Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Nieuwe Spil biedt brede openingen

Zien volksvertegenwoordigers het ook?

Ruurlo, 17 januari 2007 - Midden volgende week verschijnt een nieuwe, wederom breed uitpakkende aflevering van Spil: 231-232 / 2006 - nummer 6. Eindejaarsproblemen hebben helaas geleid tot enige vertraging van de productie ervan. Ook nu worden uiteenlopende problemen kritisch geanalyseerd: de kwaliteit van de planologie en de ruimtelijke ordening in Nederland; de gevolgen voor de Nederlandse veehouderij van afschaffing of flexibilisering van het productiebeheersingssysteem (melkquotering); de kwaliteit van het beheer van natuur en landschap; de politieke economie van het klimaatdebat; klimaatgekte 'down under', in Nieuw-Zeeland; het herstel van het Aralmeer.

Taalkundige Huib Hogerheijde opent ook dit nummer met een geestige etymologische 'inloop-column': "Potjeslatijn van alle tijden". In het hoofdredactioneel (hieronder volledig weergegeven) wordt gereflecteerd op de in het tijdschrift gepraktiseerde kritische benadering van verbruik en productie van energie.

Kritische benadering van het energieprobleem

Een belangrijke themalijn van het tijdschrift Spil betreft productie en verbruik van energie. Auteurs betrekken in hun analyse vanzelfsprekend ook de verhouding tussen kosten en baten, in technisch en economisch, zowel als in sociaal en milieukundig opzicht. Windenergie, bijvoorbeeld, scoort tot nu toe niet hoog; aanzienlijk betere papieren lijkt bio-energie te hebben. Meer grensverleggende technologieën verkeren nog in een pril ontwikkelingsstadium.

Rationeel kunnen bij het zoeken naar nieuwe vormen van energiewinning uiteenlopende factoren een rol spelen. Zorg over een geopolitiek problematischer wordende beschikbaarheid van fossiele brandstoffen ligt voor de hand. Het gebruik ervan geeft luchtvervuiling. Op veel langere termijn moet eveneens rekening worden gehouden met een dreigende uitputting van nog aanwezige voorraden. Over zulke overwegingen valt verstandig te praten, kwantificering van hun gewicht blijft moeilijk.

Tunnelvisie

Het energieprobleem wordt helaas te weinig rationeel benaderd. In het publieke debat en - daardoor - in de politiek is de oplossing ervan verknoopt geraakt met de doelstelling van terugdringing van het kooldioxidegehalte van de atmosfeer. Dit uiterst bescheiden broeikasgas - hoezeer ook van belang voor het leven op aarde - wordt gezien als oorzaak van een rampzalige opwarming van de planeet. Omdat voortgezet en versterkt gebruik van fossiele brandstoffen bijdraagt tot verhoging van het CO2-gehalte van de atmosfeer, moeten 'wij mensen' ons schuldig voelen over die opwarming - en 'er iets aan doen'.

Wetenschappelijke contra-expertise die de relatie tussen kooldioxidegehalte en opwarming omkeert, vindt nog weinig gehoor. Ook terugkoppelingsmechanismen op onze waterrijke planeet krijgen onvoldoende aandacht. Slechts het intreden van een periode van afkoeling lijkt een einde te kunnen maken aan de heersende opwarmingsfobie. Een sterk verminderende zonne-activiteit - ten onrechte buiten beschouwing gelaten - zou de oververhitte geesten al in het komende decennium naar een nieuwe kleine ijstijd kunnen brengen, aldus hoogst gekwalificeerde onderzoekers, in Nederland en elders.

Schadelijke profetieën

Door de vertraagde productie van deze Spil hebben wij in de tweede week van januari 2007 nog kennis kunnen nemen van het 'profetische' optreden van EU-commissievoorzitter Barosso. Hij illustreerde, ook in lichaamstaal, heel duidelijk hoezeer in Brussel het heersende klimaatalarmisme wordt beleden en geëxploiteerd. In die context bepleit Barosso het zoeken naar alternatieve vormen van energiewinning. Intussen blijft hij wel financiële middelen verspillen aan een zichzelf steeds meer ongeloofwaardig makend Kyoto-verdrag. Wie weet waarop wij straks vanuit het Catshuis of vanaf een plek 'op de hei' zullen worden getrakteerd.

