Speech staatssecretaris bij de opening van de tentoonstelling "De 1000e
trekking, 280 jaar Staatsloterij".
toespraak | 01-06-2006 | den haag, Staatssecretaris
Dames en heren, geachte aanwezigen,
(1. Opening en intro)
Dit kansspelmuseum herbergt een indrukwekkende hoeveelheid
geschiedenis over het fenomeen loterijen, en specifiek - wat vroeger
wel genoemd werd - de " vrijwillige belastingvorm" van de
staatsloterij.
De bewaarster van al dat erfgoed, mevrouw Van der Lande, heeft er een
indrukwekkende taak aan om uit al het beschikbare, bij tijd en wijle
een nieuwe tentoonstelling samen te stellen.
Zo'n vijf jaar geleden opende voormalig staatssecretaris de heer
Wouter Bos, de tentoonstelling met als titel "1726, Staatsloterij van
Start".
We weten dus dat het jaar 1726 startjaar was. Maar wat is er sindsdien
in Nederland, en met de Staatsloterij gebeurd?
Ik vind het een hele leuke gelegenheid om nu ter ere van de 1000e
trekking van de Staatsloterij de nieuwe tentoonstelling te openen over
de ontwikkelingen in Nederland, én de ontwikkelingen in de
loterij-geschiedenis gedurende de afgelopen 280 jaar.
(2. De geschiedenis van de Staatsloterij)
Wat velen in het publiek hier waarschijnlijk wel weten is dat De
Staatsloterij, met een jaaromzet van zo'n 600 a 700 mln euro, de
grootste kansspelorganisatie van Nederland is.
Maar wat mijns inziens wel wat bredere bekendheid mag krijgen - en
natuurlijk brengt het museum daar verandering in - is dat De
Nederlandse Staatsloterij de oudste kansspelorganisatie van Nederland
is.
Van wat ik inmiddels heb bijgeleerd, in voorbereiding op de heugelijke
opening van vandaag, is dat er in Nederland al vanaf de Middeleeuwen
loterijen werden georganiseerd om publieke werken te financieren zoals
stadswallen, gildehuizen of verdedigingsforten, en zelfs kleine
stadslegers. De restauratie van het door brand verwoeste Haagsche
Mauritshuis werd in 1706 door een loterij gefinancierd. Een mooie
anekdote vind ik de stad Hoorn, waar de burgers een loterij hielden om
hun zeevarende stadgenoten vrij te kopen uit de gevangenis van
havenstad Algiers.
Of het nou de Nederlandse overheidsreguleringslust avant la lettre
was, financieel opportunisme, of geïnspireerd public finance
management, daar wil ik van af zijn, maar de Staten-Generaal van de
Republiek der zeven verenigde Nederlanden hebben in 1726 alle andere
loterijen verboden en 1 legaal alternatief geboden: de
generaliteitsloterij, de latere staatsloterij. Anno 1726 bestond nog
geen inkomstenbelasting, dus naast de bekende thee-accijnzen en
dergelijke was een staatsloterij een van de weinig andere
mogelijkheden om de staatskas te spekken.
Even een zijsprong - de publieke opinie heeft het wel vaker kritisch
over ons gebrek aan kennis van de vaderlandse geschiedenis. Ik vraag
me af hoevelen hier überhaupt weten waarom in 1726 de voorloper van de
Nederlandse Staat opeens zoveel geld nodig had. De tentoonstelling
biedt hier een welkom lesje geschiedenis!
Helaas waren de Staten-Generaal onvoldoende onderlegd in marketing:
van de 120.000 loten werden er maar 20.000 verkocht, want de loten
waren razend duur! De beoogde opbrengst voor de staat van 240.000
guldens (het zullen wel florijnen zijn geweest) werd bij lange na niet
gehaald.
Dat de daaropvolgende loterijen met meer succes werden georganiseerd
moge blijken uit de tentoongestelde materialen hier. Daar heeft
Napoleon ook nog wel een bijdrage aan geleverd. Ik heb me laten
vertellen dat lange tijd de maximale hoofdprijs 100.000 gulden
bedroeg, maar dat Napoleon rond 1813 de omstreden beslissing nam om
dit bedrag te verdubbelen. Zonder een causaal verband te willen
suggereren, schijnt het dat ook al in de tijd van Napoleon over het
voorkómen van kansspelverslaving werd geschreven! Zo zie je dat de
geschiedenis zich herhaalt, met alle recente commotie vanuit de
politiek over maximale prijzen.
Een verdere leuke wetenswaardigheid vind ik dat de trekkingen vroeger
lange tijd werden verricht in De Ridderzaal. Stel je dat tegenwoordig
eens voor als locatie voor de Staatsloterijshow!
En opmerkelijk genoeg was er rond 1919 zo'n grote run op loten, dat de
overheid heil zag in het creëren van sociale werkverschaffing - zeg
maar de voorganger van de Melkert banen - in de vorm van
staatslotverkopers!
(3. De link tussen staatsloterij en MinFin / de belastingen)
Goed, de link tussen de staatsloterij als historische "vrijwillige"
voorloper van de blauwe envelop is met het voorgaande belicht, maar ik
wil dat graag nog even naar het heden doortrekken.
