Antwoord op vragen over de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba
Datum
Ons kenmerk
Antwoorden op de vragen naar aanleiding van de brief van de minister van Defensie,
mede namens de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, d.d. 27
oktober jl. houdende aanbieding van de beleidsdocumenten voor de Kustwacht voor
de Nederlandse Antillen en Aruba.
1.
Wanneer worden de patrouilleschepen, die verworven zullen worden op basis van de
Marinestudie, operationeel in de West? Blijft de inzet van een fregat als stationsschip
tot die tijd gewaarborgd? (activiteitenplan)
De nieuwe patrouilleschepen zullen vanaf eind 2009 tot 2012 worden geleverd en vanaf
midden 2010 stapsgewijs inzetbaar worden. De patrouilleschepen nemen dan onder andere
de rol van het stationsschip in de West over aangezien de uitrusting van deze schepen mede
is toegesneden op het uitvoeren van kustwachttaken. Tot die tijd worden de taken van het
stationsschip uitgevoerd met de huidige beschikbare middelen. Zo vervult het
bevoorradingsschip Hr. Ms. Zuiderkruis de taken van het stationsschip in de eerste helft van
2007.
2.
Wordt met het aantrekken van één analist de volledige behoefte om verworven
informatie te analyseren en te verrijken, ingevuld? (actviteitenplan)
Het aantrekken van een analist voor de analyse en verrijking van informatie maakt deel uit
van de bredere beleidsintensiveringen voor de Kustwacht in de periode 2004-2009 en past in
de doelstelling van Informatie Gestuurd Optreden door de Kustwacht. Daarbij hoort ook de
ingebruikneming van een walradarsysteem, alsmede twee bijbehorende analisten voor het
analyseren van de beelden van het walradarsysteem. De totale analysecapaciteit zal in 2007
binnen de Kustwacht worden ondergebracht in een aparte "Info Unit".
3.
Verricht de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba ook activiteiten in het
kader van het Proliferation Security Initiative? (activiteitenplan)
Terrorismebestrijding is een belangrijke nieuwe taak voor de Kustwacht. De Kustwacht levert
haar bijdrage enerzijds via de reguliere opsporings- en toezichthoudende activiteiten
(bestrijding van drugssmokkel, vuurwapensmokkel en illegale immigratie), anderzijds via
specifieke activiteiten, zoals de ondersteuning van de implementatie van internationale
verplichtingen ter bescherming van de zeescheepvaart en zeehavens en het helpen
Pagina 1/4
Ministerie van Defensie
Directie Juridische Zaken
Internationale en Juridische
Beleidsaangelegenheden
Datum
Ons kenmerk
opstellen, in samenwerking met andere diensten, van respons plannen voor terroristische
incidenten. Activiteiten in het kader van het PSI maken vooralsnog geen deel uit van deze
bijdrage.
4.
Klopt het dat de Fokker 60ÂŽs in de maand november van 2006 twee maal zijn
onderschept door Venezolaanse F-16ÂŽs en gedwongen zijn hun koers te verleggen?
Kan hier nadere toelichting op worden gegeven? Hoe beoordeelt het kabinet deze
incidenten in relatie tot de samenwerking met Venezuela op het terrein van de
bestrijding van de drugshandel?
In november 2006 is slechts in één geval sprake geweest van een onderschepping van een
Fokker 60 door twee Venezolaanse F-16ÂŽs tijdens een reguliere patrouillevlucht in het kader
van drugsbestrijding, nadat aanvankelijk toestemming was verleend om het Venezolaanse
luchtruim binnen te vliegen. In een ander geval werd die toestemming vooraf geweigerd.
Naar aanleiding van deze twee incidenten zijn met de Venezolaanse (militaire)
luchtvaartautoriteiten afspraken gemaakt om herhaling in de toekomst te voorkomen. De
beide incidenten doen geen afbreuk aan de operationele samenwerking tussen de Kustwacht
en haar Venezolaanse partners in het kader van drugsbestrijding.
5
Hoe verloopt de voorgenomen samenwerking met Suriname op het gebied van de
Kustwacht? Heeft Nederland reeds een projectplan van Suriname ontvangen voor de
ontwikkeling van een Kustwacht?
In oktober 2006 heeft Suriname een conferentie gehouden over regionale samenwerking in
het kader van drugsbestrijding. Aan die conferentie nam een delegatie van het Koninkrijk
deel, waarin ook een vertegenwoordiger van de Kustwacht was opgenomen. Suriname heeft
bij die gelegenheid gesteld te hechten aan meer samenwerking op het gebied van de
Kustwacht. Een projectplan voor de inrichting van een kustwacht voor Suriname is nog niet
ontvangen.
6.
Waarom is het verschil tussen het aantal geplande en gerealiseerde vlieguren van de
Lynx helikopter zo groot? Was de verminderde inzetbaarheid als gevolg van de
levensduur niet voorzien? (jaarverslag)
9.
Zal de vermindering van het aantal vlieguren met de boordhelikopter van het
stationsschip ook gelden voor de NH-90? Worden de capaciteiten van het
stationsschip om effectief tegen drugssmokkel op te treden daardoor niet erg beperkt?
