IP/07/29
Brussel, 10 januari 2007
De Commissie stelt een geïntegreerd pakket maatregelen inzake energie en
klimaatverandering voor om voor de 21e eeuw de emissies te doen dalen
De Europese Commissie stelt vandaag een uitgebreid pakket maatregelen voor
die samen een nieuw energiebeleid voor Europa vormen. Dit beleid heeft tot
doel de klimaatverandering te bestrijden en de continuïteit van de
energiebevoorrading en het concurrentievermogen van de energiesector te
verbeteren. Het maatregelenpakket omvat een reeks ambitieuze doelstellingen
inzake broeikasgasemissies en hernieuwbare energie, en is erop gericht een
echte interne markt voor energie tot stand te brengen en doeltreffende
regelgeving aan te moedigen. Als internationale overeenstemming wordt
bereikt over het kader voor de periode na 2010, zullen de emissies van de
ontwikkelde landen tegen 2020 met 30% afnemen, zo meent de Commissie. Om
haar verbintenis verder te benadrukken, stelt de Commissie voor dat de
Europese Unie zich er nu toe verbindt de emissies van broeikasgassen tegen
2020 met minstens 20% te doen dalen, met name via energiemaatregelen.
"Dit is een scharniermoment voor de Europese Unie. Het energiebeleid
was van bij het begin van het Europese project een van de
belangrijkste beleidsgebieden. We moeten het die centrale plaats
teruggeven. Alle EU-lidstaten hebben te kampen met de uitdagingen van
de klimaatverandering, de toenemende afhankelijkheid van ingevoerde
energie en hogere energieprijzen. Een gemeenschappelijke Europese
reactie is noodzakelijk om duurzame, concurrerende en continu
geleverde energie te waarborgen. De voorstellen die de Commissie
vandaag heeft gedaan benadrukken onze verbintenis om op dit gebied een
toonaangevende rol te spelen en een langetermijnvisie te ontwikkelen
voor een nieuw energiebeleid voor Europa dat een antwoord biedt op de
klimaatverandering. We moeten nu handelen om vorm te geven aan de
wereld van morgen", verklaarde Commissievoorzitter José Manuel
Barroso.
Andris Piebalgs, Commissaris voor energiebeleid, voegde daaraan toe:
"Als we nu de juiste beslissingen nemen, kan Europa de weg bereiden
voor een nieuwe industriële revolutie: de totstandbrenging van een
koolstofarme economie. Onze ambitie om een goed functionerende interne
markt te verwezenlijken, een schonere en efficiënte energiemix te
promoten en de juiste keuzes te maken op het vlak van onderzoek en
ontwikkeling bepalen of wij in dit nieuwe scenario een voortrekkersrol
zullen spelen of anderen zullen volgen."
Stavros Dimas, Commissaris voor milieu, verklaarde: "De
klimaatverandering is een van de grootste bedreigingen voor onze
planeet. Optreden tegen klimaatverandering is een absolute noodzaak.
Vandaag hebben we overeenstemming bereikt over een pakket ambitieuze
maar realistische streefcijfers, die een ondersteuning vormen voor
onze wereldwijde inspanningen om klimaatveranderingen en de ergste
gevolgen daarvan te beperken. Ik vraag de rest van de ontwikkelde
wereld met aandrang om ons op de ingeslagen weg te volgen, om hun
emissies even sterk te verminderen als wij en om sneller werk te maken
van een internationale overeenkomst inzake een vermindering van de
wereldwijde emissies."
Europa staat voor echte uitdagingen. De kans dat de wereldwijde
temperatuur deze eeuw met meer dan 5°C zal stijgen, bedraagt meer dan
50%. Volgens de huidige ramingen zullen de emissies van de EU tegen
2030 met ongeveer 5% stijgen in plaats van te dalen, als we ons
energie- en vervoersbeleid ongewijzigd voortzetten. Volgens de huidige
tendens zal onze afhankelijkheid van ingevoerde energie, die momenteel
50% van het totale energieverbruik in de EU bedraagt, sterk stijgen
tot 65% in 2030. Bovendien is de interne markt voor energie nog niet
voltooid, waardoor de EU-burgers en de economie van de EU niet
volledig profijt kunnen trekken van de liberalisering van de
energiemarkt.
Met het pakket maatregelen dat de Commissie vandaag voorstelt, wordt
getracht een oplossing te vinden voor deze uitdagingen, op basis van
drie centrale pijlers:
1. Een echte interne markt voor energie
Het doel van een dergelijke markt is de energiegebruikers in de EU,
zowel burgers als bedrijven, een echte keuze te bieden en de aanzet te
geven voor de noodzakelijke hoge investeringen in energie. De
eengemaakte markt is niet alleen is niet alleen goed voor het
concurrentievermogen, maar ook voor de duurzaamheid en de continuïteit
van de energievoorziening.
Uit onderzoek naar de concurrentie in de sector en de mededeling over
de interne markt blijkt dat er meer maatregelen moeten worden genomen
om dit doel te verwezenlijken via een duidelijker scheiding van de
energieproductie en de energiedistributie (see IP/07/26). In het
maatregelenpakket wordt ook gepleit voor sterker onafhankelijk
regelgevend toezicht, rekening houdend met de Europese markt, en voor
nationale maatregelen, teneinde de doelstelling van de Europese Unie,
namelijk een interconnectieniveau van minstens 10%, te verwezenlijken
door belangrijke knelpunten te identificeren en coördinatoren aan te
stellen.
