De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Ons kenmerk AM/SAM/07/4225
Doorkiesnummer Datum 5 februari 2007
Onderwerp Rapport evaluatie pilot No-riskpolis en Actieplan
2007 Taksofrce Jeudgwerkloosheid
Hierbij bied ik u aan het onderzoeksrapport met een evaluatie van de Pilot No-riskpolis.
Tegelijkertijd stuur ik u, mede namens de Staatssecretaris van OCW, het actieplan van de
Taskforce Jeugdwerkloosheid voor 2007.
Evaluatie Pilot No-riskpolis
In mijn brief aan uw Kamer van 19 december 20051 heb ik u geïnformeerd over de pilot no-
riskpolis in drie gemeenten. Met de no-riskpolis wordt het financiële risico van werkgevers als
gevolg van verzuim door jongeren die zij aannemen op een leerbaan afgevangen. Tevens heb
ik u in die brief meegedeeld ook onderzoek te zullen doen naar het effect van deze no-
riskpolis.
Bijgevoegd onderzoeksrapport is daar het resultaat van.
De pilot in de drie gemeenten is gestart in januari 2006 en heeft gelopen tot 1 oktober 2006.
De conclusie uit het onderzoek is dat de no-riskpolis in de drie gemeenten geen bijdrage heeft
geleverd aan de toename van de instroom van jongeren op BPV-plekken:
· 658 erkende leerbedrijven in de drie gemeenten zijn aangeschreven met het aanbod voor
financiële compensatie voor de kosten van loondoorbetaling bij ziekteverzuim van jongeren
die werkgevers aannemen op een leerbaan;
· 15 bedrijven hebben zich daadwerkelijk aangemeld om in aanmerking te komen voor een
no-riskpolis. Twee bedrijven geven aan dat de hoogte van het verzuim aanleiding is geweest
om zich aan te melden. De overige 13 bedrijven hebben zich onder het motto `baat het niet dan
schaadt het niet' voor de polis aangemeld;
· De bedrijven die zich in de pilot hebben aangemeld voor de no-riskpolis geven aan dat de
polis voor hen geen reden is meer leerlingen aan te nemen of het aantal leerbanen uit te
breiden.
1 TK 2005-2006, 29544 nr. 44
Ons kenmerk AM/SAM/07/4225
De gesprekken met deze bedrijven laten zien dat voor bedrijven de belangrijkste redenen om
geen BPV-plaatsen aan te bieden aan jongeren zijn: gebrek aan motivatie van de jongeren, een
minder goede aansluiting tussen de opleiding en de praktijk, de bedrijfseconomische situatie,
het niet kunnen vinden van leerlingen en ook ervaringen uit het verleden.
Voor dit onderzoek is op twee momenten het aantal bezette BPV-plaatsen in de gemeenten
gemeten. Daarnaast zijn telefonische interviews gehouden met 33 erkende leerbedrijven
waaronder ook alle werkgevers die zich hadden aangemeld. Ook is met 7 ROC's gesproken.
Volgens de onderzoekers betreft het een relatief beperkt aantal gesprekken maar lijken de
resultaten wel indicatief, gezien de uitkomsten van andere onderzoeken.
Kort na de start van de pilot heeft uw Kamer een motie2 van de leden Van Hijum (CDA) en
Bussemaker (PvdA) aanvaard waarin de regering werd gevraagd de pilots met de no-riskpolis
uit te breiden en te koppelen aan de uitrol van het O&O Jeugdmodel door de Taskforce
Jeugdwerkloosheid. Ook hiervan is gevraagd de effecten te monitoren en evalueren.
De Taskforce Jeugdwerkloosheid heeft die uitbreiding onder de noemer 2e Kans
Beroepsonderwijs in 35 grotere gemeenten geëffectueerd.
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld heb ik hiervoor 10 miljoen euro beschikbaar gesteld3. De
Taskforce heeft met de 35 gemeenten afspraken gemaakt om in totaal 13.000 jongeren met een
no-riskpolis op een leerbaan te plaatsen.
De no-riskpolis is nog niet in alle 35 gemeenten operationeel. Op dit moment zijn 82 jongeren
met een no-riskpolis op een leerbaan geplaatst. Om de no-riskpolis succesvol te laten zijn is
medewerking van werkgevers uiteraard onontbeerlijk.
De Taskforce heeft voor de uitbreiding van de no-riskpolis een landelijke campagne gevoerd
en zij geeft op basis van praktijkervaring aan dat de interesse nu groter is dan in de pilot.
Hierdoor zal het mogelijk zijn een uitgebreider kwantitatief onderzoek op te zetten voor de no-
riskpolis in de 35 gemeenten.
Een evaluatie van de no-riskpolis in deze grotere gemeenten zal in 2007 worden uitgevoerd.
De resultaten daarvan zullen begin 2008 aan uw Kamer worden aangeboden.
Actieplan Taskforce Jeugdwerkloosheid 2007
Jaarlijks stelt de Taskforce Jeugdwerkloosheid op verzoek van de Staatssecretaris van OCW en
mij een actieplan op voor het komende jaar. In overleg met de Staatssecretaris van OCW en de
leden van de Taskforce Jeugdwerkloosheid is besloten tot formele opheffing van de Taskforce
op 1 juli 2007. Op maandag 25 juni 2007 organiseert de Taskforce een Slotevent voor al haar
bondgenoten. Dankzij de grote inzet van CWI jongerenadviseurs, de MKB actieteams,
2 TK 2005-2006, 29544 nr. 51
3 TK 2005-2006, 29544 nr. 64
---
Ons kenmerk AM/SAM/07/4225
gemeenten en werkgevers is de Taskforce erin geslaagd haar belangrijkste doelstelling te
realiseren: 40.000 jongeren hebben een jeugdbaan gevonden.
Tot aan 1 juli 2007 zet de Taskforce zich nog volledig in om het 2e Kans Beroepsonderwijs in
de 35 grotere gemeenten een structurele plaats te geven bij de bestrijding van de
jeugdwerkloosheid (zie bijgesloten de brief van de voorzitter van de Taskforce aan de
verantwoordelijke wethouders in de betreffende gemeenten). Dat betekent het versterken van
de regionale samenwerking voor een diploma, werkervaring én salaris voor 13.000 werkloze
jongeren zonder startkwalificatie.
Tegelijkertijd wil de Taskforce de mismatch op de arbeidsmarkt aanpakken. Teveel jongeren
hebben een verkeerd beroepsbeeld en maken daarom een verkeerde studie- en beroepskeuze.
Dit acht de Taskforce de belangrijkste oorzaak voor voortijdig schoolverlaten. Het zorgt voor
steeds nieuwe aanwas van de structurele jeugdwerkloosheid. Met een aantal concrete acties wil
de Taskforce op dit onderwerp een doorbraak forceren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid