Den Haag, 17 januari 2007
Vragen van de leden Heerts en Spekman (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het overgangsrecht voor de WW-vervolguitkering
* Kunt u de situaties beschrijven waarin iemand die na 11 augustus 2003 is ontslagen, toch recht kan hebben op een WW-vervolguitkering?
2. Welke regel is in dit kader van toepassing op iemand wiens dienstbetrekking vóór 11 augustus 2003 is opgezegd, maar wiens ontslag pas na 11 augustus 2003 heeft plaatsgevonden?
3. Welk onderscheid wordt hierbij gemaakt tussen tijdelijke en vaste contracten?
4. Acht u het wenselijk dat er in het overgangsrecht een verschil wordt gemaakt tussen enerzijds de mensen met een tijdelijk contract dat vóór 11 augustus begon en dat kort na 11 augustus 2003 afliep, en anderzijds de mensen die op hetzelfde moment werden ontslagen na opzegging van het dienstverband vóór 11 augustus 2003? Kunt u dit toelichten?
5. Op welke datum zijn de laatste mensen ontslagen van wie het dienstverband vóór 11 augustus 2003 is opgezegd? (Hierbij doelen wij op mensen die na verloop van tijd recht zouden kunnen doen gelden op de WW-vervolguitkering, als die was blijven bestaan.)
6. Kunt u een indicatie geven van het aantal mensen van wie de tijdelijke arbeidsovereenkomst afliep tussen 13 augustus en 13 september 2003, en tussen 13 augustus en 13 december 2003, en die voor het overige aan alle voorwaarden van de WW-vervolguitkering zouden hebben voldaan, als deze niet was afgeschaft?
Partij van de Arbeid