(activiteitenplan)
Pagina 2/4
Ministerie van Defensie
Directie Juridische Zaken
Internationale en Juridische
Beleidsaangelegenheden
Datum
Ons kenmerk
Het aantal vlieguren van de Lynx helikopter vertoont in de afgelopen jaren een
onderrealisatie ten gevolge van verschillende redenen, zoals:
- Een beperkte beschikbaarheid van helikopters bij CZSK, onder andere door inzet
elders in de wereld, waardoor het stationsschip niet continu over een Lynx helikopter
kan beschikken;
- De niet-beschikbaarheid van de helikopter door technische storingen, mede als
gevolg van de ouderdom van deze helikopters;
- De keuze om de aflossing van het stationsschip in de winter tijdelijk niet in het
Caraïbisch gebied maar in Nederland te laten geschieden, waardoor niet permanent
een stationsschip - en daarmee een Lynx helikopter - in het operatiegebied van de
Kustwacht aanwezig is.
Uit het feit dat aan de verminderde inzet verschillende oorzaken ten grondslag hebben
gelegen, was deze niet eenvoudig te voorzien.
De structurele onderrealisatie heeft wel tot de beleidswijziging geleid om met ingang van
2006 (ref. APB 07-11) de jaarnorm voor de Lynx helikopter neerwaarts bij te stellen met 100
vlieguren tot 290 vlieguren per jaar en gelijktijdig de jaarnorm van de AS-355 helikopter met
200 vlieguren te verhogen tot 700 vlieguren per jaar. Hierdoor beschikt de Kustwacht per
saldo over 100 helikoptervlieguren meer ter compensatie van de lagere snelheid en het
kleinere bereik van de AS-355 helikopter ten opzichte van de Lynx.
Als de NH-90 beschikbaar komt als boordhelikopter van het stationsschip zal de effectiviteit
van de inzet worden geëvalueerd met het oogmerk de operationele inzet verder te
verbeteren. De effectiviteit van de boordhelikopter van het stationschip zal naar verwachting
aanzienlijk toenemen bij de vervanging van de Lynx door de NH-90 vanwege onder andere
de hogere snelheid, het grotere bereik, het aantal sensoren en de kwaliteit daarvan. Ook voor
operaties rondom de Antillen in de exclusieve visserijzone vormt de NH-90 een waardevolle
aanvulling op de AS355 helikopter.
7.
Klopt het dat het aantal extra vlieguren van de AS 355 helikopter, ter compensatie van
de 139 gemiste vlieguren van de Lynx, slechts 13 was? (Jaarverslag)
Ja. In 2005 is toestemming gegeven om met de AS-355 helikopter meer vlieguren dan de
jaarnorm te maken, teneinde de onderrealisatie van de Lynx helikopter gedeeltelijk te
compenseren. Dat uiteindelijk slechts 13 extra vlieguren zijn gerealiseerd, heeft te maken met
het feit dat de AS-355 helikopter gedurende enkele maanden 's nachts niet inzetbaar was als
gevolg van technische storingen.
Pagina 3/4
Ministerie van Defensie
Directie Juridische Zaken
Internationale en Juridische
Beleidsaangelegenheden
Datum
Ons kenmerk
8.
Op pagina 39 van het Activiteiten Plan en Begroting (APB) 2007-2011 wordt gesproken
over "de uiteindelijk grotere technische betrouwbaarheid van de superrhibs (na
aanpassingen)". Kan informatie worden gegeven over de technische problemen die
zich in 2006 met de superrhibs hebben voorgedaan? Hoeveel superrhibs waren door
die problemen niet inzetbaar en hoe lang heeft dat geduurd? Op welke wijze
zijn/worden deze problemen verholpen en wat zijn de prognoses voor de toekomst
(activiteitenplan)
De Commandant Kustwacht zal de technische problemen met de superrhibs en de
beschikbaarheid daarvan toelichten in zijn jaarverslag over 2006, dat momenteel wordt
opgesteld en na goedkeuring in de Rijksministerraad aan u zal worden toegezonden. De
Commandant zal daarin ook uiteenzetten hoe de bestaande problemen inmiddels worden
verholpen.
10.
Zullen de superrhibs op de vier te verwerven patrouilleschepen hetzelfde zijn als
degene waarmee de Kustwacht nu opereert? Wordt familievorming
overwogen?(activiteitenplan)
Bij de verwerving van superrhibs voor de patrouilleschepen wordt in beginsel zoveel mogelijk
gestreefd naar familievorming ten behoeve van synergievoordelen in de exploitatie. Daarbij
moet worden opgemerkt dat RHIB-fabrikanten doorgaans gespecialiseerd zijn in de romp van
het vaartuig en dat de bijbehorende motoren en overige apparatuur door andere partijen
worden geleverd. De mogelijke synergievoordelen worden vooral gerealiseerd op het gebied
van motoren en overige apparatuur. De keuze voor een RHIB-fabrikant en leveranciers voor
de overige onderdelen vormt onderdeel van het verwervingsproces.
11.
Waarom betaalt Aruba nu niet mee aan de interim-oplossing voor de walradars?
Voorziet de definitieve oplossing wel in een bijdrage van Aruba?
De Ministers van Justitie van de drie landen van het Koninkrijk hebben in 2004 besloten tot
de aanschaf van een walradarsysteem voor de Benedenwindse eilanden van de Nederlandse
Antillen en Aruba. Aruba heeft vervolgens ten behoeve van de interim-periode zélf een
tijdelijke voorziening getroffen voor dit walradarsysteem en draagt daarvoor ook zelf de
kosten. De Nederlandse Antillen dragen bij aan de kosten van de interim-voorziening voor
Curaçao en Bonaire. De Nederlandse Antillen en Aruba zullen ieder hun eigen aandeel
dragen in de exploitatie van het permanente walradarsysteem, dat op korte termijn door de
Kustwacht in gebruik wordt genomen.
Pagina 4/4
---- --
Ministerie van Defensie