European Union



---


Brussel, 10 januari 2007

Een Europese aanpak voor kernenergie, veiligheid en beveiliging

Het is aan elke lidstaat om zelf te beslissen om al dan niet van kernenergie gebruik te maken. Kernenergie kan een belangrijke rol spelen in de Europese energiemix, op voorwaarde dat alle kwesties van veiligheid en beveiliging zorgvuldig worden aangepakt. Met dit voor ogen heeft de Europese Commissie voorgesteld een EU-werkgroep op hoog niveau van nationale regelgevers voor kernenergie op te richten met het oog op een verdere ontwikkeling van een gemeenschappelijke visie en Europese regels voor nucleaire veiligheid en beveiliging.

Overeenkomstig artikel 40 van het Euratom-Verdrag moet de Europese Commissie op gezette tijden een indicatief programma inzake kernenergie publiceren. In dat kader heeft de Commissie een mededeling bekendgemaakt met een overzicht van de investeringen in kernenergie in de afgelopen tien jaar en een bespreking van de rendabiliteit van elektriciteitsproductie in kerncentrales, de impact daarvan op de energiemix en de voorwaarden voor de sociale aanvaardbaarheid ervan.

Het is aan elke lidstaat zelf om te beslissen of voor de elektriciteitsproductie al dan niet van kernenergie gebruik wordt gemaakt. In Finland en Frankrijk is recentelijk besloten om het kerncentralepark uit te breiden. Andere EU-landen, zoals Nederland, Polen, Zweden, Tsjechië, Litouwen, Estland, Letland Slowakije, het Verenigd Koninkrijk, Bulgarije en Roemenië, hebben het debat over hun toekomstig kernenergiebeleid opnieuw gelanceerd. Met 152 kernreactoren, gespreid binnen de EU-27, is kernenergie momenteel goed voor 30% van de in Europa opgewekte elektriciteit. Als de geplande geleidelijke uitbanning van kernenergie in sommige EU-lidstaten echter doorgaat, zal dit aandeel aanzienlijk terugvallen. Om aan de verwachte energievraag te kunnen voldoen en Europa's afhankelijkheid van invoer te verminderen, moeten nu beslissingen over nieuwe investeringen of over de verlenging van de levensduur van bepaalde centrales worden genomen.

Een versterking van het aandeel van kernenergie is ook een mogelijke optie voor de vermindering van de CO -emissies en kan op die manier een belangrijk middel zijn om het probleem van de wereldwijde klimaatverandering aan te pakken. Kernenergie gaat in wezen niet gepaard met de uitstoot van kooldioxide en maakt daarom deel uit van het koolstofreductiescenario van de Commissie dat onder meer het terugdringen van de CO -emissies inhoudt. Dit kan ook een belangrijke overweging zijn bij de bespreking van toekomstige stelsels voor de handel in emissierechten.

De meest cruciale factor die van invloed is op de toekomst van kernenergie, is het probleem van de onderliggende rendabiliteit. Een kerncentrale vergt immers een grote initiële investering van 2 tot 3 miljard euro. De opwekking van elektriciteit in kerncentrales impliceert hogere bouwkosten dan vereist voor een klassieke centrale waarin fossiele brandstoffen worden verbrand. Na deze initiële investering liggen de exploitatiekosten echter aanzienlijk lager. Bovendien is de elektriciteitsproductie in kerncentrales grotendeels ongevoelig voor schommeling in de kostprijs van ruwe grondstoffen, aangezien een bescheiden hoeveelheid uraan, dat voor het grootste deel gewonnen wordt in stabiele regio's in de wereld, volstaat om een reactor gedurende decennia aan te drijven. In de meeste geïndustrialiseerde landen vormen nieuwe kerncentrales dus een economische manier om basisbelastingselektriciteit op te wekken.

Sinds 1997 heeft de nucleaire industrie zeer grote investeringen gedaan. De EU erkent het belang van de instandhouding van haar technologische voorsprong op het gebied van kernenergie en ondersteunt de verdere ontwikkeling van het meest geavanceerde kader voor alle aspecten van kernenergie, met inbegrip van non-proliferatie, afvalbeheer en ontmanteling. Sinds de sluiting van het Euratom-Verdrag behoren de nucleaire veiligheid en de bescherming van de bevolking tegen straling tot de voornaamste punten van zorg voor de Europese Gemeenschap, en gezien de recente en huidige uitbreiding daarvan geldt dit momenteel des te meer.

Op EU-niveau moet de opdracht erin bestaan om in die lidstaten welke kiezen voor kernenergie voort te gaan met de ontwikkeling van het meest geavanceerde kader daarvoor, in overeenstemming met de hoogste standaarden voor veiligheid, beveiliging en non-proliferatie als vereist bij het Euratom-Verdrag. Daaronder vallen ook de aspecten van het beheer van kernafval en de ontmanteling van stilgelegde centrales.