IP/07/72
Brussel, 23 januari 2007
Commissie beoordeelt stabiliteitsprogramma´s van Duitsland, Frankrijk,
Italië, Slovenië en Nederland
In Duitsland, Frankrijk en Italië vindt een structurele aanpassing van de
begroting plaats. Dit is de conclusie van de Europese Commissie na
bestudering van hun geactualiseerde stabiliteitsprogramma´s . Wel moeten
deze landen nog meer doen om hun budgettaire
middellangetermijndoelstellingen te halen. Italië moet zijn begroting van
2007 onverkort ten uitvoer leggen om zijn buitensporige tekort te
corrigeren, en zou eigenlijk baat hebben bij een duidelijkere
aanpassingsstrategie voor de middellange termijn. Frankrijk en Duitsland
zouden de begroting ondanks de correctie van het buitensporige tekort nog
verder moeten aanpassen richting de door hen gekozen
middellangetermijndoelstelling, dit overeenkomstig het stabiliteits- en
groeipact, dat voorschrijft dat het structurele tekort in "goede tijden"
jaarlijks met meer dan 0,5% van het BBP moet verbeteren. Na bestudering van
het eerste stabiliteitsprogramma van Slovenië stelt de Commissie met
voldoening vast dat het land de noodzaak van verdere budgettaire
consolidatie inziet. Wel moet het aanpassingstempo worden opgevoerd en meer
haast worden gemaakt in de beginperiode. Nederland heeft een solide
strategie voor zijn overheidsfinanciën, maar moet wel een procyclisch beleid
in 2007 zien te vermijden.
Commissaris Joaquín Almunia, bevoegd voor economische en monetaire
aangelegenheden, zei hierover: Alle onderzochte landen hebben voor hun
overheidsfinanciën solide middellangetermijndoelen gesteld die met het
herziene stabiliteits- en groeipact stroken. De verwachting is dat
alle landen in de komende jaren vooruitgang boeken. In de beoordeling
wordt echter ook gewezen op een aantal gevaren waardoor Duitsland,
Frankrijk, Italië en Slovenië hun begrotingsdoelstellingen misschien
níet halen. Voor deze landen is het zaak te de vooruitzichten op een
forse groei aan te grijpen om een zodanige aanpassing te verrichten
dat deze voldoet aan de benchmark van het pact die inhoudt dat er
jaarlijks een structurele verbetering met 0,5 procentpunt van het BBP
plaatsvindt. Er mag niet opnieuw dezelfde fout worden gemaakt,
namelijk dat voor een verbetering van de budgettaire resultaten vooral
wordt vertrouwd op de gunstige conjunctuur en de daarmee gepaard
gaande stijging van de ontvangsten, zoals in het verleden is gebeurd.
DUITSLAND
Duitsland heeft op 30 november een nieuwe actualisering van zijn
stabiliteitsprogramma ingediend. Dit programma bestrijkt de periode
2006-2010.
Het macro-economische scenario lijkt tot 2008 plausibel en voor de
jaren daarna minder plausibel (zie de bijgevoegde tabellen voor de
budgettaire en groeiprognoses van de betrokken landen). Daar de
belastingontvangsten in 2006 als gevolg van de groei onverwacht hoog
zijn uitgevallen, wordt in het programma al voor 2006, één jaar eerder
dan de termijn die de Raad voor de correctie van het buitensporige
tekort gesteld had, gerekend op een tekort dat ruim onder de 3% van
het BBP ligt. In vergelijking met de vorige actualisering zijn de
begrotingsdoelstellingen over alle jaren verbeterd. In 2008 vindt er
evenwel geen aanpassing plaats. Ook stelt Duitsland zich tot doel de
begroting op middellange termijn structureel, dat wil zeggen
conjunctuurgezuiverd en zonder eenmalige en tijdelijke maatregelen,
sluitend te krijgen (dit is de zogeheten
middellangetermijndoelstelling ofwel MTD), maar dit doel zal pas na de
programmaperiode worden bereikt.