Geheel los van wetenschappelijke en politieke dwalingen verdient het energievoorzieningsvraagstuk zeker serieuze aandacht. Langs uiteenlopende lijnen van innovatief onderzoeken en ontwikkelen wordt ook daaraan gewerkt. Het geringste perspectief zouden wel eens die - vaak zwaar gesubsidieerde - initiatieven kunnen bieden die - direct of indirect - gericht heten te zijn op 'terugdringing van het broeikaseffect'. Opslag van CO2 in de bodem lijkt in dit verband een bij uitstek treffend voorbeeld van irrationeel handelen te zijn.

Serieuze aandacht

In De Volkskrant van 10 januari 2007 wees de Wageningse wetenschapper Prem Bindraban eveneens op minder gewenste implicaties van de 'klimaatdiscussies'. Deze bepalen ook zijns inziens te zeer de wegen waarlangs wordt gezocht naar oplossingen voor het energievraagstuk. Hij waarschuwt met name tegen overspannen, algauw riskante verwachtingen van 'energie verbouwen op de akker', vooral ook vanwege de concurrentie met voedselproductie om grond en water.

Zulke risico's zijn evenwel niet verbonden met vormen van bio-energiewinning waarbij het uitgangsmateriaal bestaat uit organisch afval (gewasresten, dierlijke mest, menselijke fecaliën). In Spil is reeds meermalen aandacht daaraan geschonken, laatstelijk in een uitvoerig artikel over het - ingenieuze en meeromvattende - Zonneterp-project.

Analyses van energiewinning en -besparing zullen wij ook in het nieuwe jaar bieden, zonder ons door de waan van de dag te laten leiden. Zulke open informatie over wat, getoetst in kritisch wetenschappelijke analyse, mogelijk is, draagt wellicht eveneens bij tot een verstandige besluitvorming op het Binnenhof.

Klimaatdebat draait om geld en marktinterventie

Het is een illusie te denken dat de actuele klimaatdiscussie zou gaan over de wereld van over vijftig, honderd of honderdvijftig jaar. In feite gaat het om het hier en nu, om de tamelijk cynische werkelijkheid van het begin van de eenentwintigste eeuw. Op basis van een politiek-economische analyse van de stakeholders in het klimaatdebat betoogt Arjen Benedictus dat betrokkenen het argument van klimaatverandering strikt opportunistisch inzetten ten behoeve van eigen belangen. Het voorzorgprincipe vormt het 'democratische alibi' voor politici en andere belangengroeperingen om die belangen uit te spelen, over de hoofden van de misleide massa heen.

Klimaatgekte 'down under'

Af en toe haken de Nieuw-Zeelanders te gretig naar een voortrekkersrol op het wereldtoneel. Hun regering begaf zich - niet zozeer vanwege de nabijheid van de afkoelende Zuidpool - op glad ijs door als één van de eerste het Kyoto Protocol te ondertekenen. De opwarmingshypothese waarop dit overhaaste besluit werd gebaseerd, staat inmiddels internationaal onder zware wetenschappelijke kritiek. De - op de achterkant van een sigarendoos? - aan het volk van Nieuw-Zeeland voorgerekende voordelen van meedoen zijn ook niet binnengehaald.

Gerrit van der Lingen, al veertig jaar Nieuw-Zeelander, schetst de problemen van een klein, maar fijn volk dat met ernstige klimaatgekte te kampen heeft - net als dat andere 'gidsland', Nederland.

Ruimtelijke planning moet heel grondig in revisie

Planologen en ruimtelijke ordenaars weten niet goed raad met het begrip 'ruimte'. Meestal spreken zij van 'ruimte' als zij 'grond' bedoelen, een begripsvervuiling met ernstige consequenties. Ons land heeft veel meer grond ter beschikking dan ruimte. Substitueert men ruimte voor grond, dan eigent men zich veel meer vrijheden toe dan bij een zuivere toepassing van de begrippen zou zijn toegestaan. Zo wordt er te gemakkelijk meegewerkt aan de verrommeling van het platteland en aan het volbouwen van open terreinen in steden.

