Ministerie van Financiën

Antillen moeten kans grijpen om orde op zaken te stellen

toespraak | 05-02-2007 | Curaçao, Minister

* Bon dia!

* Economie

* Een nieuw begin, schone lei

* Begrotingsnormering

* Begrotingsproces/beheer

* Fiscaliteit

* Slot

Bon dia!

Dames en heren, het zal u niet zijn ontgaan: binnenkort komt er een einde aan mijn 12 jarig ministerschap. Dat betekent dat ik veel afscheidsinterviews mag geven. Soms dringt zich dan de vraag op: als ik het allemaal opnieuw zou kunnen doen, zou ik iets anders doen? Ik zou zeker vaker naar de Antillen gaan. Het is immers alweer lang geleden dat ik hier was. Maar de kans om opnieuw te beginnen, krijg je als gewone sterveling niet.
De Antillen krijgen die kans nu in feite wel. Op een presenteerblaadje. De voorgestelde aanpassing van de constitutionele verhoudingen is voor alle eilanden een gouden kans om orde op zaken te stellen voor zowel macro-economische als financiële stabiliteit. Dit met flinke steun uit Nederland - steun ter waarde van ongeveer 24.000 Antilliaanse guldens per inwoner van de Antillen! Misschien was het wat naïef om te verwachten dat die kans met beide handen zou worden aangegrepen. Het gaat immers om ingrijpende en onherroepelijke beslissingen. Maar het is wel in het belang van de Antillen en al zijn inwoners dat het Akkoord wordt uitgevoerd. Het is ook in het belang van Nederland, laat ik daar duidelijk over zijn. Ook Nederland is gebaat bij heldere constitutionele verhoudingen en orde op zaken bij de overheidsfinanciën. Maar het Akkoord is bovenal goed voor de eilanden van de Antillen. Het omhelst de meest ambitieuze plannen van de afgelopen halve eeuw en is een `once in a lifetime opportunity'. Een betere deal komt er niet. Daarom hoop en verwacht ik nog steeds dat het Akkoord op korte termijn volledig kan worden uitgevoerd.

Vandaag wil ik met u een paar observaties delen over de situatie waarin de Antillen zich op dit moment bevinden. Dan wordt duidelijk dat de uitdagingen waar de eilanden zich nu voor gesteld zien, niet wezenlijk anders zijn dan de uitdagingen waar ik de afgelopen jaren in Nederland mee te maken had.

Economie

Eerst de economie.
Nederland is een kleine open economie. Het kan daardoor de vruchten plukken van toenemende globalisering, maar is tegelijk ook gevoelig voor externe schokken. Daarom is het voor de Nederlandse economie erg belangrijk flexibel te zijn. Dit is ook een reden waarom we de afgelopen jaren in Nederland hard hebben gewerkt aan de hervormingsagenda en dat we onder andere de sociale zekerheid hebben aangepakt. Dit heeft ervoor gezorgd dat de arbeidsmarkt flexibeler is geworden en dat onze concurrentiepositie is verbeterd. Ik ben trots op de bereikte resultaten.
De Antillen zijn ook een kleine open economie. Dat geldt voor de Antillen als `geheel', als het al zinvol is daar nog over te spreken. Het geldt natuurlijk in nog veel sterkere mate voor de afzonderlijke eilanden. Net als Nederland zijn de eilanden gevoelig voor schokken in het economisch klimaat, maar daarbovenop zijn ze extra gevoelig voor specifieke schokken in bijvoorbeeld het toerisme, schommelingen in bevolkingsaantal, en voor de gevolgen van orkanen. Juist de mensen met de laagste inkomens voelen de effecten van economische schokken het hardst. Dat merk je in Nederland en geldt nog sterker op de Antillen, zo blijkt uit de grote schommelingen in werkloosheids- en migratiecijfers.
Flexibiliteit en schokbestendigheid van de lokale economie is daardoor voor de eilanden van de Antillen zo mogelijk nog belangrijker dan voor Nederland. Goede overheidsfinanciën zijn dan cruciaal. En juist daar zijn nu de grootste problemen - met grote gevolgen voor de ontwikkeling van de economie.
Natuurlijk zijn de verschillen tussen de eilanden groot. Sommige eilanden kennen een grote economische groei, anderen blijven daar bij achter. Ongezonde overheidsfinanciën hinderen echter iedereen, daar kan ik van meepraten.
Daarmee is dit ook een groot risico voor de economische ontwikkeling, want het leidt tot een gebrek aan vertrouwen. Rentebetalingen leggen op dit moment een groot beslag op de beschikbare middelen. Dit is slecht voor het investeringsklimaat, omdat er geen ruimte meer is voor nuttige overheidsbestedingen. Zo is een vicieuze cirkel ontstaan, waar geen ontsnappen meer aan lijkt. De schuld hangt als een molensteen om de nek van alle eilanden van de Antillen.