Al met al is de Commissie van oordeel dat het buitensporige tekort in
2006 dan wel gecorrigeerd is, maar dat de budgettaire doelstellingen
na 2007 gevaar lopen vanwege bijvoorbeeld de uitgaven in de sociale
zekerheid en de voor 2008 beoogde hervorming van de
vennootschapsbelasting. Daarom moet meer vaart worden gezet achter de
aanpassing richting de MTD zodat deze met name voor 2008 strookt met
het pact. Het is niet uitgesloten dat de schuldquote van rond de 68%
in 2006 in de programmaperiode niet voldoende daalt. Duitsland blijft
een middelgroot risico lopen wat de houdbaarheid van de
overheidsfinanciën op lange termijn betreft.
Daarom zou de Raad Duitsland moeten verzoeken om: i) te profiteren van
de economisch "goede tijden" en een omvangrijkere structurele
aanpassing richting de MTD voor 2008 en de jaren daarna te verrichten
door de uitgaven strak in de hand te houden en er tegelijk voor te
zorgen dat de budgettaire consolidatie door de aangekondigde
hervorming van de vennootschapsbelasting niet in gevaar komt; ii) met
het oog op de omvang van de schuld en de verwachte stijging van
leeftijdsgerelateerde uitgaven de houdbaarheid van de
overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren door de MTD te halen
en met name in de gezondheidszorg hervormingen door te voeren; en
tevens iii) het budgettaire kader te verbeteren om de budgettaire
discipline op alle overheidsniveaus met name via uitvoering van de
plannen voor de tweede fase in de hervorming van het federale stelsel
aan te scherpen.
FRANKRIJK
Frankrijk heeft op 6 december 2006 een nieuwe actualisering van zijn
stabiliteitsprogramma ingediend. Dit programma bestrijkt de periode
2006-2010.
Op basis van een plausibel macro-economisch scenario wordt ervan
uitgegaan dat in 2010 een sluitende begroting en een schuldquote van
minder dan 60%, de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde, worden
gerealiseerd. Er wordt gerekend op een gestage daling van het nominale
tekort van 2,7% in 2006 naar 0% van het BBP in 2010, die echter met
name in de laatste jaren van de programmaperiode plaatsvindt. De MTD
is een structureel sluitende begroting in 2010.
Al met al wordt in het programma na de correctie van het buitensporige
tekort, die de Raad naar verwachting op 30 januari 2007 zal
bekrachtigen , bij een sterke groei van de ontvangsten voorrang
gegeven aan schuldreductie en wordt de MTD stap voor stap gerealiseerd
via een aanpassing van de uitgaven. Behalve voor 2007 is het uit het
programma blijkende aanpassingstempo richting de MTD in grote lijnen
in overeenstemming met het stabiliteits- en groeipact, dat een
gemiddelde jaarlijkse verbetering met 0,5% van het BBP voorschrijft.
Met name in de laatste jaren bestaat er echter gevaar dat de
budgettaire doelstellingen niet worden gehaald. Ook wordt de MTD
gezien de in het programma uitgestippelde begrotingskoers in 2010
mogelijk niet gehaald. Gezien de omvang van de overheidsschuld, die
ruim boven de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60% van
het BBP ligt, en gezien de toekomstige uitgaven in verband met de
vergrijzing lijkt Frankrijk een middelgroot risico te lopen wat de
houdbaarheid van de overheidsfinanciën betreft.
Daarom zou de Raad Frankrijk moeten verzoeken om: i) de vooruitzichten
op een forse groei alsook het gunstige basiseffect als gevolg van een
meevallend groeiresultaat over 2006 aan te grijpen om de aanpassing
richting de MTD naar de beginperiode en met name naar 2007 te
verschuiven waardoor de MTD aan het eind van de periode kan worden
gehaald, en daarmee de schuld te reduceren en de houdbaarheid van de
overheidsfinanciën op lange termijn te verbeteren; en tevens ii) het
toezicht op en de handhaving van de begrotingsregelgeving voor alle
subsectoren van de overheid te intensiveren om ervoor te zorgen dat de
ambitieuze plafonds voor de meerjarenuitgaven in acht worden genomen.
ITALIË
Italië heeft op 4 december 2006 een nieuwe actualisering van zijn
stabiliteitsprogramma ingediend. Dit programma bestrijkt de periode
2006-2011.
