ChristenUnie
ChristenUnie.nl
Nieuws
Inbreng bij regels omtrent inkomensvoorziening oudere werklozen
Inbreng bij regels omtrent inkomensvoorziening oudere werklozen
donderdag 01 februari 2007 11:03
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling
kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel voor een
inkomensvoorziening voor oudere werklozen. Deze leden onderschrijven
de noodzaak om voor oudere werklozen een aanvullend inkomen te
garanderen, omdat het voor oudere werklozen over het algemeen niet
makkelijk is om aan een nieuwe baan te komen als zij werkloos zijn
geworden op oudere leeftijd.
Gezien het gegeven dat het voor oudere werklozen moeilijk is een
nieuwe baan te vinden, vragen de leden van de ChristenUnie-fractie
aandacht voor de genoemde einddatum in het wetsvoorstel. Waarom gaat
de regeling nu al uit van een einddatum van 1 juli 2011, de datum
waarvoor een oudere werkloze ten laatste recht zou hebben op een
regeling via het IOW? Waarop baseert de minister de aanname dat het na
die datum beter zou gaan, en er meer kansen op het vinden van werk
door oudere werklozen zijn? Zou het niet beter zijn om pas bij de
evaluatie een besluit te nemen over al dan niet voortbestaan van de
IOW-regeling in plaats van nu al een einddatum noemen zonder de
toekomst te kennen?
De leden van de fractie van de ChristenUnie horen graag de mening van
de minister over het voorstel van de CG-Raad om mensen met een
volledige arbeidshandicap in de Wwb onder de werking van de IOW te
brengen. Is er aan deze groep mensen gedacht? Wat vindt de minister
van dit voorstel van de CG-Raad?
Het voorliggende voorstel is een vervolg op de wet IOAW. Het wordt de
leden van de ChristenUnie-fractie uit de MvT niet helemaal duidelijk
wat nu precies de doelstelling is van de IOW ten opzichte van de
IOAW-regeling. Kan de minister daar duidelijkheid over verschaffen?
In de MvT (pag 25) gaat de minister in op de extra uitkeringslasten
die gepaard gaan met een versoepeling van de regelgeving voor oudere
werklozen vanaf 60 jaar. De minister stelt dat deze extra lasten
beperkt zijn omdat het maar zou gaan om een groep van 250 mensen voor
de duur van gemiddeld 11 maanden. De leden van de ChristenUnie-fractie
horen graag een onderbouwing van de minister van deze cijfers. Waar is
het aantal van 250 mensen per jaar op gebaseerd, en wat is de
achtergrond van de gemiddelde duur van 11 maanden? Juist mensen van 60
jaar of ouder hebben minder kans op een baan, en zullen dus langer
afhankelijk zijn van een aanvullende uitkering. Graag een reactie van
de minister.
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn tevens benieuwd naar cijfers
over de huidige reïntegratie van oudere werklozen, temeer daar de
minister aangeeft (MvT pag 14) dat activering en bevordering van de
arbeidsparticipatie van oudere werklozen centraal staat in dit
wetsvoorstel. Kan de minister aangeven op wat voor manier deze
speciale aandacht voor de oudere werklozen vorm wordt gegeven? Kan de
minister inzicht geven in de aantallen van succesvol gereïntegreerde
oudere werklozen?