Gemeente Hengelo

Nieuwe Start voor Hengelose oudkomers

Op 1 januari 2001 is in de vijftig grote gemeenten in Nederland het project oudkomers van start gegaan. Oudkomers zijn mensen van allochtone afkomst die niet (meer) onder de Wet Inburgering Nieuwkomers vallen en onvoldoende kennis hebben van de Nederlandse taal en samenleving. Doel van het project is het verbeteren van de maatschappelijke participatie, de taalvaardigheid en de zelfredzaamheid van oudkomers in Hengelo. Zes jaar na de start van het project blikt de gemeente Hengelo terug.

In die zes jaar is er heel wat veranderd, vertelt Celal Akca, projectmedewerker Activiteiten en Projecten van de gemeente Hengelo. Waar het in het begin pionieren was, is het project in Hengelo inmiddels uitgegroeid tot een succesverhaal.'

Mensen die zich hebben aangemeld als oudkomer, krijgen eerst een uitnodiging voor een intakegesprek met de projectmedewerker bij de gemeente Hengelo. Deze beoordeelt of de persoon in aanmerking komt voor deelname aan het project. Daarna wordt voor elke deelnemer een individueel plan van aanpak, een traject, opgesteld. Het doel hierbij is duidelijk: zo snel mogelijk aan het werk door activering van kandidaten. Wanneer werk niet direct een optie is, wordt een sociaal activerings- of een zorgtraject ingezet.

Deelnemer ondertekent certificaat

Weerbaarheid, zelfredzaamheid en positief zelfbeeld

Tijdens het traject worden er lessen op maat aangeboden aan de deelnemers. Zo worden er NT2-lessen, Nederlands als tweede taal, gegeven aan beginners en gevorderden. En voor de analfabeten zijn er speciale conversatielessen. Mensen die een duwtje in de rug nodig hebben om de arbeidsmarkt te betreden, krijgen les in werkvaardigheden. Tevens krijgt deze groep taallessen, specifiek gericht op het vakjargon en worden er praktijkstages geregeld.

Van de 64 personen die vorig jaar deelnamen aan het traject, zijn er nu nog veertig actief als vrijwilliger onder meer bij Trivium, buurthuizen, Humanitas en of Techniekmuseum Heim. Vijf personen hebben zelfs een vaste baan, vertelt Celal. Concrete werkervaring blijkt in de praktijk dus de beste garantie voor uitstroom naar regulier werk.

Oudkomers krijgen certificaat

Als dat nodig is, worden er voor de oudkomers ook extra instrumenten ingezet zoals schuldhulpverlening, kinderopvang of psychosociale hulp. Door goed te praten én te luisteren kan het toekomstperspectief van deze groep positief worden beïnvloed. Het zelfvertrouwen van de mensen groeit, waarmee ook hun zelfredzaamheid steeds groter wordt. Mensen die vroeger nooit op het station durfden te komen omdat ze de bus- en treindienstregelingen niet begrepen, zie ik na het traject zelfstandig reizen. Dat vind ik prachtig om te zien', vertelt Celal.

Een andere successleutel van het project is de actieve nazorg die wordt geboden. Na het traject wordt nog gedurende een half jaar met regelmaat contact gezocht met de oudkomers. 'Bij problemen kijken we wat we nog extra kunnen doen. Ook volgt er contact met het bedrijf of de instantie waar de betrokkene werkzaam is. Zo krijgt niet alleen de deelnemer maar ook het bedrijf of de instantie het gevoel dat er steun wordt geboden.'

Vergeten groep

Celal, die al sinds het begin van het project betrokken is geweest bij het project, komt nog met regelmaat deelnemers en oud-deelnemers tegen.Deze mensen zijn nog altijd zeer positief over het traject dat ze gevolgd hebben. Voor het traject waren ze min of meer een vergeten groep, veelal op leeftijd en soms analfabeet. Dat wij ze dan een zetje in de goede richting kunnen geven, geeft enorm veel voldoening.

In december 2006 heeft Wethouder Oude Alink voor het eerst de inburgeringscertficaten overhandigd aan de groep die in 2005 gestart is met het traject. Eind 2006 is de laatste groep oudkomers gestart met het traject; vanaf 1 januari 2007 geldt namelijk de nieuwe Wet Inburgering.

Wethouder Janneke Oude Alink, Celal Akca en Rob Stiekema met deelnemer

Met het project bereikt de gemeente Hengelo jaarlijks 60 tot 65 personen. Volgens Celal zijn het er echter veel meer, aangezien mensen in hun familiekring ook de opgedane kennis overbrengen, het zogenaamde olievlek-effect. Dat we succes hebben gehad, merk ik vooral door het verschil in werven. Waar we zes jaar geleden de eerste groep nog toegewezen moesten krijgen, komen mensen nu zelf vragen of ze alsjeblieft mee mogen doen, omdat ze van vrienden en familie zulke goede verhalen hebben gehoord!

Meer weten?

Neem contact op met Celal Akca, afdeling Wijkservice, 074-2459494.