Op basis van een plausibel macro-economisch scenario wordt gestreefd
naar een correctie van het buitensporige tekort in 2007, zoals de Raad
ook heeft aanbevolen in juli 2005. In de prognose van een tekort van
5,7% van het BBP in 2006 is rekening gehouden met de kwijtschelding
van de schuld van de nationale spoorwegen, een overheidsbedrijf, in
verband met het nationale hogesnelheidsproject (0,9% van het BBP) en
met het door het Europees Hof van Justitie gewezen btw-arrest inzake
bedrijfsauto´s (1,3%). Het resultaat heeft geen gevolgen voor dit jaar
of de jaren daarop. Voorts wijzen de beschikbare gegevens op een
meevallend resultaat over 2006. Vanaf 2007 blijven de budgettaire
resultaten ten opzichte van de vorige actualisering van het programma
relatief ongewijzigd. Italiës MTD is een structureel sluitende
begroting in 2011.
Al met al strookt het programma in grote lijnen met de doelstelling om
het buitensporige tekort in 2007 te corrigeren, mits de begroting van
2007 onverkort en doeltreffend ten uitvoer wordt gelegd. Voor de
periode na 2007 sluit de beoogde aanpassing aan bij de vereisten van
het stabiliteits- en groeipact, waarmee de MTD aan het eind van de
programmaperiode binnen bereik komt. Wel ontbreekt nadere informatie
over de aanpassingsstrategie, hetgeen op zich een risico voor de
verwezenlijking van de budgettaire doelstellingen voor de jaren na
2007 vormt en een adequate beoordeling van de consolidatiestrategie
bemoeilijkt. Met een zeer hoge schuldquote, maar budgettaire
vergrijzingskosten die - mits de vastgestelde pensioenhervormingen
onverkort ten uitvoer worden gelegd - minder sterk zullen stijgen dan
gemiddeld in de EU het geval is, loopt Italië een middelgroot risico
wat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn
betreft.
Daarom zou de Raad Italië moeten verzoeken om: i) de beoogde
budgettaire consolidatie in 2007 te verwezenlijken om het
buitensporige tekort overeenkomstig de aanbeveling van de Raad in het
kader van artikel 104, lid 7, te corrigeren; ii) na de correctie van
het buitensporige tekort zoveel vooruitgang richting de MTD te boeken
dat deze aan het einde van de programmaperiode wordt gehaald, en de
schuldquote navenant terug te dringen; iii) gezien de zeer hoge schuld
de vastgestelde pensioenhervormingen onverkort ten uitvoer te leggen
om een forse stijging van leeftijdsgerelateerde uitgaven te voorkomen;
en tevens iv) het begrotingsproces te verbeteren door dit
transparanter te maken, een begrotingsstrategie met een langer
tijdsperspectief uit te stippelen en toezicht- en
beheersingsmechanismen voor de uitgaven, met name die in de
gezondheidszorg, effectief toe te passen.
NEDERLAND
Nederland heeft op 22 november 2006 een nieuwe actualisering van zijn
stabiliteitsprogramma ingediend. Dit programma bestrijkt de periode
2006-2009.
Op basis van een voor 2007 plausibel en voor de jaren daarna
voorzichtig macro-economisch scenario wordt gestreefd naar een
begrotingsoverschot van 0,9% in 2009. In vergelijking met de vorige
actualisering van het stabiliteitsprogramma ligt het overheidssaldo op
een duidelijk hoger niveau. Dit komt met name doordat de opbrengsten
uit de gasverkoop hoger blijven uitvallen en de macro-economische
situatie in 2005 en de vooruitzichten voor 2006 zijn verbeterd.
Recentere gegevens wijzen erop dat het uiteindelijke budgettaire
resultaat over 2006 nog gunstiger uitvalt. Evenals in de vorige
actualisering van het stabiliteitsprogramma is de in het programma
gepresenteerde MTD een structureel tekort van 0,5% à 1% van het BBP.
