Toelichting rechtbank Haarlem op wisseling rechters in zaak Chipshol
versus Schiphol
Op 15 januari 2007 hebben in Haarlem de slotpleidooien in de
schadezaak Chipshol tegen Schiphol plaats.
Recent is er in de pers enige ophef geweest over het feit dat de zaak
nu onder behandeling is bij andere rechters (mrs. Ruitinga, Kwak en
Reurich) dan de rechters die in een aantal eerdere procedures van
Chipshol tegen Schiphol e.a. uitspraak hebben gedaan en die de
deskundigen hebben benoemd die over de omvang van de schade hebben
gerapporteerd. Ook is er in de pers aandacht geweest voor de door
Chipshol betwijfelde onpartijdigheid van die deskundigen.
De rechtbank vindt daarin aanleiding kort de gang van zaken weer te
geven.
Rechters wisselen volgens geformaliseerd rechtbankbeleid regelmatig
van sector en daarmee van werkveld. Het recht op deze wisseling van
sector ("rouleren" genaamd) ligt vast in wettelijke regels. Er is dus
geen sprake van dat rechters "van de zaak zijn gehaald", zoals door
een enkeling wordt gesuggereerd. Iedere rechter die rouleert laat een
aantal dossiers achter, soms naamloze dossiers, soms dossiers waarvoor
veel belangstelling in de media bestaat. Als daarvoor aanleiding
bestaat in de aard van de zaak, treft de rechtbank vanzelfsprekend
maatregelen om verlies van expertise te voorkomen. In de schadezaak
Chipshol/Schiphol bestond daartoe geen aanleiding. De schadezaak is
ten opzichte van de zaak, waarin de aansprakelijkheid is vastgesteld,
in feite een nieuwe zaak en de rechters die met de zaak zijn belast
beschikken over de benodigde ervaring en de expertise om die zaak te
behandelen.
Over de benoeming van de deskundigen kan worden opgemerkt dat de
rechtbank â zoveel mogelijk in overleg met partijen â komt tot
benoeming van deskundigen die te goeder naam en faam bekend staan en
waarvan mag worden verwacht dat zij in staat zijn een onpartijdig
deskundigenoordeel te vellen. De deskundigen zijn niet in dienst van
de rechtbank en staan niet onder toezicht van de rechtbank. Indien in
de loop van de procedure blijkt dat aan de onpartijdigheid van de
deskundigen moet worden getwijfeld, kunnen de rechters die in de zaak
oordelen daarmee vanzelfsprekend rekening houden op de wijze die zij
juist achten. Hierover kan op dit moment slechts in het algemeen
worden gezegd dat niet ieder contact dat een deskundige eerder heeft
gehad met een van de partijen in een zaak meebrengt dat die deskundige
daarom niet meer tot een onpartijdig oordeel in staat zou zijn.
De rechtbank betreurt vanzelfsprekend dat één van de partijen in
deze belangwekkende zaak zegt geen vertrouwen te hebben in de
onafhankelijkheid van de rechter. De rechtbank heeft willen
uiteenzetten dat dit gebrek aan vertrouwen evenwel niet gebaseerd kan
worden op standaardbeslissingen in het kader van rouleerbeleid. Het
oordeel over de waarde van het deskundigenbericht moet nog worden
gegeven en is aan de behandelend rechters.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bureau Communicatie
van de rechtbank Haarlem, telefoonnummer 023 888 4020.
Bron: Rechtbank Haarlem
Datum actualiteit: 15 januari 2007 Naar boven
Gerechtelijke organisatie