2. Een versnelling van de verschuiving naar koolstofarme energie
Om de positie van de EU als wereldleider op het vlak van duurzame
energie veilig te stellen, stelt de Commissie voor zich ertoe te
verbinden om tegen 2020 20% van de totale energiemix van de EU uit
hernieuwbare energiebronnen te halen. Dit vereist een enorme groei in
de drie deelgebieden van de sector duurzame energie: elektriciteit,
biobrandstoffen en verwarming en koeling. Deze doelstelling wordt
aangevuld met een minimumdoelstelling van 10% biobrandstoffen.
Bovendien zal in 2007 een pakket maatregelen inzake duurzame energie
worden voorgesteld dat specifieke acties omvat om de marktpenetratie
van biobrandstoffen en duurzame energie voor verwarming en koeling te
vergemakkelijken.
Het is ook van cruciaal belang dat er aan onderzoek wordt gedaan om de
kosten van schone energie te verlagen en om ervoor te zorgen dat de
EU-industrie in de kopgroep van de snel groeiende sector 'koolstofarme
technologie' zit. Om deze doelstellingen te verwezenlijken zal de
Commissie een strategisch Europees energietechnologieplan voorstellen.
De Europese Unie zal haar jaarlijkse uitgaven voor energieonderzoek in
de volgende zeven jaar ook met minstens 50% optrekken.
Kernenergie vertegenwoordigt nu 14% van het energieverbruik van de EU
en 30% van de elektriciteit in de EU. In de voorstellen van de
Commissie wordt benadrukt dat elke lidstaat moet beslissen al dan niet
gebruik te maken van kernenergie. De Commissie beveelt wel aan een
eventuele daling van het kernenergiegebruik in de EU te compenseren
door de invoering van andere koolstofarme energiebronnen, zoniet wordt
het nog moeilijker de emissies van broeikasgassen te verminderen.
3. Energie-efficiëntie
De Commissie herhaalt dat zij ernaar streeft tegen 2020 het totale
verbruik van primaire energie met 20% te doen dalen. Indien zij daarin
slaagt, zou dat betekenen dat de EU in 2020 ongeveer 13% minder
energie gebruikt dan vandaag, wat neerkomt op een besparing van 100
miljard euro en een vermindering van de CO2-emissies met ongeveer 780
ton per jaar.
De Commissie stelt het volgende voor: een versnelling van het gebruik
van energie-efficiënte voertuigen, strengere normen en een betere
etikettering van toestellen, een verbetering van de energieprestaties
van bestaande gebouwen in de EU en een efficiëntere opwekking,
transmissie en distributie van warmte en elektriciteit.
De voorstellen die op basis van deze drie pijlers worden gedaan,
moeten worden onderbouwd door een coherent en geloofwaardig
buitenlands beleid.
Een internationaal energiebeleid, waarin de EU met één stem spreekt
De Europese Unie kan haar doelstellingen inzake energie en
klimaatverandering niet alleen verwezenlijken. Ze moet daarvoor
samenwerken met zowel de ontwikkelde als de ontwikkelingslanden en met
de energieverbruikers en -producenten. De Europese Unie zal
doeltreffende solidariteitsmechanismen ontwikkelen om het hoofd te
bieden aan crisissen in de energiebevoorrading en zal actief werken
aan een gemeenschappelijk extern energiebeleid om steeds vaker "met
één stem te spreken" met derde landen. Ze zal trachten echte
energiepartnerschappen met leveranciers tot stand te brengen, op basis
van transparantie, voorspelbaarheid en wederkerigheid.
Op basis van de resultaten van het raadplegingsproces over haar
groenboek uit 2006 heeft de Commissie al vooruitgang geboekt op weg
naar een meer coherent extern energiebeleid, zoals blijkt uit de
oprichting van een netwerk van correspondenten voor de continuïteit
van de energievoorziening. De Commissie stelt een uitgebreide reeks
concrete maatregelen voor ter versterking van internationale
overeenkomsten, zoals het Verdrag over het Energiehandvest, het
klimaatstelsel na Kyoto en de uitbreiding van de emissiehandel naar
partners over de hele wereld. Zij zal ook de bilaterale overeenkomsten
met derde landen verder uitbreiden, zodat energie een integrerend
onderdeel wordt van alle externe betrekkingen van de EU en met name
van het Europees nabuurschapsbeleid. Als belangrijke nieuwe
initiatieven stelt de Commissie voor een algemeen Afrikaans-Europees
partnerschap te ontwikkelen, alsmede een internationale overeenkomst
inzake energie-efficiëntie.
Er is dringend behoefte aan concrete actie. De raadpleging van de
sector, de strategische beoordeling en het actieplan vormen samen de
kern van het voorgestelde nieuwe Europese energiebeleid. Het doel van
dit proces is beginselen om te zetten in concrete
regelgevingsvoorstellen. Tijdens de voorjaarsbijeenkomst van de
Europese Raad zal de Commissie de goedkeuring van haar voorstellen
inzake energie en klimaatverandering vragen. Op basis van de
besprekingen die dan plaatsvinden, zal zij vervolgens voorstellen voor
regelgeving doen.
Alle documenten zijn te vinden op de volgende adressen:
http://europa.eu/press_room/presspacks/energy/index_en.htm
http://europa.eu/press_room/presspacks/energy/index_de.htm
http://europa.eu/press_room/presspacks/energy/index_fr.htm
European Union