Al met al is er sprake van een solide budgettaire
middellangetermijnpositie. De mogelijkheid dat de huidige
gasopbrengsten niet zo hoog blijven, vormt een aanzienlijk risico,
maar al met al houden de risico´s voor de verwezenlijking van de
budgettaire doelstellingen elkaar min of meer in evenwicht. De in het
programma uitgestippelde begrotingskoers lijkt toereikend om de MTD in
de gehele programmaperiode vast te houden. Niettemin bestaat er gevaar
dat het begrotingsbeleid in 2007 procyclisch uitpakt. De schuldquote
bedraagt circa 50% van het BBP en Nederland lijkt weinig risico te
lopen wat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën betreft.
Daarom zou de Raad Nederland moeten verzoeken om in 2007 en daarna een
sterke structurele positie vast te houden en daarmee een procyclisch
begrotingsbeleid in goede tijden te vermijden.
SLOVENIË
Op 7 december 2006 heeft Slovenië, dat de euro op 1 januari heeft
ingevoerd, zijn eerste stabiliteitsprogramma ingediend^ . Dit
programma bestrijkt de periode 2006-2009.
Op basis van een plausibel macro-economisch scenario hanteert Slovenië
een structureel tekort van 1% van het BBP in 2009 als MTD. De
aanpassing vindt grotendeels in het laatste jaar van het programma
plaats.
Al met al erkent het programma dat een beteugeling van de inflatiedruk
en een voortzetting van de budgettaire consolidatie noodzakelijk zijn
om de economie veerkrachtig te houden, maar zou het meer ambitie mogen
tonen en zou de MTD sneller gerealiseerd mogen worden. Het structurele
saldo verbetert met slechts ¼% van het BBP in de programmaperiode,
hoewel de economie goede tijden doormaakt en het stabiliteits- en
groeipact dan een grotere aanpassing verlangt van de landen in het
eurogebied. De aan de begrotingsprognoses verbonden risico's lijken
elkaar voor 2007 en 2008 min of meer in evenwicht te houden, maar in
2009 kan het begrotingsresultaat slechter uitvallen. Het is daarom
niet uitgesloten dat de in het programma uitgestippelde
begrotingskoers niet volstaat om de MTD in 2009 te halen. De schuld
ligt onder de 30% van het BBP, maar de budgettaire vergrijzingskosten
zullen naar verwachting na 2020 sterk stijgen, waardoor Slovenië een
groot risico loopt wat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op
lange termijn betreft.
Daarom zou de Raad Slovenië moeten verzoeken om: i) het gunstige
economische klimaat aan te grijpen om de MTD sneller te verwezenlijken
door de grootste aanpassingsinspanningen in de beginfase van het
programma te leveren; en tevens ii) in het licht van de verwachte
toename van de leeftijdsgerelateerde uitgaven, de houdbaarheid van de
openbare financiën op lange termijn te verbeteren door de lopende
pensioenhervorming kracht bij te zetten met aanvullende maatregelen
die er in het bijzonder op gericht zijn de arbeidsparticipatie van
oudere werknemers te verhogen en de ontwikkeling van particuliere
pensioenspaarregelingen aan te moedigen.
De landenspecifieke beoordelingen van de Commissie zijn te vinden op:
http://ec.europa.eu/economy_finance/about/activities/sgp/country/docty
pe/ca_en.htm
DUITSLAND
Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire
prognoses
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Reëel BBP