Wat zou het toch mooi zijn als de Antillen met een schone lei zouden kunnen beginnen! En dan meteen de overheidsfinanciën helemaal goed zouden kunnen aanpakken. Goede afspraken, goede normering, goed toezicht en een houdbaar niveau van de schuld.
Geachte aanwezigen: dat kan!

Een nieuw begin, schone lei

Met het Akkoord worden Saba, Sint Eustatius en Bonaire een soort gemeenten van Nederland, terwijl Curaçao en Sint Maarten aparte landen binnen het Koninkrijk worden. Bovendien heeft Nederland aangeboden op termijn een groot deel van de overheidschuld over te nemen, zodat écht met een schone lei kan worden begonnen en bovendien minder rente betaald hoeft te worden. Het overnemen van de schuld komt zoals gezegd neer op ongeveer 24.000 Antilliaanse guldens per inwoner van de Antillen. Alle Antillianen, rijk en arm, zullen hiervan profiteren. De hoge staatsschuld is overigens zeker niet het enige probleem van de Antillen, maar eerder een uiting van grote onderliggende problemen in de aansturing van de publieke sector. Het is dan ook een illusie te denken dat met het overnemen van het grootste deel van de schuld alles vanzelf goed komt. Mede daarom zijn ook voorwaarden verbonden aan het Nederlandse aanbod. Als niet aan die voorwaarden kan worden voldaan, heeft het overnemen van de schuld immers geen zin. Het is noodzakelijk dat alle aspecten van het begrotingsbeleid en beheer op orde komen. Alle elementen werken samen voor een effectief beleid, iets wat ik de afgelopen jaren in Nederland ook heb ervaren. Want vergis u niet: ook in Nederland is de afgelopen jaren nog veel verbeterd aan het begrotingsbeleid - en valt nog steeds meer te verbeteren.

Begrotingsnormering

Als minister van Financiën durf ik te stellen dat de begroting hét sturingselement moet zijn bij de politieke besluitvorming. Via een goed en transparant begrotingsproces worden politieke afwegingen duidelijk gemaakt en geïmplementeerd. De begroting laat zien welke keuzes worden gemaakt en wie dat gaat betalen.
In de woorden van Jan de Koning, in de jaren '80 onder meer minister verantwoordelijk voor Nederlands-Antilliaanse zaken: "Je moet het Rijk nooit op zijn woorden, maar alleen op zijn begroting geloven". Alleen bij een goed begrotingsproces kan de bevolking erop vertrouwen dat de politieke keuzes zijn gebaseerd op realistische vooronderstellingen en dat deze ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Ook op de Antillen is dit een belangrijk punt. En nu is daar dus de kans het goed aan te pakken.
Het begint dus bij het opstellen van een goede begroting. Gebaseerd op realistische aannames en een helder overzicht van de door de politiek gemaakte keuzes. Vervolgens is het belangrijk dat men zich tijdens de rit houdt aan de gemaakte afspraken. Ook daar valt nog wel wat te verbeteren.
Zo is er de afgelopen jaren bijvoorbeeld een gebrek geweest aan heldere begrotingen en aan effectieve begrotingsregels. In praktijk werd vooral gekeken naar de kas. Als er geld was, werd het uitgegeven. En vaak was er geen geld. Dit leidde tot betalingsachterstanden en juist de Antillianen met de laagste inkomens waren de dupe van dit beleid. Zij hadden immers geen buffer om achterblijvende betalingen van de overheid te kunnen opvangen.
Met een dergelijke ad-hoc aanpak lopen de financiën van een gezin al snel uit de hand. En het vormt al helemaal geen goede basis voor gezonde overheidsfinanciën en een stabiel sociaal-economisch beleid. Er was dan ook weinig relatie tussen de in de begroting vastgelegde afspraken en het werkelijk gevoerde beleid.

