Inspectie Werk en Inkomen

Invloed op re-integratie draagt bij aan succes

De manier waarop UWV arbeidsgehandicapten invloed geeft op hun re-integratie leidt tot meer maatwerk en een grotere motivatie. Hoe meer invloed iemand ervaart bij de keuze van een re-integratietraject en re-integratiebureau, des te groter de motivatie om werk te vinden. Tot die conclusie komt de Inspectie Werk en Inkomen in het rapport 'De burger aan zet'.

IWI onderzocht of herbeoordeelde WAO'ers invloed hebben op hun re-integratietraject en of deze invloed ook tot betere resultaten leidt. De gedachte hierbij is dat meer invloed leidt tot meer maatwerk en een hogere motivatie en zo bijdraagt aan het succes van re-integratie. Het onderzoek ondersteunt deze veronderstelling. Ook is gebleken dat motivatie een belangrijke factor is voor de mate waarin de afstand tot de arbeidsmarkt kleiner wordt. IWI vindt het dan ook van belang dat UWV nog meer energie steekt in het gemotiveerd krijgen en houden van cliënten, onder meer via het bevorderen van klantinvloed en het bieden van maatwerk.

Arbeidsdeskundigen van UWV en re-integratiebedrijven onderkennen het belang van klantinvloed en geven herbeoordeelde WAO'ers ruimte voor invloed op hun re-integratie. Volgens de inspectie valt hier nog wel winst te behalen. Bij herbeoordeelde WAO'ers is klantinvloed overigens moeilijker te realiseren. Dit komt omdat zij het vaak niet eens zijn met het resultaat van de herbeoordeling en vinden dat ze niet of niet meer uren kunnen werken.

De inspectie heeft ook gekeken naar het effect van klantinvloed bij de individuele re-integratie overeenkomst (IRO). Die is in 2004 in het leven geroepen, juist om cliënten meer invloed op hun re-integratie te geven. In 2006 koos bijna de helft van de gedeeltelijk arbeidsgeschikten voor een IRO. Arbeidsdeskundigen van UWV en cliënten zijn gemiddeld positiever over IRO's dan over reguliere trajecten. Cliënten die om een IRO vragen hebben gemiddeld een hogere motivatie en zelfredzaamheid. Dat kan een van de verklaringen zijn voor het succes van de IRO's.
IWI heeft geconstateerd dat arbeidsdeskundigen soms in vergelijkbare situaties verschillend omgaan met de keuze voor een regulier of IRO-traject. De inspectie vindt dat arbeidsdeskundigen bij de keuze voor een regulier of IRO-traject op meer gelijke wijze zouden moeten werken.

IWI interviewde voor het onderzoek onder meer arbeidsdeskundigen van UWV en consulenten van re-integratiebedrijven. Verder hield de inspectie een enquête onder herbeoordeelde WAO'ers.

persbericht IWI, 26 januari 2007

Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.