Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Speech tijdens de startbijeenkomst Groene Partners

Speech door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dr. C.P. Veerman, tijdens de startbijeenkomst Groene Partners, Maastricht,
12 januari 2007

Dames en heren,

Nog geen zeven dagen geleden riep burgemeester Gerd Leers het kabinet in zijn nieuwjaarstoespraak op om meer te investeren in Limburg, onder andere vanwege de stijgende zeespiegel.

Krap een week later sta ik al in Maastricht op de stoep om met u te praten over investeringen in het Limburgse, investeringen die ik de moeite waard vind. U wordt op uw wenken bediend!

Ik denk, dames en heren, dat alle aanwezigen de stelling zullen onderschrijven dat 'groen' een weldadige invloed heeft op een mensenleven. Dat heeft niet alleen informateur Herman Wijffels goed begrepen. Ook onze verre voorzaten wisten dat groen effect heeft op je leven: kijk om u heen op deze locatie, en u zult zien dat de
18de-eeuwers overtuigd geweest moeten zijn van wat we tegenwoordig 'het belang van groen' noemen.

Dat belang van groen, ook op het welzijn van mensen, is in de loop van de tijd alleen maar toegenomen. We zien groen tegenwoordig als een essentieel onderdeel van een gezond en prettig woon-, werk- en leefmilieu. En terecht, want de wereld om ons heen wordt steeds jachtiger en ingewikkelder; de behoefte aan rust en ontspanning zal alleen maar toenemen. Die rust en ontspanning vindt de moderne burger tot op zekere hoogte op het platteland, in de natuur.

Daarom is deze bijeenkomst van grote importantie. Ik feliciteer u allen dan ook met de aftrap van het groenproject rond de aanstaande ingrepen in de A2-zone in en om Maastricht.
Het voorbeeldproject 'Verbreding van Groen' is in verschillende opzichten belangrijk. Belangrijk omdat we laten zien dat 'groen in en om de stad' een hoge plaats op de politieke agenda verdient. Belangrijk omdat we met dit en de andere acht voorbeeldprojecten verspreid over Nederland de mooie voornemens kunnen omzetten in tastbare resultaten. Belangrijk omdat we met samenwerking en nieuwe ideeën de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk, de grote steden, de provincies, de gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties inhoud geven.

Dames en heren!

Ik sprak zojuist al over de essentiële functie van groen in het stedelijk gebied. Waaruit bestaat die functie? Die is naar mijn opvatting vooral een verbindende rol. Het verbindt mensen, ideeën en gedachten. Zo ook de functie van groen.

Groen wordt steeds meer onderkend als een verbindende factor bij het aanpakken en oplossen van een aantal taaie maatschappelijke vraagstukken.

'Leefbaarheid', maar dat is mij een te abstract begrip. Het gaat om de kwaliteit van het wonen, de integratie van allochtonen en sociale cohesie; om de luchtkwaliteit en de problematiek rond fijnstof; om de economie en het vestigingsklimaat; om gezondheid, sport en bewegen.

U kent het onlangs uitgevoerde onderzoek Potenties van groen! Voor mij was de opvallendste uitkomst de relatie tussen de aanwezigheid van groen in de woonomgeving en obesitas.

Het onderzoek laat namelijk zien dat de aanwezigheid van groen kan leiden tot een vermindering van het aantal kinderen met overgewicht met circa vijftien procent in vergelijking met vergelijkbare woonwijken zonder groen. Dat lijkt mij een significante stap voorwaarts, en het verheugt me dat dit signaal is opgepikt door de wereld van de gezondheidszorg en het jeugdwelzijnsbeleid. Want zwaarlijvigheid, u weet het, is een potentiële tijdbom onder de volksgezondheid.

Ik zou meer voorbeelden kunnen geven, maar het ontbreekt me aan tijd. Laat ik volstaan met mijn motto: 'Met groen kun je meer doen.' Investeren in groen is bijzonder lonend, nu en in de toekomst, ook en vooral in en om de grote steden.

Die grote steden, dames en heren, hebben forse ambities op het gebied van groen. Ik juich dat van harte toe. Maar ik roep de steden ook op om creatief te zijn bij de verwezenlijking van die ambities. Vergeet vooral niet om andere partners dan het Rijk te zoeken om die investeringen in stedelijk groen mogelijk te maken. Groen heeft tenslotte raakvlakken met veel maatschappelijke kwesties, en dus met even zovele mogelijke investeringspartners.

Nog een punt: weet dat u als grote stad het wiel niet helemaal opnieuw hoeft uit te vinden. Zeker, elke locatie heeft haar eigen specifieke problematiek, maar ik ben ervan overtuigd dat u veel kunt leren van de aanpak van andere metropolen. Zo heeft het idee om de groenopgave rond de A2 te verbreden eigenlijk pas echt gestalte heeft gekregen tijdens een werkbezoek aan Parijs.

Dames en heren!

Sinds we vorig jaar de eerste stappen hebben gezet om groen in en om de stad hoger op de agenda te krijgen zijn we een eind op streek gekomen. Zo heeft LNV het programma Groene Partners in het leven geroepen, samen met VROM, Binnenlandse Zaken, de 31 grote steden, provincies en een aantal maatschappelijke organisaties.

Daaruit zijn een negental voorbeeldprojecten voortgekomen, waarvan de groenverbreding in Maastricht er één van is. De doelstelling van al die projecten is de verbreding van groen naar en de verbinding van groen met de maatschappelijke vraagstukken die ik zojuist noemde.

Het is daadwerkelijk een onnederlandse aanpak die recht doet aan de kwaliteit van leven. Ik steun deze projecten van harte, ook financieel. Daar moeten de gemeenten dan ook wel wat voor terugdoen. Ik verwacht dat ze de resultaten en opgedane kennis met andere partijen delen, en dat ze een dermate enthousiasme uitstralen dat die andere partijen niet kunnen wachten om ook aan de slag te gaan.

Dames en heren!

Ik heb me laten vertellen dat de gemeente Maastricht het A2-project ziet als onderdeel van een omvangrijke stedelijke vernieuwingsslag, waarin de 'groene' kwaliteit een belangrijke plaats moet krijgen. Ik denk overigens dat het College van Rijksadviseurs u met raad en daad terzijde zal kunnen staan, en zeg hun advisering omtrent dit project met graagte toe.

Ik dank u voor uw aandacht en wens u nog een werkzame dag toe.