Nieuwjaarstoespraak Leo de Wit
Amsterdam, 9 januari 2007
Het Amsterdamse parket heeft de laatste jaren een constante en goede
kwaliteit laten zien. Vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de
strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde functioneert het
Openbaar Ministerie (OM) met gezag in het veiligheidsbeleid.
Prioriteiten en beleid zijn helder en duidelijk. Dat geldt zowel voor
de aanpak van de zogenaamde aangiftecriminaliteit als voor de aanpak
van minder direct zichtbare criminaliteit in onze regio. De werklast
van het parket is zeer hoog; het afgelopen jaar laat wederom een
stijgingspercentage in de hoeveelheid afgedane zaken zien van ongeveer
8%. Daarnaast levert het parket Amsterdam in kleine, maar ook in grote
zaken kwalitatief goed werk. Grote en indrukwekkende zaken liggen nog
vers in het geheugen.Het parket maakt bovendien op een goed
georganiseerde manier gebruik van nieuwe wettelijke mogelijkheden als
de ISD-maatregel. Onderzoeken tonen veel waardering voor de wijze
waarop de ketenunits functioneren. Zij dragen bij aan effectieve
strafrechtelijke beslissingen. Ze zijn onmisbaar in de geconcentreerde
aanpak van de criminaliteit onder jeugd en veelplegers. Ook in de
overlastbestrijding is de informatiepositie en de ervaring met
samenwerking in ketenunits belangrijk gebleken.
Opsporingsberichtgeving via de media heeft geleid tot een hoog
oplossingspercentage bij de voetbalrellen tijdens de huldiging van
Ajax.
De planning van de laatste jaren liet hoge aspiraties zien op het
gebied van ontnemingen. Het OM in Amsterdam heeft deze doelstellingen
gehaald.
De toepassing van de wet BIBOB blijkt voor het bestuur een effectief
hulpmiddel bij de invulling van zijn verantwoordelijkheid om
georganiseerde criminaliteit tegen te gaan.
De samenwerking met het Landelijk Parket en die tussen het korps
Amsterdam-Amstelland en de Nationale Recherche laat hoopvolle
resultaten zien in de opsporing en vervolging van leidende figuren in
de zware en georganiseerde criminaliteit.
Het Amsterdamse parket rondt dit jaar een grootscheepse reorganisatie
af. Deze reorganisatie wordt niet alleen ingegeven door
efficiency-overwegingen, maar evenzeer door het zoeken naar ruimte om
de professionele kwaliteit van het werk te versterken en te
verbeteren. Wij organiseren tegenspraak als het gaat om belangrijke
beslissingen in opsporing en vervolging. Wij organiseren
wetenschappelijk advies in zaken die ertoe doen. Grootschalige
onderzoeken worden geleid door meerdere Officieren van Justitie. Ook
de politie zal grootschalige opsporing in vaste structuren
organiseren. Een Cold Case en Review-team is inmiddels geformeerd.
Een breed pakket aan opleidingsvoorzieningen is tot stand gebracht.
Het parket heeft een meerjarenplan tot 2010 afgerond. In het kader
daarvan zullen we ook stilstaan bij de ontwikkeling van
criminaliteitsbeeldanalyses en een meer actief, alert en assertief
communicatiebeleid.
Aan alle medewerkers van het Amsterdamse parket komt voor de geleverde
inspanningen lof toe.
RESULTATEN 2006
Productie politie
De politie heeft in 2006 een goede prestatie geleverd. De instroom op
het parket is sinds maart stelselmatig toegenomen. Vooral
Amsterdam-Amstelland is vanaf die maand beter gaan presteren. Gooi en
Vecht doet het al langer volgens verwachting.
Per jaar (t/m november):
Regio
2001
2002
2003
2004
2005
2006
A-A
18532
19561
19898
19669
19038
21324
G&V
2353
2408
2439
2252
2484
2270
Overig
3448
3391
4299
4790
4687
4092
Totaal
24333
25360
26636
26711
26209
27686
Vooral de instroom van de goede zaken neemt toe. Zo is de stijging
voornamelijk terug te vinden bij geweldsdelicten, vernielingen en
openbare ordefeiten. Ook het aantal jeugdigen in strafzaken neemt toe.
Dat is bewust de lijn geweest.
Misdrijfzaken
Daarnaast nemen ook onze eigen prestaties toe. We hebben zoân 8% meer
misdrijfzaken afgedaan dan in 2005. Dat is een forse stijging met een
gelijkblijvende bezetting.