We weten dat het in praktijk moeilijk is voor politici om de verleidingen van alledag te weerstaan. Dat geldt voor alle politici, in alle landen. Daarom is b egrotingsnormering in praktijk noodzakelijk. In de economische literatuur wordt vaak een parallel getrokken met het verhaal van Odysseus. Die liet zich aan de mast van zijn schip vastbinden, om zo de lokroep van de sirenen te kunnen weerstaan. Op die manier lukt het hem ongeschonden naar zijn bestemming te varen, waar zijn voorgangers schipbreuk leden. Het idee is dat ook politici zich aan de mast moeten binden, via strikte begrotingsnormering. Daarom hebben we in Europa een Stabiliteitspact, dat regels neerlegt voor onder andere de omvang van het begrotingstekort en van de staatsschuld.
Daarbovenop hebben we in Nederland nog de begrotingsregels van het `trendmatig begrotingsbeleid' ofwel de Zalmnorm. Deze regels zijn er dus omdat de Nederlandse politici zichzelf zonder regels niet vertrouwen. Bindende regels zijn nodig om ervoor te zorgen dat het Nederlandse beleid een verstandige lange-termijn oriëntatie krijgt en niet wordt geregeerd door de waan van de dag.
Voor Curaçao en Sint Maarten voorziet het akkoord vergelijkbare bindende begrotingsregels - met als belangrijkste element een sluitende gewone dienst en een leenplafond. Deze normering is iets anders vormgegeven dan in Europa en Nederland, maar niet wezenlijk anders of strenger.
De normering is cruciaal om het vertrouwen te herstellen. Beginnen met een schone lei heeft alleen zin als je niet meteen in oude fouten vervalt. Daarvoor zijn regels nodig, waaraan men zich ook moet houden.

Begrotingsproces/beheer

Verstandig financieel beleid is gebaat bij goede begrotingsregels, maar daarmee ben je er nog niet.
Ook wat financieel beheer betreft zijn in Nederland flinke stappen gezet - denk bijvoorbeeld aan de operatie `comptabel bestel' waarmee in de jaren '80 en '90 het beheer sterk is verbeterd. Er zijn duidelijke regels en afspraken opgesteld voor begrotingsvoorbereiding, begrotingsuitvoering en controle. En dat was nodig: in 1986 hadden slechts 2 van de 14 Nederlandse ministeries een goedkeurende accountantsverklaring! Ik ben blij dat er nu orde op zaken is gesteld. Een recentere discussie die in Nederland speelde was dat de Tweede Kamer vroeg om betere controle bij grote projecten. Het kan ook in Nederland dus nog altijd beter.
Ook aan het financieel beheer op Curaçao en Sint Maarten kan nog wel het een en ander verbeterd worden - en dan druk ik me diplomatiek uit. De begrotingen van de eilanden en het land zijn vooral wensbegrotingen; er vindt niet echt een prioriteitenafweging plaats: de kans dat deze begrotingen worden uitgevoerd is dan ook klein. In plaats van een wensbegroting moet er een realistische begroting komen. De kosten van de politieke verlangens moeten reëel worden geraamd. Dan weet je zeker dat deze politieke wensen wel worden gerealiseerd. Hiermee versterk je het democratische proces.
Ook lijkt het me bijvoorbeeld belangrijk om de transparantie van de begroting verder te verbeteren door zo veel mogelijk posten `on budget' te krijgen en de meerjarige gevolgen van overheidsuitgaven in beeld te brengen. Denk aan de overheidsbedrijven en de samenwerkingsmiddelen. Ook dit zorgt ervoor dat de politiek daadwerkelijk een integrale afweging kan maken. In Nederland maken sociale zekerheid en zorg nu ook integraal onderdeel uit van de begrotingsprocessen. Voor de samenwerkingsmiddelen geldt dat nu wel de investeringskosten worden gefinancierd maar niet de latere exploitatiekosten. Dan kom je vanzelf in de problemen. Ook heel belangrijk: de onafhankelijk check. Het IMF heeft herhaaldelijk de rol van het Centraal Planbureau in Nederland geprezen. Het CPB is onafhankelijk en geeft soms ook wel eens kritiek op het gevoerde beleid. Daarmee vervult het CPB een onmisbare disciplinerende rol. Het CPB zorgt ervoor dat politici geen onzin kunnen verkopen en zorgt er samen met de eveneens onafhankelijke Rekenkamer en met het Centraal Bureau voor de Statistiek voor dat we ons op het ministerie van Financiën niet aan de regels kunnen onttrekken. Dit versterkt de parlementaire controle op de begroting. Op deze manier is er dus in Nederland een vorm van toezicht en controle geregeld. Daarnaast rapporteert Nederland aan de Europese Commissie over de ontwikkeling van het tekort en de schuld. In het stabiliteits- en groeipact, waaraan ik van harte heb meegewerkt, zijn afspraken gemaakt voor het geval een land een tekort heeft. Voor Curaçao en Sint Maarten is het nodig nog een stapje verder te gaan, om twee redenen. Ten eerste bevinden het financieel beheer en de overheidsfinanciën zich op dit moment in een vrij beroerde situatie - we kunnen er niet op vertrouwen dat het `vanzelf wel goed komt'. Bovendien is het juist tijdens en na de voorziene overgangsperiode extra belangrijk dat alles goed verloopt. Alleen op die manier kan het vertrouwen in de overheid en in de economie worden hersteld. Dit toezicht zal erop gericht zijn de begroting haar gouden plek te geven in het parlementaire proces en in de uitvoering van het beleid. Het toezicht zal er op toezien dat er realistische begrotingen komen. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de vooronderstellingen achter de begrotingen gecheckt worden. De politiek beslist over het aantal ambtenaren dat ze in dienst wil nemen, de realistische begroting zorgt ervoor dat ze ook daadwerkelijk betaald kunnen worden. De begrotingsuitvoering wordt ook gevolgd door de toezichthouder, zodat het niet alleen bij mooie plannen blijft. Allemaal erop gericht om de begroting - en daarmee dus de politieke wensen van de Raad - werkelijk uit te voeren. Ook biedt het toezicht Nederland garanties dat overheidsfinanciën op de eilanden niet opnieuw uit de hand lopen. Toezicht is voor mij daarom onlosmakelijk verbonden met het overnemen van een groot deel van de schuld. En ik wil nogmaals benadrukken dat met het overnemen van die schuld een gouden kans wordt geboden om met een schone lei te beginnen. Ik heb 12 jaar lang mijn uiterste best moeten doen om de Nederlandse schuld terug te brengen van 75% naar ongeveer 50% BBP. Bij uitvoering van het Akkoord wordt de schuld van de Antillen in korte tijd teruggebracht van ruim 80 naar 13 procent.

Fiscaliteit

Dames en heren, voor ik afsluit nog even kort iets over het fiscale stelsel. Een aantal weken geleden heeft een delegatie van mijn ministerie de verschillende eilanden bezocht om samen met lokale financiënambtenaren te inventariseren wat de fiscale gevolgen van de voorgestelde staatkundige hervormingen zijn. De goede harmonie waarin dit heeft plaatsgevonden en het wederzijdse begrip voor elkaars gedachten, biedt een vruchtbare grondslag voor het verdere proces. Gedurende de periode waarin ik minister was, zijn echter ook pittige discussies binnen het Koninkrijk - en daarbuiten - gevoerd over fiscale stelsels. Het voorkomen van schadelijke belastingconcurrentie tussen overheden is zoals bekend een wereldwijd bekend fenomeen geworden.
Onder druk van vooral Europa en de OESO hebben zowel Nederland als de Nederlandse Antillen en Aruba behoorlijke ingrepen in hun fiscale regelgeving moeten toepassen. Dat is niet altijd zonder slag of stoot gegaan. Graag wil ik hier nog eens uitspreken dat ik veel waardering heb voor de inspanningen die ook hier zijn verricht in dat verband. Resultaat is dat de regelgeving binnen het héle Koninkrijk nu als internationaal aanvaardbaar wordt gezien. Het is van groot belang om dat zo te houden en daarvan de vruchten te gaan plukken. Een goede reputatie op belastinggebied is immers belangrijk voor investeerders en draagt zo bij aan het economisch klimaat.
In dat verband realiseer ik me dat ook onze onderlinge fiscale relatie via de zogenoemde Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK) nog de volle aandacht verdient.

Slot

Dames en heren, met deze observatie ben ik aan het eind gekomen. Er is nog veel, heel veel werk te doen. Uit de ervaringen van mijn eigen ministerie van Financiën weet ik dat het veranderen van begrotingsprocessen intensief en tijdrovend is. Het hoeft ook niet allemaal van de ene op de andere dag perfect te zijn. En niet alles hoeft op de schop, laten we vooral afblijven van die elementen die al goed lopen. Bovendien hoeft u het niet alleen te doen. Nederland en mijn ministerie van Financiën bieden uiteraard assistentie aan. Het gaat hier overigens nadrukkelijk om ondersteuning, niet om het overnemen van uw eigen beleid.
Dames en heren, het op orde brengen van de overheidsfinanciën en het financieel beheer is nog geen garantie voor economisch succes. Daar is meer voor nodig. Maar het Akkoord, inclusief de afspraken over begrotingsnormering, bieden wel een unieke kans op een frisse start, op een nieuw begin voor alle eilanden.


* Laatst aangepast: 07-02-2007