Pieter Lukkes pleit ervoor de 'collectieve ruimte' en de daarin functionerende geografische systemen centraal te stellen in de planologie en de ruimtelijke ordening. Dat zal deze disciplines sterk doen veranderen, maar ook voor een geweldige kwaliteitsimpuls ervan zorgen.

Naar een zuivelbeleid zonder melkquotering?

De verder dalende melkprijzen, de afbrokkelende bescherming van de Europese markt en de toenemende concurrentie op de internationale zuivelmarkt dwingen de melkveehouderij tot kostprijsbeheersing. Maar schaalvergroting, een beproefde methode, gaat op de korte termijn juist vaak gepaard met een verhoging van de kostprijs, in Nederland vooral door het hoge niveau van de quotumkosten. Afschaffing van het quoteringsysteem zou daarin verandering kunnen brengen en de sector beter voorbereiden op de toekomst.

Siemen van Berkum en Cees de Bont analyseren een aantal manieren waarop die afschaffing kan plaatsvinden, alsmede de sociaal-economische gevolgen daarvan voor de Nederlandse melkveehouderij.

Terwijl diverse partijen al openlijk speculeren over het vervroegd afschaffen of verruimen van het melkquotum, komt de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) juist met een nieuw plan ter verbetering van het quoteringssystreem. Daardoor kan een jaar overschrijding van het toegestane quotum geringere superheffingskosten meebrengen voor de melkveehouder. Middels een soort omgekeerd rekening-courantsysteem kan een melkveebedrijf onbenutte ruimte meenemen naar het volgende jaar. Anderzijds kan een overschrijder gebruik maken van de niet benutte hoeveelheid melkquotum. In opdracht van de NMV heeft het LEI de mogelijkheden uitgewerkt in een rapport: Flexibilisering van het melkquoteringssysteem. Lourens Gengler rapporteert.

Natuur en landschap anders beheren

In Spil 2003, nummer 5 werden argumenten op een rij gezet voor een bundeling van terreinbeheer waarbij terreinbeherende instanties, inclusief waterschappen, in één organisatie beheersmaatregelen (laten) uitvoeren voor een aaneengesloten (stroom)gebied. Naast de logica, vanwege bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen, speelt hierbij het kosten/baten-aspect een rol.

Terugblikkend op discussies die tijdens de recente campagne voor de verkiezing van de Tweede Kamer ten halve werden gevoerd of ontweken, voert Leffert Oldenkamp opnieuw een pleidooi voor een ander beheer van natuur en landschap.

Water in het Noordelijke Aralmeer stijgt weer

Bij het Aralmeer denken mensen aan roestige schepen eenzaam in het zand, aan zoutstormen, aan verdwenen vis, aan ziektes en aan armoede. En dat allemaal door toedoen van de mens, in het bijzonder van hen die de macht hadden in de voormalige Sovjetunie. Unesco noemde het opdrogen van het meer een milieuramp zonder weerga. Maar de afgelopen jaren zijn pogingen ondernomen door het lokale bestuur om tenminste het waterpeil in het Noordelijke Aralmeer op te krikken. En niet zonder succes. Het water stijgt; de vis én de vissers keren terug.

Gerrit Walstra schrijft de kroniek van de afwending van een milieuramp zonder weerga.

Nadere documentatie en faciliteiten

Bijlage: inhoud van nieuwe Spil (zie onderaan)

De titels van de in Spil 231-232 / 2006 - nummer 6 verschijnende artikelen zijn (met beknopte samenvattingen) weergegeven in het tegelijk met dit bericht verzonden document 231-SPIL.doc.

Bestelling

De nieuwe Spil is los te bestellen via het e-mailadres: spiladministratie@platteland-in-perspectief.nl. Uiteraard verdient het aanbeveling meteen een abonnement te reserveren; dit kan ook met terugwerkende kracht tot een eerder verschenen aflevering.

Contact

Nadere informatie is te verkrijgen bij de hoofd- en eindredacteur:

Arend Jan Voortman.

