Den Haag, 01 februari 2007
Vragen van het lid Spekman (PvdA) aan de minister van Justitie
over de gelijke behandeling van Nederlanders en burgers van derde landen bij gezinshereniging
1. Bent u bekend met de uitspraak van 23 november 2006 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State , waarin wordt geoordeeld dat een beleidsregel in de Vreemdelingencirculaire, over de gelijke behandeling van Nederlanders en in Nederland wonende burgers van niet-EU landen bij gezinshereniging, in strijd is met het Vreemdelingenbesluit 2000?
2. Deelt u de overweging van onder meer de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam in haar uitspraak van 14 juli 2006 , dat het niet waarschijnlijk is dat de passage in WBV 2005/5 die diende ter implementatie van de Richtlijn gezinshereniging en waarin werd vermeld dat de richtlijn op overeenkomstige wijze wordt toegepast op gezinshereniging met Nederlanders, onbedoeld is opgenomen in de Vreemdelingencirculaire?
3. Bent u bereid de vreemdelingenregelgeving zodanig aan te passen, dat expliciet duidelijk wordt gemaakt dat Nederlanders tenminste dezelfde rechten op gezinshereniging hebben als burgers van derde landen die kunnen ontlenen aan de Richtlijn gezinshereniging?
Met vriendelijke groet,
Chantal Linnemann
Secretaresse Voorlichting
Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid
Plein 2
K 117
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Tel: 070 318 2694
Fax: 070 318 2800
c.linnemann@tweedekamer.nl
Awb nr 200604478/1
Awb nr 05/52909, zie ook de uitspraak van de rechtbank Den Haag, nevenzittingsplaats Rotterdam, van 17 juli 2006 Awb nr 05/35721
Richtlijn 2003/86/EG van 22 september 2003 van de Raad van de Europese Unie inzake het recht op gezinshereniging, PbEU d.d. 3 oktober 2003, L 251/12
Partij van de Arbeid