In beide jaren t/m november:
Wijze Van Afdoening
2005
2006
Dagvaarden
17043
18646
Onvoorwaardelijk sepot
2080
2501
Overdracht
316
256
Transactie
6415
6580
Voegen
1094
1116
Voorwaardelijk sepot
92
112
Totaal
27040
29211
Ook het interventiepercentage zit alweer een jaar stevig in de lift.
Interventiepercentage per kwartaal
Interventiepercentage
2005 1
2005 2
2005 3
2006 1
2006 2
2006 3
91,8%
91,2%
84,4%
86,7%
89,0%
89,7%
Kantonzaken
De prestaties van de politie in 2006 waren conform de gemaakte
afspraken.
Regio
2001
2002
2003
2004
2005
2006
A-A
29912
22362
31610
46912
34952
33639
G&V
886
1160
1591
1776
1430
1220
Overig
6072
7159
9287
13528
13426
9920
Totaal
36870
30681
42488
62216
49808
44779
Er zijn door het parket Amsterdam dit jaar 52.835 zaken afgedaan. Dat
betekent dat het aantal afdoeningen, net als in 2005, wederom
aanmerkelijk hoger is dan de instroom van zaken, zodat de werkvoorraad
verder is geslonken. Daardoor zullen in de toekomst zaken sneller aan
de kantonrechter worden voorgelegd.
Doelgroepenbeleid
In het kader van het doelgroepenbeleid is het afgelopen jaar het
volgende tot stand gekomen.
Veelplegers
De ISD-inrichting is inmiddels zo goed als vol, de eerste uitstroom
wordt in januari verwacht. De ketenpartners hebben afspraken gemaakt
omtrent de nazorg van deze personen zodat ze niet direct in een gat
vallen.
Aantallen:
* 205 personen veroordeeld tot ISD-maatregel in twee jaar tijd,
geteld tot november 2006;
* In totaal komen op dit moment nog 519 personen voor de
ISD-maatregel in aanmerking.
Verder staat volgend jaar in het teken van verbetering van programma's
binnen de ISD-inrichting en het vinden van oplossingen voor de groep
veelplegers die kampen met psychiatrische problemen. In 2005 en 2006
is de persoonsgerichte aanpak ten aanzien van veelplegers verder
uitgebreid van de binnenstad naar alle ketenunits.
Dit betekent, dat in de vijf districten op de vijf ketenunits
wekelijks overleg plaatsvindt met de justitiële en zorgpartners om te
komen tot een gezamenlijke aanpak. Deze aanpak is gericht op het
toeleiden naar zorg in een vroeg stadium, ter voorkoming van recidive.
Tenslotte zullen wij net als voorgaande jaren voor veelplegers hogere
straffen eisen.
Jeugd/Ketenunits
Een verdere uitbreiding van het takenpakket van de ketenunits heeft
plaatsgevonden in het kader van de groepsaanpak. In elk stadsdeel is
een lijst opgesteld van de hinderlijke, overlastgevende en criminele
groepen. In een intensieve samenwerking door driehoekspartners wordt
bepaald welke groepen en individuen worden aangepakt. Afstemming met
leerplichtambtenaren is sterk verbeterd hetgeen tot gevolg heeft, dat
meer leerplichtzaken worden afgedaan. In 2005 zijn in totaal 600
leerplichtzaken door het OM afgedaan, waarbij in 283 zaken het
minderjarige verdachten betrof en in 317 zaken de ouder(s) als
verdachte(n) zijn aangemerkt. In 2006 (tot 4 december) is dit aantal
gestegen naar 738 waarvan 321 minderjarig en 417 meerderjarig.
OM jeugdtaakstrafzittingen op ketenunits
Met ingang van 1 februari 2007 start het Arrondissementsparket
Amsterdam met taakstrafzittingen Jeugd in het officiersmodel. De
samenwerkende partners op het gebied van het jeugdstrafrecht achten
een stevige en herkenbare presentatie van straffen aan jeugdigen van
groot belang. Momenteel wordt de impact van de (schriftelijk
aangeboden) taakstraftransactie vaak te gering geacht. Om deze te
vergroten zullen in het vervolg taakstrafzittingen Jeugd op de
Amsterdamse Ketenunits en op het kantongerecht te Gooi en Vechtstreek
worden georganiseerd waarbij zowel de jeugdige verdachte als ouders
worden uitgenodigd. Als de taakstraf is opgelegd, is de coördinator
van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig om direkt afspraken te
maken omtrent de ingangsdatum en lokatie van de uit te voeren
taakstraf. Met deze nieuwe werkwijze wordt beoogd een groot
pedagogisch effect te bereiken en tot een snellere afdoening van
jeugdstrafzaken te komen.
