Ministerie van Defensie

TOESPRAAK

15-01-2007
Toespraak bij de overdracht van de Hoofdwacht aan de gemeente Maastricht.
Spreker: Staatssecretaris C. van der Knaap

Maastricht is eeuwenlang een stad geweest van groot militair-strategisch belang. Romeinen, Spanjaarden, Fransen, Belgen of Duitsers; voor allen was dit kruispunt van oost naar west en noord naar zuid een gewilde buit. In Nederland is er nauwelijks een andere plaats te noemen waar de stad zo sterk in het teken van verdediging heeft gestaan. Vestingwerken, stadspoorten, kanonnen en garnizoensoldaten domineerden eeuwenlang het straatbeeld. Gelukkig zijn die tijden voorbij en in het nieuwe Europa wordt deze stad alleen nog belaagd door grote aantallen buitenlandse toeristen. De val van de muur en de omvorming van ons leger tot een expeditionaire krijgsmacht zijn ook van invloed geweest op de aanwezigheid van Defensie in deze prachtige stad. Diverse locaties zijn gesloten en vandaag neemt Defensie afscheid van haar Hoofdwacht; een uniek gebouw dat bijna driehonderd jaar door onze militairen is gebruikt. Met pijn in het hart eindigt daarmee ook onze eeuwenlange aanwezigheid op het Vrijthof.

Dames en heren,
Graag neem ik u mee terug in de tijd naar de oorspong van dit gebouw. De Hoofdwacht werd in 1738 gebouwd door Maastrichtenaar Hendrik Jacob Ghier voor de luttele som van 16.000 guldens oud geld, - voor zoiets krijg ik tegenwoordig nog niet eens mooie schuttersput! Het gebouw fungeerde als het zenuwcentrum van het militaire garnizoen dat ooit op zijn hoogtepunt uit maar liefst 11.000 militairen heeft bestaan. Vanaf deze plaats werden de soldaten, nadat zij waren geïnspecteerd, naar de poorten en andere wachtposten afgemarcheerd. Dit dagelijkse militaire ritueel, dat door tamboers en trompetters werd omlijst, bepaalde het ritme van het stedelijke leven. Nadat 's avonds de taptoe was geblazen, werden in dit gebouw de sleutels van de stadspoorten veilig opgeborgen. Ook werd hier het "wachtwoord" afgesproken dat nodig was om de vestingpoorten van Maastricht te kunnen passeren.

Jarenlang zorgde een omvangrijk garnizoen voor de veiligheid in deze stad. De verhoudingen tussen de militairen en de burgerij waren over het algemeen goed, waarbij het zeker hielp dat de middenstand zeer gelukkig was met de aanwezigheid van duizenden militairen. Ambachtslieden, winkeliers, aannemers, kroegbazen en bordeelhouders verdienden aan de militairen een goed belegde boterham. Daarnaast zorgden de militairen voor leven in de brouwerij. Het Vrijthof is talloze malen het toneel geweest van parades, défilés en beëdigingen, terwijl ook de militaire muziek hier vaak te horen was. Zonder de Hoofdwacht zou Maastricht ook niet over zo'n prachtig plein als het Vrijthof beschikken, immers er was ruimte nodig voor de dagelijkse parade en exercitie. De Hoofdwacht was niet alleen belast met de verdediging van de stad. De militairen leverden ook een bijdrage aan ordehandhaving en brandbestrijding, en hielpen mee het verkeer in goede banen te leiden. Zo bezien werd in Maastricht al vroeg invulling gegeven aan wat we tegenwoordig civiel-militaire samenwerking noemen.

In 1887 verloor Maastricht de functie van vestingstad. Hoewel het merendeel van de omvangrijke vestingwerken hierna afgebroken werd, bleef de Hoofdwacht intact en ook in gebruik. Toch kwam er langzamerhand een einde van onze aanwezigheid in de Maasstad. Was het leger vroeger vooral een stedelijke verschijning, vanaf de Tweede Wereldoorlog bouwde Defensie juist grote legerplaatsen op het platteland. Hier was immers voldoende oefenruimte en voldoende plaats voor al het rollende materieel. Overal in Nederland werden kazernes in steden gesloten, zo ook in Maastricht. De Tapijnkazerne is weliswaar nog in gebruik, maar wordt alleen nog door het NAVO/hoofdkwartier uit Brunssum gebruikt. De Hoofdwacht kon nog enige tijd dienst doen als zetel van Provinciaal Militair Commando, maar na een nieuwe reorganisatie werd ook deze in 1995 opgeheven. Hierna heeft het gebouw nog dienst gedaan als ruimte voor vergaderingen en bijeenkomsten van bijvoorbeeld de regimentscommandant van het Korps Limburgse Jagers. Echter, - om een lang verhaal kort te maken - , Defensie had niet langer een echte functie voor dit historische gebouw.

Maastricht krijgt nu de kans om een mooie bestemming te vinden voor dit unieke voorbeeld van militaire architectuur uit de achttiende eeuw. De stad heeft al sinds 1910 pogingen ondernomen om de Hoofdwacht in bezit te krijgen. Het gemeentebestuur dacht destijds echter wel heel anders over dit gebouw. Men vond - en ik citeer - het "een getuigenis van verregaande wansmaak" en het behoorde zo snel mogelijk te worden gesloopt "om niet langer het Vrijthof en de achtergelegen monumentale kerkgebouwen te ontsieren." Het gemeentebestuur was dan ook van plan om zo snel mogelijk tot afbraak over te gaan. Zo gezien is het dus niet zo slecht dat Defensie ruim de tijd heeft genomen om goed na te denken over de toekomst van de Hoofdwacht. Dit gebouw is tegenwoordig immers niet meer weg te denken uit het straatbeeld van de Maasstad en het huidige gemeentebestuur denkt er gelukkig ook heel anders over!

Dames en heren,
Ik zei het al, met pijn in het hart neemt Defensie afscheid van dit prachtige gebouw. Dat betekent echter niet dat Defensie uit de Limburgse regio verdwijnt. Het behoud van werkgelegenheid is ook in deze regio van groot belang en Defensie blijft zelf graag in alle provincies aanwezig. Zo zijn we met de Koninklijke Militaire School nog steeds vertegenwoordigd in Weert en zorgt ook de aanwezigheid van NAVO-staf in Brunssum voor belangrijke werkgelegenheid. Daar komt binnenkort het Centrale Betalingskantoor van Defensie bij, dat naar Kerkrade wordt verplaatst.

Defensie zal op één of andere manier aanwezig blijven in Maastricht. Het kan gaan om sociale activiteiten, zoals bijeenkomsten van de Officieren Vereniging Maastricht of meer officiële zaken, zoals veteranenevenementen of herdenkingen. Wat dat betreft herinner ik u, burgemeester Leers, graag aan uw woorden van vorig jaar toen u stelde dat: "de Limburgse Jagers in Maastricht altijd welkom zullen zijn en dat de gemeente voor een aantal evenementen gastheer zou willen zijn!" Wellicht zou uw prachtige oude stadhuis daarbij een rol kunnen spelenâ¦

Vandaag neemt u een prachtig stuk militair-historisch erfgoed van ons over. Ik ben er van overtuigd dat u hiervoor een goede bestemming weet te vinden. En spreek tevens de hoop uit dat u belang blijft hechten aan het in ere houden van de rijke militaire historie van de stad Maastricht.

(U ontvangt de sleutel van adjudant Lindeman. Deze adjudant is laatst actief dienende militair op de Hoofdwacht geweest.)

Burgemeester Leers, hierbij overhandig ik u de sleutel van de Hoofdwacht.