in missiegebieden wordt hierdoor ernstig ondermijnd.

Het is ondenkbaar dat de Navo-bondgenoten deze ernstige aantasting van hun veiligheid zonder repercussies zullen aanvaarden.

Gelet op bovenstaande ben ik niet voornemens om een vliegverbod voor AWACS-vliegtuigen in het Nederlandse luchtruim af te kondigen.

Nederland is een loyaal lid van het Navo-bondgenootschap en voelt zich medeverantwoordelijk voor de veiligheid en bescherming van onze bondgenoten en hun troepen. Het kabinet hecht grote waarde aan het behoud van die positie. De geluidsproblematiek rond de vliegbasis Geilenkirchen is mij bekend en wordt door mij niet onderschat. Ik blijf mij onverminderd inzetten om met behulp van andere middelen en in constructief overleg binnen de Navo mogelijkheden te vinden om de geluidsÂproblematiek te verlichten.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE