RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
P/07/8
Brussel, 1 februari 2007
5910/07 (Presse 15)
P 008/07
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de
situatie van de Hmong-vluchtelingen in Thailand
De Europese Unie is verheugd over het feit dat de Thaise regering de
voorbereiding van de gedwongen uitzetting van een groep van 153 Hmong
naar de Democratische Volksrepubliek Laos op 30 januari 2007 heeft
stopgezet. De meeste betrokkenen genieten de status van vluchteling
krachtens de UNHCR-procedures.
De Europese Unie wijst er nadrukkelijk op dat verscheidene derde
landen vóór 30 januari 2007 hadden toegezegd 153 Hmong voor relocatie
te aanvaarden. De Unie beschouwt de uitzetting van erkende
vluchtelingen als een manifeste schending van het internationaal
aanvaarde beginsel van non-refoulement en roept de Thaise regering op
om met het UNHCR en de landen die bereid zijn Hmong voor relocatie te
aanvaarden, samen te werken met het oog op een humanitaire oplossing
van het probleem.
De Europese Unie is zich bewust van de moeilijke situatie waarmee het
Koninkrijk Thailand te kampen heeft door de aanwezigheid van de grote
aantallen vluchtelingen op zijn grondgebied. Zij wijst erop dat de
Thaise regering in het verleden herhaaldelijk heeft laten weten
vastbesloten te zijn het probleem van de in Thailand verblijvende
vluchtelingen in overeenstemming met de humanitaire beginselen aan te
pakken. De Europese Unie moedigt de Thaise regering aan niet van deze
beginselen af te wijken. In dat verband dringt de Europese Unie er bij
de Thaise regering op aan de in Nong Kai en elders vastgehouden
vluchtelingen, alsmede in het tijdelijke vluchtelingenkamp Ban Huay
Nam Khao, nabij Petchabun, verblijvende vluchtelingen in
overeenstemming met deze beginselen te behandelen.
European Union