Interventieteams
Amsterdam West kent een grote overlastproblematiek. Met de komst van
het SAOA (Stichting Aanpak Overlast Amsterdam) wordt een nieuw
instrument gecreëerd, aanvullend op het huidige aanbod op straat. De
stichting spreekt leden van problematische jeugdgroepen aan op hun
overlastgevend gedrag op straat en begeleiden deze jongens - en hun
ouders - bij het nakomen van te maken afspraken, die leiden tot een
aantoonbare afname van de overlast op straat.
Ontnemingen
Een belangrijk speerpunt van parket Amsterdam betreft het afnemen van
criminele winsten. Misdaad mag en zal niet lonen.
Binnen het parket zijn er dan ook medewerkers vrijgesteld die continu
nagaan of er in een onderzoek mogelijk sprake is van financieel
voordeel en zo ja, of er een mogelijkheid bestaat om dit af te nemen.
Het OM kijkt in dit verband ook nadrukkelijk naar "onverklaarbaar
vermogen" in handen van ons bekende criminelen. Het afgelopen jaar
hebben we gezien dat rechterlijke uitspraken de visie ondersteunen dat
het signaleren van dit "onverklaarbaar vermogen" kan leiden tot een
veroordeling ter zake het delict witwassen; namelijk het voorhanden
hebben van een goed (indirect) afkomstig uit enig misdrijf.
Het afgelopen jaar is via die methode een twintigtal actieve
criminelen bij de politie in beeld gekomen en van hun zichtbare
welstand ontdaan. De mensen in de stad zien dat natuurlijk ook.
Het komende jaar zullen we de onderzoeken naar "onverklaarbaar
vermogen" voortzetten en ook kijken naar andere voorwerpen dan autoâs;
denk bijvoorbeeld aan onroerend goed, en kostbare boten. Mooier dan de
rechtbank Amsterdam in een van haar vonnissen kan ik het niet zeggen:
"Door dit gedrag werkt verdachte mee aan het in stand houden van een
beeld bij sommigen dat de meerderheid van onze samenleving die door
eerlijke arbeid haar brood verdient, als "losers" zijn aan te merken."
En dit beeld zullen we ook het komende jaar weer met kracht
bestrijden.
Opsporingsberichtgeving
Opsporingsberichtgeving onderscheidt zich van voorlichting doordat het
een opsporingsmiddel is, niet gericht op voorlichting, maar op
aanhouding van verdachten. Hiervoor wordt de hulp van het publiek
gevraagd bij het verzamelen van informatie over een gepleegd misdrijf.
Opsporingsberichtgeving gebeurt in opdracht en onder verantwoording
van het OM.
Het afgelopen jaar heeft Amsterdam veelvuldig de hulp van het publiek
ingeschakeld bij de oplossing van zaken. OM en politie Amsterdam
realiseren zich dat met behulp van opsporingsberichtgeving in lastige
en ernstige zaken vaak goede resultaten kunnen worden geboekt.
Amsterdam was dan ook het afgelopen jaar, zoals ook de jaren ervoor,
belangrijkste leverancier van het landelijke tv-programma "Opsporing
Verzocht". Maar ook lokale en andere media zijn benut, zoals de gratis
krant "Spits", het programma "Ter Plaatse" van RTV NH en het plaatsen
van fotoâs van anonieme verdachten op een internetpagina. Van deze
laatste wijze van opsporingsberichtgeving oordeelde het College
Bescherming Persoonsgegevens dit jaar dat deze in overeenstemming is
met privacyregels.
Een voorbeeld waarbij de inzet van opsporingsberichtgeving tot een
hoog oplossingspercentage heeft geleid, is de aanhouding van in een
grote groep verdachten naar aanleiding van de onlusten op en rond het
Leidseplein bij de huldiging van Ajax. Naar aanleiding van door de
politie en door burgers gemaakte opnames, hebben wij beelden getoond
via lokale en landelijke media. Dit leidde tot met december 2006 tot
43 aanhoudingen, waarvan het grootste deel heeft bekend en inmiddels
is veroordeeld.