Telefoon: 0573 452075 of 491810 / 06 22 056 056

Persoonlijke e-mail: a.j.voortman@planet.nl

Website van het tijdschriftproject

http://www.platteland-in-perspectief.nl

spil 231-232 / 2006 - nummer 6

Voldoende openheid geboden

Zien vertegenwoordigers het?

Arend Jan Voortman / 2 /

Redactioneel.

Etymologische verkenningen

Potjeslatijn van alle tijden

Huib Hogerheijde / 4 /

Tweemaandelijkse 'inloopcolumn'.

Wanneer worden wetenschap en politiek wakker?

Planologie en ruimtelijke ordening moeten grondig in revisie

Pieter Lukkes / 5-8 /

Planologen en ruimtelijke ordenaars weten niet goed raad met het begrip 'ruimte'. In het gros van de gevallen spreken zij van 'ruimte' als zij 'grond' bedoelen. De consequenties van deze begripsvervuiling zijn ernstig. De stelling valt te verdedigen dat ons land veel meer grond ter beschikking heeft dan ruimte. Als men dan ruimte voor grond substitueert, eigent men zich veel meer vrijheden toe dan bij een zuivere toepassing van de begrippen zou zijn toegestaan. Aldus wordt er te gemakkelijk meegewerkt aan de verrommeling van het platteland en aan het volbouwen van open terreinen in steden.

In dit opstel wordt ervoor gepleit de 'collectieve ruimte' en de daarin functionerende geografische systemen centraal te stellen in de planologie en de ruimtelijke ordening. Dat zal deze disciplines sterk doen veranderen, maar ook voor een geweldige kwaliteitsimpuls ervan zorgen.

Naar een zuivelbeleid zonder melkquota

Gevolgen voor de Nederlandse melkveehouderij

Siemen van Berkum en Cees de Bont / 9-12 /

Gezien de verwachting dat de melkprijzen verder gaan dalen, de bescherming van de Europese markt verder afbrokkelt en de concurrentie op de internationale zuivelmarkt toeneemt, is beheersing van de kostprijs in de melkveehouderij van groot belang. Schaalvergroting is een beproefde manier om die te bereiken, maar gaat op korte termijn vaak gepaard met een verhoging van de kostprijs. Dit komt in Nederland vooral door het hoge niveau van de quotumkosten. Afschaffing van het quoteringsysteem zou daarin verandering kunnen brengen en de sector beter voorbereiden op de toekomst. Dit artikel gaat in op een aantal manieren waarop afschaffing kan plaatsvinden, en op de vraag wat de sociaal-economische gevolgen daarvan kunnen zijn voor de Nederlandse melkveehouderij.

Melkveehoudersvakbond wil de melkquotering behouden

Meer munt uit melk door flexibiliseringsplan van de NMV

Lourens Gengler / 13 /

Terwijl diverse partijen al openlijk speculeren over het vervroegd afschaffen of verruimen van het melkquotum, komt de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) juist met een nieuw plan ter verbetering van het quoteringssysteem. Daardoor kan een jaar overschrijding van het toegestane quotum geringere superheffingskosten meebrengen voor de melkveehouder. Middels een soort omgekeerd rekening-courantsysteem kan een melkveebedrijf onbenutte ruimte meenemen naar het volgende jaar. Anderzijds kan een overschrijder gebruik maken van de niet benutte hoeveelheid melkquotum. In opdracht van de NMV heeft het LEI de mogelijkheden uitgewerkt in een rapport: Flexibilisering van het melkquoteringssysteem.

Hoe beheren we natuur en landschap?

0ver de heg van waterschappen en terreinbeheerders

Leffert Oldenkamp / 14 /

In Spil 2003, nummer 5 werden argumenten op een rij gezet voor een bundeling van terreinbeheer waarbij terreinbeherende instanties, inclusief waterschappen, in één organisatie beheersmaatregelen (laten) uitvoeren voor een aaneengesloten (stroom)gebied. Naast de logica, vanwege bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen, speelt hierbij het kosten/baten-aspect een rol. Nagenoeg alle instanties werken immers met publieke middelen om identieke producten en diensten te leveren. Een belangrijk deel van die middelen gaat zitten in de opbouw van een eigen organisatie met eigen kenniscentra. Afzonderlijk worden dure promotiecampagnes opgezet om natuur, landschap of water van gelijkwaardige kwaliteit onnodig aan te prijzen. Er wordt overdadig vergaderd, waarbij onderlinge tegenwerking om hetzelfde doel te bereiken niet vreemd is. Er wordt versnipperd beheerd.

