VNG wil een simpele eenmalige regeling voor asielzoekers

Vng

De VNG staat positief tegenover een voorstel voor een eenmalige regeling voor de groep oude asielzoekers, de asielaanvragers van voor 1 april 2001. Deze regeling moet elementen bevatten die de regeling effectief, praktisch en uitvoerbaar maken en waarbij een snelle realisatie mogelijk is. De afgelopen periode heeft de VNG bij zowel de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie als de leden van de Tweede Kamer zeer nadrukkelijk gepleit voor een ruimhartige regeling voor de zogenaamde Oude Wetters.

Voor gemeenten is het van essentieel belang dat er spoedig een einde komt aan de onzekerheid voor asielzoekers die vóór 1 april 2001 hun eerste asielaanvraag hebben ingediend en thans nog in Nederland verblijven. Gemeenten zijn daarom graag bereid bij te dragen aan een goede en vlotte uitvoering van een regeling.

De VNG staat positief tegenover het voorstel voor de uitvoering van een pardonregeling voor Oude Wetters dat via Vluchtelingenwerk Nederland is aangeboden aan de informateur en de fracties van de Tweede Kamer op 4 januari jongstleden. In het voorstel wordt hiervoor een tweetal criteria genoemd die naar ons oordeel de basis moeten vormen van een uiteindelijke regeling:

- Is het asielverzoek ingediend vóór 1 april 2001?

- Zijn er geen contra-indicaties van toepassing? Te denken valt aan bijvoorbeeld oorlogsmisdadigers of personen die veroordeeld zijn vanwege een ernstig delict.

Naast de IND hebben juist de gemeenten een belangrijke rol te vervullen bij de uitvoering van de regeling. Zowel in de eerste fase wanneer de voorselectie en het aanleveren van de gegevens van de doelgroep bij de IND plaatsvindt, als de daarop volgende fase: het zorgen voor reguliere huisvesting en het waar nodig aanbieden van een inburgeringstraject en/of een bijstandsuitkering hebben gemeenten een taak. Gemeenten willen zich hier sterk voor maken, zodat deze groep mensen snel actief aan de samenleving kan deelnemen. Ondersteuning vanuit het kabinet bij de uiteindelijke regeling is hierbij onontbeerlijk.

Gemeenten maken zich al geruime tijd grote zorgen over de groep oude asielzoekers. Deze mensen wachten al vijf tot soms wel vijftien jaar in voortdurende onzekerheid, angst en spanning op de definitieve afloop van hun asielprocedure. Gezien hun langdurig verblijf hebben zij inmiddels een sociaal leven in Nederland opgebouwd en zijn in meer of mindere mate geïntegreerd in de Nederlandse samenleving. De afgelopen weken worden gemeenten in toenemende mate benaderd en verzocht om tot het moment waarop een mogelijke regeling van kracht zal zijn een zogenaamde bed-, bad- en broodregeling tot stand te brengen voor hen die hoogstwaarschijnlijk onder de regeling zullen gaan vallen. Gezien de extra last die momenteel op de gemeentelijke schouders ligt, is het gemeenten ernst te komen tot een effectieve, praktisch en uitvoerbare regeling die snel tot stand moet komen.

Den Haag, 11 januari 2007