(Verandering in %)
SP nov 2006
0,9
2,3
1,4
1 ¾
1 ¾
1 ¾
COM nov 2006
0,9
2,4
1,4
2,0
--
--
SP feb 2006
0,9
1 ½
1
1 ¾
1 ¾
--
HICP-inflatie
(%)
SP nov 2006
--
--
--
--
--
--
COM nov 2006
1,9
1,8
2,2
1,2
--
--
SP feb 2006
--
--
--
--
--
--
Output gap
(% van het potentiële BBP)
SP nov 2006^1
-1,2
-0,3
-0,3
-0,2
0,0
0,0
COM nov 2006^5
-1,3
-0,2
-0,4
0,1
--
--
SP feb 2006^1
-0,9
-0,7
-1,1
-0,7
-0,4
--
Overheidssaldo
(% van het BBP)
SP nov 2006
-3,2
-2,1
-1 ½
-1 ½
-1
-½
COM nov 2006
-3,2
-2,3
-1,6
-1,2
--
--
SP feb 2006
-3,3
-3,3
-2 ½
-2
-1 ½
--
Primair saldo
(% van het BBP)
SP nov 2006
-0,5
1/2
1
1
1 ½
2
COM nov 2006
-0,5
0,4
1,1
1,5
--
--
SP feb 2006
-0,5
- ½
½
1 ¼
1 ½
--
Conjunctuurgezuiverd saldo
(% van het BBP)
SP nov 2006^1
-2,6
-2,0
-1,5
-1,5
-1,0
-0,6
COM nov 2006
-2,6
-2,2
-1,4
-1,2
--
--
SP feb 2006^1
-2,9
-2,9
-1,8
-1,5
-1,1
--
Structureel saldo2
(% van het BBP)
SP nov 2006^3
-2,7
-2,0
-1,5
-1,5
-1,0
-0,6
COM nov 2006^4
-2,7
-2,2
-1,4
-1,2
--
--
SP feb 2006
-3,0
-2,9
-1,8
-1,5
-1,1
--
Bruto overheidsschuld
(% van het BBP)
SP nov 2006
67,9
67,9
67
66 ½
65 ½
64 ½
COM nov 2006
67,9
67,8
67,7
67,3
--
--
SP feb 2006
67 ½
69
68 ½
68
67
--
Noten:
1Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het
programma voorkomende informatie.
2Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de voorgaande rijen), ongerekend
eenmalige en tijdelijke maatregelen.
3Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit het programma (met een
tekortverhogend effect van 0,1% van het BBP in 2005).
4Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit de najaarsprognoses 2005 van
de diensten van de Commissie (met een tekortvermeerderend effect van
0,1% van het BBP in 2005).
5Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 1,2%,
1,3%, 1,4% en 1,4% in de periode 2005-2008.
Bronnen:
Stabiliteitsprogramma; economische najaarsprognoses 2006 van de
diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de
Commissie.
FRANKRIJK
Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire
prognoses
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Reëel BBP
(Verandering in %)
SP dec 2006
1,2
2,0-2,5
2,0-2,5
2 ¼
2 ¼
2 ¼
COM nov 2006
1,2
2,2
2,3
2,1
n.b.
n.b.
SP jan 2006
1,5-2,0
2,0-2,5
2 ¼
2 ¼
2 ¼
n.b.
HICP-inflatie
(%)
SP dec 2006
1,9
2,0
1,9
1 ¾
1 ¾
1 ¾
COM nov 2006
1,9
2,0
1,8
1,9
n.b.
n.b.
SP jan 2006
1,9
1,8
1 ¾
1 ¾
1 ¾
n.b.
Output gap
(% van het potentiële BBP)
SP dec 2006^1
-0,8
-0,6
-0,6
-0,5
-0,4
-0,3
COM nov 2006^5
-0,8
-0,8
-0,7
-0,9
n.b.
n.b.
SP jan 2006^1
-0,5
-0,4
-0,6
-0,8
-0,9
n.b.
Overheidssaldo
(% van het BBP)
SP dec 2006
-2,9
-2,7
-2,5
-1,8
-0,9
0,0
COM nov 2006
-2,9
-2,7
-2,6
-2,2
n.b.
n.b.
SP jan 2006
-3,0
-2,9
-2,6
-1,9
-1,0
n.b.
Primair saldo
(% van het BBP)
SP dec 2006
-0,2
-0,1
0,1
0,7
1,7
2,5
COM nov 2006
-0,2
-0,1
0,0
0,4
n.b.
n.b.
SP jan 2006
-0,3
-0,3
0,0
0,6
1,6
n.b.
Conjunctuurgezuiverd saldo
(% van het BBP)
SP dec 2006^1
-2,5
-2,4
-2,2
-1,6
-0,7
0,2
COM nov 2006
-2,5
-2,3
-2,3
-1,8
n.b.
n.b.
SP jan 2006^1
-2,8
-2,7
-2,3
-1,5
-0,6
n.b.
Structureel saldo2
(% van het BBP)
SP dec 2006^3
-3,0
-2,5
-2,2
-1,6
-0,7
0,2
COM nov 2006^4
-3,1
-2,6
-2,3
-1,8
n.b.
n.b.
SP jan 2006
-3,3
-2,9
-2,3
-1,5
-0,6
n.b.
