European Union



RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

NL

P/07/7

Brussel, 31 januari 2007

5856/07 (Presse 13)

(OR. en)

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de aanstaande executie van drie Ahwazi-mannen in Iran

De Europese Unie betreurt de executie op 24 januari van vier Ahwazi-Arabieren die in Iran ter dood waren veroordeeld wegens vermeende betrokkenheid bij terroristische activiteiten in de regio Ahwaz.

De EU heeft tegenover de Iraanse autoriteiten haar verontrusting uitgesproken over het verloop van het proces dat tot deze veroordelingen heeft geleid en het feit dat de beklaagden geen toegang tot advocaten hebben gehad.

De EU roept Iran op de executies van de andere drie beklaagden te schorsen, deze mannen een eerlijk en openbaar proces toe te staan en voor volledige openheid en transparantie bij alle gerechtelijke procedures te zorgen. De EU herhaalt dat zij reeds lang tegenstander van de doodstraf in alle omstandigheden is.

De kandidaat-lidstaten Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.