Infrabel verhoogt haar inspanningen om de stiptheid in 2007 te
verbeteren
30/01/2007
Infrabel, de Belgische spoorinfrastructuurbeheerder, noteerde in 2006
een daling van de stiptheid van de treinen op haar netwerk. Enkele
grote incidenten op de belangrijke spoorassen van en naar Brussel
hadden vooral tijdens de ochtend- en avondpieken een serieuze impact
op de regelmaat van het treinverkeer. Infrabel is niet tevreden met
dit resultaat en verontschuldigt zich bij de reizigers voor de
opgelopen vertragingen. Onze grootste bezorgdheid gaat uit naar de
klanten die dagelijks de trein nemen. Infrabel verhoogt haar
inspanningen om de regelmaat van het treinverkeer in 2007 te
verbeteren. Alle Infrabel-medewerkers zullen meer dan ooit alles in
het werk stellen om de reizigers elke dag opnieuw zo optimaal mogelijk
te laten reizen. Stiptheid blijft samen met veiligheid onze grootste
prioriteit.
90,6 % van de treinen op tijd
In 2006 reden 90,6 % van de treinen op tijd of met een vertraging van
5 minuten of minder. Dit is een daling van 1,3 % in vergelijking met
2005. In dit cijfer zitten ook de vertragingen die werden veroorzaakt
door externe omstandigheden waar we zelf niets aan kunnen doen zoals
persoonsongevallen, vandalisme, koperdiefstallen, gekantelde
vrachtwagens op sporen, vertragingen aan treinen vanuit naburige
spoornetten Ook de vertragingen die het gevolg zijn van grote
investeringswerken zijn hierin verrekend. Die investeringen zullen op
termijn het netwerk en de reizigers ten goede komen én zorgen voor een
verhoogde capaciteit en stipter treinverkeer.
Het beheerscontract met de overheid voorziet een mogelijke
neutralisatie voor vertragingen door externe factoren. Volgens die
normen noteerde Infrabel in 2006 een stiptheid van 94,0 % wat een
daling is van 0,8 % in vergelijking met vorig jaar. 23,7 % van de
vertragingen (in minuten) zijn een gevolg van externe factoren en
werken (t.o.v. 25,7 % in 2005); 31,7 % van de vertragingen is toe te
schrijven aan de spoorinfrastructuurbeheerder tegenover 30,0 % in 2005
én 44,6 % van de vertragingen (t.o.v. 42,0 % in 2005) is te wijten aan
de spoorwegondernemingen.
Daarenboven steeg het aantal afgeschafte treinen van 8.426 in 2005
naar 8.801 in 2006. Dit is iets minder dan 0,7 % van het totaal aantal
treinen dat jaarlijks op ons netwerk rijdt. Hiervan is 20,4 % te
wijten aan Infrabel, 53,2 % aan de belangrijkste spoorwegonderneming
en 26,3 % aan externe factoren.
Verscheidenheid aan factoren
De resultaten in 2006 werden sterk beïnvloed door een aantal grote
incidenten op de belangrijkste spoorassen van en naar Brussel met heel
wat vertragingen voor de reizigers tijdens de ochtend- en avondspits.
- Zo hebben drie uitzonderlijke incidenten in 2006 zeer belangrijke
vertragingen veroorzaakt: het spontaan in beweging gekomen leeg
treinstel in Brussel-Schuman in januari, de schade aan de
bovenleidingen van de lijn 50A Brussel-Denderleeuw in juni of vrij
recent nog in december de brand in het tractie-onderstation van
Brussel-Zuid. Deze drie voorvallen maken met andere voorvallen 0,6%
van alle incidenten uit die 28% van alle vertragingen in 2006
vertegenwoordigen.
- De vertragingen in 2006 worden onder andere veroorzaakt door de vele
onderhoudswerken en investeringen die het comfort en de veiligheid van
de reizigers en het personeel moeten vergroten. Jammer genoeg zijn
vertragingen vaak de prijs die men moet betalen voor een moderner
netwerk en een betere stiptheid in de toekomst.
- Tussen 2000 en 2005, is het aantal reizigers met ongeveer 24 %
toegenomen, en in 2006 nog eens met 6,2 % tegenover 2005. Deze
spectaculaire toename van het aantal treinreizigers heeft vooral in de
spits gevolgen voor de stiptheid, zeker ook als er belangrijke
vernieuwingswerken aan de perrons en in de stations worden uitgevoerd.
Meer reizigers betekent ook dat men meer tijd nodig heeft om in of uit
de trein te stappen.
- De uitzonderlijke grote hitte en de hevige onweders en
blikseminslagen die er vaak mee gepaard gingen, lagen vooral in de
maanden juni en juli aan de basis van heel wat vertragingen.
Stiptheid op de belangrijke assen naar Brussel
De stiptheid op vier belangrijke assen naar Brussel gaat achteruit.
Het niveau blijft behouden of er is een lichte verbetering op de
overige zes spoorassen.
