China (inclusief Hongkong en Macao)

Tien jaar na bloedbad Oeigoerse stad Gulja

05-02-2007 Vandaag is het tien jaar geleden dat in de stad Gulja tientallen Oeigoeren werden gedood en honderden verwond. Ze demonstreerden vreedzaam voor gelijke rechten en behandeling voor de Oeigoerse bevolking.

Op 5 februari 1997 demonstreerden in de straten van Gulja enkele honderden Oeigoeren tegen onderdrukking van hun cultuur en religie door de Chinese overheid. De Oeigoeren in de autonome regio Xinjiang in westelijk China zijn met acht miljoen de grootste moslimminderheid in het land. Hun vrijheid van meningsuiting en godsdienst wordt al jaren onderdrukt en ook aan deze vreedzame demonstratie werd hardhandig door Chinese veiligheidstroepen een einde gemaakt.

De dagen erna gingen de Oeigoeren opnieuw de straat op, nu om te protesteren tegen het buitensporige optreden van de veiligheidstroepen. Ook dit vreedzame protest werd uiteen geslagen; met scherp werd er op de demonstranten geschoten en opnieuw werden honderden Oeigoeren gearresteerd, waarvan een groot aantal slachtoffer werd van marteling. Naar schatting vielen er tientallen doden en vele honderden gewonden. De onrusten werd door de Chinese autoriteiten afgedaan als een daad van terrorisme en toegeschreven aan de Islamitische Beweging van Oost-Turkestan.

De bekende Oeigoerse mensenrechtenactiviste en kandidate voor de Nobelprijs Rebiya Kadeer, voor wie Amnesty al een aantal keer in actie kwam, bezocht Gulja kort na het bloedbad. Als Oeigoerse en als lid van het Chinese Nationale Volkscongres besloot zij op onderzoek te gaan in de stad. Ondanks ernstige bedreigingen van de lokale autoriteiten sprak Kadeer met Oeigoerse families over de gebeurtenissen. Haar getuigenissen kunt u lezen in het Engelstalige document.