Amsterdam, 23 januari 2007
Strafrechtelijke vervolging van E. de Vlieger
Het Openbaar Ministerie te Amsterdam heeft besloten de heer E. de
Vlieger te vervolgen voor betrokkenheid bij afpersing en bedreiging.
Deze beslissing is inmiddels aan verdachte en zijn raadsman
medegedeeld.
In 2002 werd door de voormalig eigenaar van een Amsterdams café
aangifte gedaan van afpersing. Aangever verklaarde dat hij door een
aantal personen, waaronder De Vlieger, zodanig bedreigd was, dat hij
uiteindelijk gedwongen werd afstand te doen van zijn horecabedrijf aan
het Leidseplein te Amsterdam.
Naar aanleiding van deze verklaring werd een uitvoerig onderzoek door
de Amsterdamse politie gestart onder leiding van het
arrondissementsparket Amsterdam. Tijdens dit onderzoek, met de naam
Madras, kwamen dermate veel aanwijzingen naar boven voor de
betrokkenheid van De Vlieger, dat hij als verdachte werd aangemerkt.
Daarop is de heer De Vlieger uitgenodigd voor verhoor en op 24 januari
2005 aangehouden. Na verhoor werd De Vlieger op 27 januari 2005
heengezonden. Wel bleef hij verdachte in deze zaak.
Op 6 december 2006 werd een medeverdachte van de Vlieger onder meer
voor deze zaak door de rechtbank reeds veroordeeld wegens het
medeplegen van afpersing tot 8 jaar gevangenisstraf.
De Vlieger wordt tevens vervolgd voor betrokkenheid bij de bedreiging
van een tweede slachtoffer.
Naast De Vlieger wordt in ieder geval nog een andere verdachte
vervolgd wegens betrokkenheid bij afpersing en bedreiging in dit
onderzoek. Voor wat betreft een derde verdachte zal op een later
tijdstip een vervolgingsbeslissing worden genomen.
Aan de heer De Vlieger en die andere verdachte is inmiddels een brief
gestuurd waarin hen is medegedeeld dat zij zullen worden vervolgd.
Op dit moment is nog niet te zeggen wanneer de zaken aan de rechtbank
zullen worden voorgelegd.