Bruto overheidsschuld
(% van het BBP)
SP dec 2006
66,6
64,6
63,6
62,6
60,7
58,0
COM nov 2006
66,6
64,7
63,9
63,3
n.b.
n.b.
SP jan 2006
65,8
66,0
65,6
64,6
62,8
n.b.
Noten:
1Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het
programma voorkomende informatie.
2Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de voorgaande rijen), ongerekend
eenmalige en tijdelijke maatregelen.
3Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit het programma (0,5% van het
BBP in 2005 en 0,1% in 2006, daarna 0% , alle met een
tekortverminderend effect).
4Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit de najaarsprognoses 2006 van
de diensten van de Commissie (0,6% van het BBP in 2005 en 0,2% in
2006, daarna 0%, alle met een tekortverminderend effect).
5Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 2,0%,
2,2%, 2,2% en 2,3% in de periode 2005-2008.
Bronnen:
Stabiliteitsprogramma; economische najaarsprognoses 2006 van de
diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de
Commissie.
ITALIË - Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en
budgettaire prognoses
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Reëel BBP
(Verandering in %)
SP dec 2006
0,0
1,6
1,3
1,5
1,6
1,7
1,7
COM nov 2006
0,0
1,7
1,4
1,4
n.b.
n.b.
n.b.
SP dec 2005
0,0
1,5
1,5
1,7
1,8
n.b.
n.b.
HICP-inflatie
(%)
SP dec 2006
2,2
2,2
2,1
1,7
1,5
1,5
1,5
COM nov 2006
2,2
2,3
2,0
1,9
n.b.
n.b.
n.b.
SP dec 2005
2,3
2,3
2,2
2,0
2,0
n.b.
n.b.
Output gap
(% van het potentiële BBP)
SP dec 2006^1
-1,3
-0,9
-0,9
-0,8
-0,7
-0,5
-0,5
COM nov 2006^5
-1,4
-1,0
-1,0
-1,1
n.b.
n.b.
n.b.
SP dec 2005^1
-1,5
-1,2
-1,0
-0,8
-0,6
n.b.
n.b.
Overheidssaldo
(% van het BBP)
SP dec 2006^7
-4,1
-5,7
-2,8
-2,2
-1,5
-0,7
0,1
COM nov 2006
-4,1
-4,7
-2,9
-3,1
n.b.
n.b.
n.b.
SP dec 2005
-4,3
-3,5
-2,8
-2,1
-1,5
n.b.
n.b.
Primair saldo6
(% van het BBP)
SP dec 2006^7
0,7
-0,9
2,2
2,8
3,4
4,2
5,0
COM nov 2006
0,5
-0,1
1,8
1,7
n.b.
n.b.
n.b.
SP dec 2005
0,6
1,3
1,9
2,6
3,2
n.b.
n.b.
Conjunctuurgezuiverd saldo
(% van het BBP)
SP dec 2006^1 7
-3,5
-5,3
-2,3
-1,8
-1,2
-0,4
0,3
COM nov 2006
-3,4
-4,1
-2,4
-2,5
n.b.
n.b.
n.b.
SP dec 2005^1
-3,5
-2,9
-2,3
-1,7
-1,2
n.b.
n.b.
Structureel saldo2
(% van het BBP)
SP dec 2006^1 3
-4,0
-3,9
-2,5
-1,9
-1,2
-0,4
0,3
COM nov 2006^4
-3,9
-3,6
-2,5
-2,6
n.b.
n.b.
n.b.
SP dec 2005^1
-4,1
-3,2
-2,3
-1,7
-1,2
n.b.
n.b.
Bruto overheidsschuld
(% van het BBP)
SP dec 2006
106,6
107,6
106,9
105,4
103,5
100,7
97,8
COM nov 2006
106,6
107,2
105,9
105,7
n.b.
n.b.
n.b.
SP dec 2005
108,5
108,0
106,1
104,4
101,7
n.b.
n.b.
Noten:
1Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het
programma voorkomende informatie
2Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de voorgaande rijen), ongerekend
eenmalige en tijdelijke maatregelen
3Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit het programma (0,5% van het
BBP in 2005, 0,1% in 2007 en 2008, met een tekortverminderend effect.
