ChristenUnie
Inbreng bij wijziging brandweerwet
Inbreng bij wijziging brandweerwet
donderdag 18 januari 2007 15:34
De leden van de ChristenUniefractie hebben kennis genomen van het
wetsvoorstel hetgeen beoogt de kwaliteit van het brandweerpersoneel te
verbeteren en te verzekeren en het Nederlands instituut fysieke
veiligheid in de gelegenheid te stellen zich te ontwikkelen tot een
kennisinstituut. Deze leden hebben behoefte aan het stellen van enkele
vragen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de regering waarom
zij ervoor heeft gekozen een algemene maatregel van bestuur te
regelen, waarin regels kunnen worden gegeven ten aanzien van de eisen
van aanstelling en bevordering? Zij vragen de regering hoe zich dit
verhoudt tot de door deze regering beoogde regionalisering van de
brandweer in de Veiligheidsregio?
Op zichzelf delen de leden van de ChristenUniefractie de opvatting van
de regering dat het veiligheidsterrein steeds meer een
multidisciplinair karakter heeft en het van groot belang is dat
hulpverleningsdiensten, professionals en bestuurders over dezelfde
informatie kunnen beschikken. Nu dit kenniscentrum kennelijk een
multidisciplinair karakter krijgt, vragen deze leden zich echter wel
af waarom er daarnaast nog afzonderlijke kennisinstituten zoals de
Politieacademie of het RIVM blijven bestaan? Zij vragen de regering
hoe deze instituten zich allemaal tot elkaar gaan verhouden? Is het
niet van belang dat, indien de kennisinstituten van beide andere
kolommen blijven bestaan, ook voor de brandweerkolom een specifiek
kennisinstituut blijft bestaan, zo vragen deze leden? Tevens vragen
deze leden in hoeverre het beoogde multidisciplinaire karakter van het
kennisinstituut de samenwerking met de andere kennisinstituten van de
verschillende kolommen belemmert?
De leden van de ChristenUniefractie vragen de regering inzicht te
geven in de mate waarin dit wetsvoorstel bijdraagt aan de verbetering
van de beschikbaarheid van het aantal brandweervrijwilligers? Zij
vragen ook verder in te gaan op de toename van de administratieve
lasten voor de brandweer als gevolg van de nieuwe kwaliteitseisen?
Tenslotte vragen deze leden in te gaan op de wijze waarop
brandweervrijwilligers (of een vertegenwoordiging daarvan), worden
betrokken bij de besluitvorming, zoals bijvoorbeeld bij het opstellen
van de algemene maatregelen van bestuur neergelegd in artikel 14,
respectievelijk artikel 15?