De stiptheid is vooral afgenomen op de volgende lijnen:
- De stiptheid op de lijn Brussel-Antwerpen is gedaald van 88,3 % tot
86,1 %. Een daling die het gevolg is van de uitgebreide
moderniseringswerken op deze verbinding en van de beperkte
mogelijkheden door de grootschalige werken in Antwerpen-Centraal (die
trouwens klaar zullen zijn in 2007). De stiptheid op de lijn is ook
benadeeld door de vertragingen op het Nederlandse spoornet en door
enkele belangrijke incidenten, zoals een bommelding in
Antwerpen-Centraal in september.
- De stiptheid op de lijn Brussel-Denderleeuw is gedaald van 94 % tot
92,7 %. Deze resultaten zijn bijna volledig te wijten aan de slechte
resultaten van de maand juni, toen de bovenleiding op de lijn 50A
zwaar werd beschadigd ter hoogte van de vertakking
Sint-Katharina-Lombeek waardoor er geen treinen meer konden rijden en
het treinverkeer gedurende verscheidene dagen moest worden omgeleid.
- De stiptheid op de lijn Brussel-Namen heeft vooral geleden onder
enkele incidenten met zware impact zoals het leeg treinstel in
Brussel-Schuman dat in januari spontaan in beweging kwam en heel wat
schade heeft veroorzaakt; het stijgende aantal zones met
snelheidsbeperkingen (24,2 % meer dan in 2005) én de klassieke
oorzaken zoals takken in de bovenleiding, afgevallen bladeren op de
sporen én de onderhouds- en moderniseringswerken.
Lijn
2005
2006
25-27 Brussel-Antwerpen
88,3%
86,1 %
36-36C Brussel-Luik
95,1%
95,5 %
50A Brussel-Oostende
91,7%
91,7 %
50 Brussel-Denderleeuw
94,0%
92,7 %
60 Brussel-Dendermonde
96,6%
95,8 %
89 Brussel-Kortrijk
92,0%
92,2 %
94 Brussel-Doornik
92,6%
92,8 %
96 Brussel-Bergen
93,5%
93,8 %
124 Brussel-Charleroi
90,1%
90,7 %
161 Brussel-Namen
93,0%
91,1 %
TOTAAL
92,4%
92,0%
Meerjarenplan voor een verbeterde stiptheid
In februari 2006 lanceerde het directiecomité van Infrabel de eerste
acties van een meerjarenplan om de stiptheid te verbeteren. Deze
acties beogen drie doelstellingen:
- In de eerste plaats het voorkomen van storingen en incidenten op het
netwerk door de vernieuwing van de seininrichting en de bovenleiding
om deze installaties beter te beschermen tegen de extreme
weersomstandigheden zoals blikseminslag, enz.;
- Ten tweede, bvb. het inzetten van 22 snelle interventieteams, die
gespecialiseerd zijn op vlak van elektriciteit om zo de impact van
storingen te beperken;
- Ten derde is het ook de bedoeling om de info aan de reizigers over
incidenten op het spoor te verbeteren door bvb. optimaal gebruik te
maken van geluidsinstallaties in de stations en stopplaatsen én betere
informatieverspreiding in de treinen.
Om de stiptheid te verbeteren zijn het merendeel van deze geplande
acties al van toepassing of gepland voor een langere termijn. Sommige
maatregelen zijn al uitgevoerd zoals het samenbrengen van alle
verkeersleidingen in één Traffic Control (verkeerscoördinatiecentrum);
het opstellen van een noodplan om de regelmaat van het treinverkeer te
garanderen op bepaalde spoorlijnen; maar ook het plaatsen van
omroepinstallaties in alle stopplaatsen van het hele net (eerste fase
van het programma PIDAAS).
Specifieke maatregelen in 2007
We zijn ons bewust van de ongunstige resultaten in 2006 en hebben
beslist om dit jaar specifieke middelen in te zetten om de
vertragingen aan te pakken. De stiptheid is samen met de veiligheid dé
prioriteit voor Infrabel. Bovenop de vroeger getroffen maatregelen
worden er dit jaar verschillende nieuwe acties gepland op het vlak van
beheer van het treinverkeer, de veiligheid, de infrastructuur, de
opleiding van het personeel, de verspreiding van informatie enz. Het
gaat in totaal om niet minder dan 52 maatregelen (voor 2006 en 2007)
waarvan we hier de voornaamste vermelden:
- Verhoogde, blijvende inzet en waakzaamheid van al het
Infrabel-personeel op het terrein;
- Specifieke investeringen op vlak van opleiding en sensibilisatie
voor het personeel;
- Herbekijken van de investeringen en prioriteit geven aan
infrastructuurvernieuwingen die op korte termijn de stiptheid ten
goede komen;
- Optimalisatie van de dagelijkse organisatie door o.a. de inzet van
22 interventieploegen die onmiddellijk kunnen ingrijpen als er op het
terrein iets fout loopt;
- Verdere optimalisatie van de samenwerking met de NMBS en de
NMBS-Holding om respectievelijk de dienstverlening aan de reizigers én
de veiligheid in en rond de stations te verbeteren;
- Verfijning van de diverse middelen met het oog op een snelle en
correcte informatiedoorstroming naar de reizigers.
""
NMBS