De politieke economie rond wetenschappelijke onzekerheid

Klimaatverandering als argument in de jacht op belastinggeld en marktinterventie

Arjen Benedictus / 15-20 /

Wie zich in een van de vele infotainment-programma's op de tv genuanceerd probeert uit te spreken over het aloude verschijnsel van klimaatverandering, moet oppassen. Hij of zij wordt prompt door een zichtbaar bekommerde presentator bestraffend toegesproken met het verwijt te weinig zorg te hebben over 'de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen'. Wie zo'n publieke executie doorstaat, heeft ruggengraat en stevige knieën.

Toch is die presentator de echt beklagenswaardige. Hij is blijven leven in de illusie dat de actuele klimaatdiscussie zou gaan over de wereld van over vijftig, honderd of honderdvijftig jaar. In feite gaat het in het klimaatdebat om het hier en nu, om de tamelijk cynische werkelijkheid van het begin van de eenentwintigste eeuw. Op basis van een analyse van de stakeholders in het klimaatdebat wordt in onderstaand artikel betoogd dat betrokkenen het argument van klimaatverandering strikt opportunistisch inzetten ten behoeve van eigen belangen. Het voorzorgprincipe vormt het 'democratische alibi' voor politici en andere belangengroeperingen om die belangen uit te spelen, over de hoofden van de misleide massa heen.

Klimaatgekte 'down under'

Nieuw-Zeeland en Kyoto

Gerrit J. van der Lingen / 21-25 /

Helemaal down under in de Grote of Stille Oceaan ligt een schitterend, economisch ontwikkeld land met een rijke natuur. Zeseneenhalf maal zo groot als Nederland, heeft het slechts vier miljoen inwoners. Dit kleine volk, dat - zoals het tegenwoordig modieus heet - een uiterst bescheiden footprint op de aarde drukt, speelt echter graag een actieve rol in de wereldpolitiek. It would like to punch above its weight, zegt men daar. In historisch perspectief is Nieuw-Zeeland dan ook eveneens een verre van achterlijk land. Als eerste gaf het in 1893 zijn vrouwen kiesrecht; in 1987 verklaarde het zichzelf non-nuclear.

Af en toe haken de Nieuw-Zeelanders echter te gretig naar een voortrekkersrol op het wereldtoneel, willen zij te graag als goede wereldburgers worden beschouwd. Hun regering begaf zich - niet zozeer vanwege de nabijheid van de afkoelende Zuidpool - op glad ijs door als één van de eerste het Kyoto Protocol te ondertekenen. De opwarmingshypothese waarop dit overhaaste besluit werd gebaseerd, staat inmiddels internationaal onder zware wetenschappelijke kritiek. De - op de achterkant van een sigarendoos? - aan het volk van Nieuw-Zeeland voorgerekende voordelen van meedoen zijn ook niet binnengehaald.

Gerrit van der Lingen, al veertig jaar Nieuw-Zeelander, schetst de problemen van een klein, maar fijn volk dat met ernstige klimaatgekte te kampen heeft - net als dat andere 'gidsland', Nederland.

Milieuramp zonder weerga is afgewend

Het water in het Noordelijke Aralmeer stijgt!

Gerrit Walstra / 26-32 /

Bij het Aralmeer denken mensen aan roestige schepen eenzaam in het zand, aan zoutstormen, aan verdwenen vis, aan ziektes en aan armoede. En dat allemaal door toedoen van de mens, in het bijzonder van hen die de macht hadden in de voormalige Sovjetunie. Unesco noemde het opdrogen van het meer een milieuramp zonder weerga. Maar de afgelopen jaren zijn pogingen ondernomen door het lokale bestuur om tenminste het waterpeil in het Noordelijke Aralmeer op te krikken. En niet zonder succes. Het water stijgt; de vis én de vissers keren terug.

http://www.platteland-in-perspectief.nl