IP/07/76
Brussel, 24 januari 2007
Vrij verkeer van studenten: de Commissie stuurt schriftelijke aanmaningen
naar Oostenrijk en België
De Europese Commissie heeft vandaag beslist Oostenrijk en België
schriftelijke aanmaningen te sturen omdat beide landen de toegang tot het
hoger onderwijs beperken voor houders van een diploma middelbaar onderwijs
uit andere lidstaten. Beide landen hebben twee maanden tijd om de Europese
Commissie te antwoorden. De Commissie erkent de gevoeligheid van het
onderwerp van toegang tot universiteiten in verschillende lidstaten. Tewijl
zij haar positie als hoeder van het Verdrag trouw blijft, blijft zij open
staan voor een dialoog met zowel de Oostenrijkse als Belgische autoriteiten.
Voor Oostenrijk volgt de aanmaning op het arrest van het Europees Hof
van Justitie van juli 2005. Krachtens de Oostenrijkse wetgeving
moesten houders van een diploma middelbaar onderwijs uit andere
lidstaten aantonen dat ze in hun eigen land voldeden aan de
voorwaarden om tot het hoger onderwijs te worden toegelaten
(bijvoorbeeld dat ze geslaagd waren voor een toelatingsexamen).
Volgens het Hof discrimineerde de Oostenrijkse wetgeving houders van
een diploma middelbaar onderwijs uit andere lidstaten, aangezien ze
niet tot het hoger onderwijs in Oostenrijk werden toegelaten onder
dezelfde voorwaarden als houders van het gelijkwaardige Oostenrijkse
diploma (artikelen 12, 149 en 150 van het EG-Verdrag). Het Hof was
vooral van oordeel dat Oostenrijk "niet heeft aangetoond dat ... het
bestaan van het Oostenrijks onderwijsstelsel in het algemeen en het
behoud van de homogeniteit van het hoger onderwijs in het bijzonder in
gevaar zouden komen" als studenten uit andere landen (voornamelijk
Duitsland) zonder restrictieve maatregelen werden toegelaten.
Na het arrest van het Hof heeft Oostenrijk de wet op de universiteiten
twee keer provisorisch gewijzigd: de eerste keer in juli 2005 om zich
naar het arrest van het Hof te schikken, de tweede keer in juni 2006
om opnieuw beperkingen vast te stellen. Op grond van deze laatste
wetswijziging konden in sommige studierichtingen 75% van de
studieplaatsen worden gereserveerd voor studenten met een Oostenrijks
diploma middelbaar onderwijs (20% voor studenten uit andere EU-landen
en 5% voor studenten uit derde landen). Een ander decreet bepaalde dat
deze quota's tot eind 2007 voor de studierichtingen geneeskunde en
tandheelkunde moesten worden ingevoerd.
De schriftelijke aanmaning is gebaseerd op artikel 228 van het
EG-Verdrag (niet-naleving van een arrest van het Hof). Na analyse van
de tot dusver door de Oostenrijkse autoriteiten ingeroepen argumenten
vindt de Commissie in dit stadium dat Oostenrijk het arrest van het
Hof nog steeds niet naleeft. De Commissie verzoekt het land daarom
zijn standpunt toe te lichten.
In België heeft het parlement van de Franstalige Gemeenschap in juni
2006 een decreet goedgekeurd waarbij voor een aantal medische studies
70% van de studieplaatsen wordt gereserveerd voor studenten die hun
verblijfplaats in België hebben.
In de schriftelijke aanmaning stelt de Europese Commissie - om
soortgelijke redenen als in het geval van Oostenrijk - dat deze
regeling discriminerend is voor onderdanen van EU-landen die niet in
België verblijven en dat België de regeling niet met argumenten heeft
kunnen rechtvaardigen.
De situatie is nochtans anders dan in Oostenrijk: het Europees Hof van
Justitie had in juli 2004 al een arrest uitgebracht tegen een andere
discriminerende regeling in België. België had de discriminerende
regeling echter reeds in 2003 uit de wetgeving geschrapt (d.w.z.
voordat het Hof een arrest had uitgebracht) en de Commissie had de
niet-nalevingsprocedure gesloten.
Het nieuwe decreet van de Franstalige Gemeenschap, dat in 2006 is
goedgekeurd en voor het academisch jaar 2006-2007 geldt, wordt daarom
als een nieuwe inbreuk beschouwd. De schriftelijke aanmaning van de
Commissie is daarom gebaseerd op artikel 226 van het EG-Verdrag
(opening van een nieuwe procedure).
Beide lidstaten hebben twee maanden tijd om de Europese Commissie te
antwoorden.
European Union