In 2006: 1,4% van het BBP met een tekortverhogend effect)
4Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit de najaarsprognoses 2006 van
de diensten van de Commissie (0,,5% van het BBP in 2005, 0,1% in 2007
en 2008, met een tekortverminderend effect. In 2006: 0,5% van het BBP
met een tekortverhogend effect).
5Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 1,2%,
1,3%, 1,4% en 1,5% in de periode 2005-2008.
6Gegevens over het primaire saldo in het programma en in de prognoses
van de diensten van de Commissie zijn niet rechtstreeks met elkaar
vergelijkbaar omdat IGDFI verschillend worden behandeld. De gegevens
in het programma volgen de definities van de gedragscode. Om te kunnen
worden vergeleken met de gegevens in het programma, moeten de gegevens
van de Commissie over het primaire saldo opwaarts worden bijgesteld
met circa 0,2% van het BBP.
7 De begrotingsgegevens in het programma voor 2006 zijn gewijzigd.
Daarin zijn nu uitgaven opgenomen in de orde van grootte van 0,9% van
het BBP die voortvloeien uit de in het stabiliteitsprogramma
aangekondigde en met de laatste wijziging in de begrotingswet 2007
goedgekeurde kwijtschelding door de overheid van de schuld van de
spoorwegen in verband met het hogesnelheidsproject.
Bronnen:
Stabiliteitsprogramma; economische najaarsprognoses 2006 van de
diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de
Commissie.
NEDERLAND
Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en budgettaire
prognoses
2005
2006
2007
2008
2009
Reëel BBP
(Verandering in %)
SP nov 2006
1,5
3¼
3
1¾
1¾
COM nov 2006
1,5
3,0
2,9
2,6
n.b.
SP dec 2005
¾
2½
2½
2¼
n.b.
HICP-inflatie
(%)
SP nov 2006
1,5
1½
1¾
1¾
1¾
COM nov 2006
1,5
1,6
1,8
2,3
n.b.
SP dec 2005
1,5
1,5
1,1
n.b.
n.b.
Output gap
(% van het potentiële BBP)
SP nov 2006^1
-1,9
-0,5
0,6
0,6
0,3
COM nov 2006^5
-2,0
-1,2
-0,4
0,0
n.b.
SP dec 2005^1
-2,3
-1,5
-0,9
-0,6
n.b.
Overheidssaldo
(% van het BBP)
SP nov 2006
-0,3
0,1
0,2
0,3
0,9
COM nov 2006
-0,3
0,0
0,1
0,3
n.b.
SP dec 2005
-1,2
-1,5
-1,2
-1,1
n.b.
Primair saldo
(% van het BBP)
SP nov 2006
2,1
2,4
2,4
2,4
2,9
COM nov 2006
2,1
2,3
2,3
2,3
n.b.
SP dec 2005
1,4
1,1
1,4
1,5
n.b.
Conjunctuurgezuiverd saldo
(% van het BBP)
SP nov 2006^1
0,8
0,4
-0,1
0,0
0,7
COM nov 2006
0,9
0,6
0,4
0,3
n.b.
SP dec 2005^1
0,0
-0,7
-0,6
-0,6
n.b.
Structureel saldo2
(% van het BBP)
SP nov 2006^3
0,8
0,4
-0,1
0,0
0,4
COM nov 2006^4
0,9
0,6
0,4
0,3
n.b.
SP dec 2005
0,0
-0,7
-0,6
-0,6
n.b.
Bruto overheidsschuld
(% van het BBP)
SP nov 2006
52,7
50,2
47,9
46,3
44,2
COM nov 2006
52,7
50,5
47,8
45,4
n.b.
SP dec 2005
54,4
54,5
53,9
53,1
n.b.
Noten:
1Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het
programma voorkomende informatie.
2Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de voorgaande rijen), ongerekend
eenmalige en tijdelijke maatregelen.
3Eenmalige en tijdelijke maatregelen uit het programma (0,3% van het
BBP in 2009, met een tekortverminderend effect).
4Er zijn geen eenmalige en tijdelijke maatregelen in de
najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie opgenomen.
5Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 1,9%,
2,1%, 2,2% en 2,1% in de periode 2005-2008.
