SGP
17 - 01 - 07 | Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van der
Vlies over abortus om een lichamelijke afwijking.
Vraag 1:
Hebt u kennis genomen van het bericht dat in de afgelopen jaren zeker
drie abortussen hebben plaatsgevonden omdat sprake was van een kleine
afwijking? 1)
Antwoord:
Ja. Uit de media heb ik ook begrepen dat er in de genoemde gevallen
meer aan de hand was dan enkel een relatief lichte afwijking. De
geconstateerde afwijking zou toch ernstige gevolgen hebben gehad, of
er waren andere omstandigheden die samen met de uitslag hebben geleid
tot een noodsituatie.
Vraag 2:
Hebt u er zicht op of er sprake is van incidenten of dat een abortus
om deze reden vaker voorkomt? Bent u bereid hier (nader) onderzoek
naar te verrichten?
Antwoord:
Exacte gegevens over het aantal zwangerschapafbrekingen naar
aanleiding van prenatale screening zijn niet bekend. Ongeveer 2% van
de zwangerschapsafbrekingen vinden plaats naar aanleiding van een
resultaat van een prenatale test. Dit zijn dan alle tests, dus ook die
op medische indicatie.
Over de ernst van de geconstateerde afwijkingen is weinig bekend.
Overigens kan één type afwijking in ernstige of minder ernstige vorm
voorkomen. De ernst van bijvoorbeeld een open ruggetje of een schisis
kan sterk verschillen. Dus wanneer we spreken over een resultaat van
een test moeten we daar rekening mee houden. Andere factoren dan de
uitslag kunnen meespelen bij een vrouw die besluit tot een abortus.
Ik ben op twee manieren bezig om beter zicht te krijgen op abortussen
na prenataal onderzoek. Om te beginnen gebeurt dit door middel van een
werkgroep over het registratieformulier dat wordt gebruikt bij een
abortus voor de inspectie. Deze werkgroep heb ik ingesteld naar
aanleiding van aanbevelingen die staan in de evaluatie van de wet. Dit
noem ik ook in de beantwoording van Kamervragen over de evaluatie die
u op 12 december 2006 heeft ontvangen. De werkgroep is al een keer
bijeen gekomen en bestaat uit de betrokkenen bij de registratie. Ik
heb hen gevraagd te adviseren of en hoe de abortusregistratie dient te
worden aangepast. Eén van de aspecten waar zij naar kijken is een
vraag over abortus na prenataal onderzoek. Dit advies zal naar
verwachting gereed zijn in april. Mijn opvolger kan dan beslissen of
de registratie moet worden aangepast.
Daarnaast zal het effect van de 20 weken echo gemonitord en
geëvalueerd worden. Dit is één van de maatregelen in het kader van
goed kwaliteitsbeleid rond prenatale screening. Hierdoor zal ook meer
informatie beschikbaar komen over de uitslagen van tests en de keuzes
die vervolgens door vrouwen worden gemaakt.
Vraag 3:
Bent u voornemens richting klinieken en ziekenhuizen uw opvatting 2)
duidelijk te maken dat een lichamelijke afwijking als zodanig niet
betekent dat er sprake is van een noodsituatie, zoals vereist op basis
van de Wet afbreking zwangerschap? Op welke manier wordt gewaarborgd
dat er ook naar wordt gehandeld?
Antwoord:
Op grond van de Wet afbreking zwangerschap kan de enige reden voor het
afbreken van een zwangerschap de noodsituatie van de vrouw zijn. De
omstandigheden die in individuele gevallen kunnen leiden tot een
noodsituatie voor de vrouw en die het afbreken van de zwangerschap
kunnen rechtvaardigen, zijn niet (wettelijk) vastgelegd. Dat was
destijds een bewuste keuze van de wetgever bij de totstandkoming van
de Wet afbreking zwangerschap. De vrouw en de arts hebben een eigen
verantwoordelijkheid wat betreft de zorgvuldigheid van de
besluitvorming in het licht van de bescherming van het ongeboren
leven. De arts moet zich ervan vergewissen dat het besluit is genomen
door de vrouw in het besef van haar verantwoordelijkheid voor het
ongeboren leven. Het is ook de taak van de arts om te bepalen of de
vrouw deze beslissing vrijwillig en weloverwogen heeft genomen. De
voorzorgsmaatregelen die in acht moeten worden genomen om ondoordachte
en overhaaste beslissingen te voorkomen zijn in de Wet afbreking
zwangerschap goed geregeld. Dus een lichte afwijking op zich kan nooit
reden zijn voor een zwangerschapsafbreking, maar kan in relatie met
andere factoren voor een vrouw tot een noodsituatie leiden.
Het is als buitenstaander, zoals ikzelf, niet mogelijk om te bepalen
wat een noodsituatie is voor een vrouw. Maar de bij mij bekende
informatie geeft mij het vertrouwen dat vrouwen niet licht omspringen
met het besluit tot zwangerschapsafbreking naar aanleiding van een
prenatale test.
Zoals toegezegd in de beantwoording van de vragen van de Kamer naar
aanleiding van de evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap zal ik
een brief sturen aan alle ziekenhuizen waar abortus wordt uitgevoerd.
In deze brief zal ik eventuele onduidelijkheden wegnemen over de
wettelijke voorwaarden met betrekking tot zwangerschapsafbreking na
een prenatale test. De Inspectie voor de Gezondheidszorg ziet toe op
naleving van de wet.
Vraag 4:
Kunt u toelichten wat door de in dit artikel 3) genoemde werkgroep
precies onderzocht zal worden? Wat zijn de onderzoeksvragen en wanneer
moet dit onderzoek zijn afgerond?
Anwoord:
Ik verwijs u kortheidshalve naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 5:
Bent u bereid de resultaten van het onderzoek aan de Kamer te sturen?
Anwoord:
Ik laat het aan mijn opvolger om te besluiten over het vervolg op het
advies van de werkgroep.
Vraag 6:
Is het uw voornemen om het begrip noodsituatie zodanig te
verduidelijken dat abortus als gevolg van een echo van twintig weken
onmogelijk wordt, indien blijkt dat de toegenomen mogelijkheden voor
prenatale diagnostiek leiden tot een groter aantal abortussen? Zo
neen, wat is dan de achtergrond van het onderzoek?
Antwoord:
Het is niet de bedoeling om nadere invulling te geven aan het begrip
noodsituatie. Zie hiervoor ook mijn antwoord op vraag 2. De
achtergrond voor het instellen van de werkgroep is een aanbeveling
vanuit de uitkomsten van de evaluatie van de wet. Ik wil meer inzicht
in abortus na prenatale screening, onder andere door middel van een
monitor, omdat alle zwangere vrouwen nu aanspraak kunnen maken op de
20 weken echo. Deze informatie is onder andere nodig voor een goed
voorlichtingsbeleid.
1) Trouw, 11 december 2006, âAbortus om hazenlip komt voorâ
2) zie noot 1
3) zie noot 1
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van der Vlies over abortus
om een lichamelijke afwijking.