Zeg Staatsloterij, en mensen roepen dat ze nooit iets winnen. Ik kies
er altijd voor om dat als een positief teken op te vatten - maar zo
ben ik dan weer.
Ten eerste betekent die primaire reactie van de gesprekspersoon dat
hij de Staatsloterij kent, en mee speelt of heeft gespeeld.
En ten tweede gebruik ik dit als inkoppertje om de mensen er nog eens
op te wijzen dat de winkans bij de staatsloterij nog altijd vele malen
groter is dan die bij de concurrenten. Meer dan 60% van de inleggelden
wordt uitgekeerd als prijs! En eigenlijk weet iedereen dat al van de
slogan: "Meer kans, meer geld ...in de Staatsloterij".
En tot slot kan ik - met mijn pet van de Belastingdienst op - er
natuurlijk niet omheen dat de spelers van de Staatsloterij - al winnen
ze zelf een prijs, of niet - met het meespelen van de Staatsloterij
een behoorlijke bijdrage leveren aan de maatschappij. Het resultaat
van de Staatsloterij - de laatste jaren zo'n 15 a 20 % van de
inleggelden - vloeit uiteindelijk toe aan de Algemene Staats Middelen,
en dat zet flinke zoden aan de dijk.
Natuurlijk worden de staatsinkomsten vanuit de Staatsloterij niet
geoormerkt of gemarkeerd, en er worden geen specifiek aangewezen
uitgaven mee gefinancierd. De tijd van de Middeleeuwen is voorbij. Als
Nederland nu wil investeren in publieke werken wordt daar ver van
tevoren over nagedacht en een financieringsplan voor opgesteld - de
tijd van ad hoc financiering door een loterij voor een speciaal doel
is echt over.
Maar dat neemt niet weg dat we best stil mogen staan bij het relatieve
belang van De Staatsloterij. Want wat koopt een overheid anno 2006
voor zo'n 120, 130 mln euro per jaar? Ik heb mijn ambtenaren gevraagd
om eens door de rijksbegroting heen te bladeren en items te noteren
waar ongeveer zulke bedragen aan zijn gealloceerd in de begroting van
2006.
Dan noem ik bijvoorbeeld extra onderwijs voor jonge allochtone
kinderen van 2 tot 6 jaar. Aan de zogenaamde voor- en vroegschoolse
educatie voor deze kids besteedt de overheid zo'n Euro 150 mln per
jaar.
En dan noem ik de bijdrage van het Rijk aan de restauratie van het
Rijksmuseum, ook ten bedrage van ongeveer Euro 150 mln.
De bekostiging voor brandweer, en het verlenen van hulp bij ongevallen
en rampen staat voor 140 mln per jaar in de rijksbegroting.
En Euro 140 mln per jaar financiert een korps van 2200 agenten - ga je
uit van een korps in Haarlem van 1600 agenten dan spreken we dus van
een jaar lang financiering voor het politiekorps in een middelgrote
regio.
Tenslotte vind ik het leuk om te vermelden dat de dijkversterking in
Flevoland voor euro 150 mln in de boeken staat. De afdrachten van de
Staatsloterij aan de Staat zouden dus praktisch voldoende zijn om heel
Flevoland droog te houden!
Dit illustreert dat met gelden in de omvang van de afdrachten van de
Staatsloterij, behoorlijk maatschappelijk rendement wordt gemaakt.
Ik bedoel maar: meespelen in de Staatsloterij is dan toch een win-win
situatie. De speler wint....en onze samenleving ook!
(4. het kansspelmuseum)
Ik sluit af.
Ik vind het belangrijk dat de historie van de Staatsloterij, het
Nederlandse culturele kansspelerfgoed, behouden blijft. Het museum
Nederlands Informatiecentrum voor Kansspelen biedt een indrukwekkende
verzameling voorwerpen en schilderijen om de geschiedenis van het
Nederlandse kansspel in b eeld te brengen, en beschikt ook over een
bibliotheek met oude en moderne werk en.
Ik vind het dan ook enorm aardig om een kleine bijdrage aan de
uitstalling te mogen leveren.
Ik kijk naar het derde onderdeel van de tentoonstelling, dat nog niet
werd genoemd en dan heb ik het over de ontwikkeling in het design van
de loten. Heel leuk om eens goed te kijken hoe die briefjes er vroeger
uitzagen. Nog met de hand genummerd en ingevuld, en vroeger zelfs met
versjes, de zogenaamde prozen beschreven. Ik citeer: "die veel inleyt
is niet wijs, die niet inleyt wint geen prijs". Toch even onthouden
voor de volgende trekking, op 10 juni.
Aan de kleurige loten van de huidige tijd valt goed af te zien dat het
briefjes zijn die een reële waarde vertegenwoordigen. Vele
Nederlanders missen het oude Nederlandse 50 gulden briefje, de
zonnebloem, maar gelukkig hebben we het kleurige design van het
staatslot nog om onze portemonnee op te vrolijken!
Met het bijzetten van een lot uit de 1000e trekking, open ik hierbij
de tentoonstelling 1000e trekking, 280 jaar Staatsloterij!
* Laatst aangepast: 23-08-2006
Ministerie van Financiën