Bronnen:
Stabiliteitsprogramma; economische najaarsprognoses 2006 van de
diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de
Commissie.
SLOVENIË - Vergelijking van de belangrijkste macro-economische en
budgettaire prognoses
2005
2006
2007
2008
2009
Reëel BBP
(Verandering in %)
SP dec 2006
4,0
4,7
4,3
4,2
4,1
COM nov 2006
4,0
4,8
4,2
4,5
n.b.
CP dec 2005
3,9
4,0
4,0
3,8
n.b.
HICP-inflatie
(%)
CP dec 2006
2,5
2,7
2,7
2,5
2,2
COM nov 2006
2,5
2,5
2,5
2,6
n.b.
CP dec 2005
2,2
1,5
2,2
2,5
n.b.
Output gap
(% van het potentiële BBP)
CP dec 2006
-1,2
-0,5
-0,3
-0,1
0,3
COM nov 2006^5
-1,1
-0,3
0,0
0,4
n.b.
CP dec 2005
-1,2
-0,7
-0,3
0,0
n.b.
Overheidssaldo6
(% van het BBP)
CP dec 2006
-1,4
-1,6
-1,5
-1,6
-1,0
COM nov 2006
-1,4
-1,6
-1,6
-1,5
n.b.
CP dec 2005
-1,7
-1,7
-1,4
-1,0
n.b.
Primair saldo6
(% van het BBP)
CP dec 2006
0,4
0,1
-0,1
-0,3
0,3
COM nov 2006
0,3
-0,1
-0,2
-0,3
n.b.
CP dec 2005
-0,2
-0,3
-0,1
0,2
n.b.
Conjunctuurgezuiverd saldo6
(% van het BBP)
CP dec 2006
-0,9
-1,4
-1,4
-1,6
-1,1
COM nov 2006
-0,9
-1,5
-1,6
-1,7
n.b.
CP dec 2005
-1,2
-1,4
-1,3
-1,0
n.b.
Structureel saldo2 6
(% van het BBP)
CP dec 2006
-0,9
-1,4
-1,4
-1,6
-1,1
COM nov 2006^4
-0,9
-1,5
-1,6
-1,7
n.b.
CP dec 2005
-0,4
-1,4
-1,4
-1,0
n.b.
Bruto overheidsschuld^6
(% van het BBP)
CP dec 2006
28,0
28,5
28,2
28,3
27,7
COM nov 2006
28,0
28,4
28,0
27,6
n.b.
CP dec 2005
29,0
29,6
29,8
29,4
n.b.
Noten:
1Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het
programma voorkomende informatie.
2Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de voorgaande rijen), ongerekend
eenmalige en tijdelijke maatregelen.
3Er zijn geen eenmalige en andere tijdelijke maatregelen in het
programma opgenomen.
4Er zijn geen eenmalige en andere tijdelijke maatregelen in de
najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie opgenomen.
5Op basis van een geraamde potentiële groei van 3,8% in 2005 en 4% in
2006-2008.
Bronnen:
Convergentie-/stabiliteitsprogramma (CP/SP); Economische
najaarsprognoses 2006 van de diensten van de Commissie (COM);
berekeningen van de diensten van de Commissie.
---
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over
versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op
en de coördinatie van het economisch beleid (gewijzigd bij
Verordening (EG) nr. 1055/2005) moeten de lidstaten elk jaar
geactualiseerde macro-economische en budgettaire prognoses indienen.
Dergelijke actualiseringen worden stabiliteitsprogramma´s genoemd voor
de landen die de euro hebben ingevoerd, en convergentieprogramma´s
voor de landen die dat nog niet hebben gedaan. Deze verordening wordt
ook wel het "preventieve deel" van het stabiliteits- en groeipact
genoemd.
Zie persbericht IP/06/1646 van 29 november 2006 over de
aanbeveling van de Commissie om de buitensporigtekortprocedure ten
aanzien van Frankrijk in te trekken.
Dit overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1466/97 van
de Raad, dat bepaalt dat een lidstaat die de euro invoert, binnen zes
maanden na het besluit van de Raad betreffende zijn deelneming aan de
euro, een stabiliteitsprogramma moet indienen.
European Union