Op dit pad gaan wij door en we zullen volgend jaar nieuwe media en
mogelijkheden voor opsporingsberichtgeving verkennen.
BIBOB
In 2003 is de wet BIBOB ingevoerd. Deze wet geeft het bestuur onder
meer de mogelijkheid vergunningen in te trekken of niet te verlenen
als die vergunning gebruikt zou kunnen worden voor het witwassen voor
crimineel verkregen geld of gebruikt zou kunnen worden voor het plegen
van misdrijven. Het onderzoek hiernaar wordt op verzoek van het
bestuur gedaan door het landelijk bureau BIBOB. In deze wet is ook een
rol weggelegd voor de officier van justitie. De officier van justitie
kan namelijk het bestuur adviseren om bij dat landelijke bureau advies
aan te vragen omdat de officier van justitie over informatie beschikt
die voor de beoordeling van belang kan zijn. Dit heet de zogenaamde
tip-functie van de officier van justitie. Meteen na het invoeren van
de wet BIBOB hebben bestuur en het OM van Amsterdam goede afspraken
met elkaar gemaakt over de wijze waarop met deze wet wordt omgegaan.
In de afgelopen jaren heeft de officier van justitie al vele malen het
bestuur getipt over een situatie die valt onder deze wet. Het
onderzoek en advisering van het landelijk bureau heeft al geleid tot
het intrekken of niet verlenen van een aantal vergunningen. Het gaat
dan om vergunningen van horecagelegenheden, koffieshops, speelhallen
en seksbedrijven. Tot op heden is het beleid van het bestuur hierin
heel succesvol geweest. Ook de nu lopende procedure van de gemeente
tegen een eigenaar en financier van een zeer groot aantal prostitutie
panden op de wallen is tot stand gekomen op aangeven van het OM.
Bovendien heeft de officier van justitie in deze zaak nauw
samengewerkt met het landelijke BIBOB bureau. Het krachtdadig optreden
van het bestuur is een meer dan welkome aanvulling in de bestrijding
van de georganiseerde criminaliteit. Wij ondersteunen het beleid van
gemeente Amsterdam van harte en zullen hier ook de komende jaren mee
doorgaan.
Voetbal
In september 2006 hebben politie, gemeente en OM Amsterdam, tezamen
met Ajax en de ArenA, een convenant gesloten. Hierin staan onder meer
afspraken over ieders verantwoordelijkheid bij en rond
voetbalwedstrijden. Onderdeel van dit convenant maakt uit, dat de
politie in bepaalde gevallen de namen van personen aan Ajax kan
doorgeven. Dit mede naar aanleiding van de gebeurtenissen rond de
wedstrijd Jong Ajax-Jong Feyenoord.
Het OM is verantwoordelijk voor de strafrechtelijke vervolging van
diegenen die rond voetbalwedstrijden strafbare feiten plegen. Per 1
december 2006 is een nieuwe Aanwijzing bestrijding van
voetbalvandalisme en âgeweld in werking getreden. In lijn met deze
nieuwe aanwijzing en met het door OM Amsterdam reeds gevoerde beleid
in 2006, zal het OM in principe alle misdrijfzaken dagvaarden en bij
de rechter een strafrechtelijk stadionverbod vragen als bijzondere
voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf.
Dit geldt als ondersteuning van het (civiele) stadionverbod zoals de
KNVB oplegt. In 2006 hebben de meeste verdachten die door de rechter
werden veroordeeld ook inderdaad zoân stadionverbod opgelegd gekregen.
In het komende jaar zal dit beleid worden voortgezet. Daarnaast willen
OM en politie meer aandacht gaan besteden aan het bezit en het
afsteken van vuurwerk en fakkels in de stadions. In een vol stadionvak
is het immers mogelijk dat het afsteken of gooien van vuurwerk
personen in gevaar kan brengen, hetgeen een misdrijf oplevert. Met
behulp van camerabeelden gaat het OM zich inzetten voor vervolging van
die personen die hiermee andere supporters in gevaar brengen.
Enkele bijzondere zaken in 2006
Het Parket Amsterdam heeft een bewogen jaar achter de rug, waarin
ingrijpende beslissingen werden genomen en waarin zaken werden
behandeld die veel media-aandacht en maatschappelijke discussie
teweegbrachten. Denk hierbij aan de strafzaak tegen de moordenaar van
A. Luchies, het vinden van het lichaam van Angélique van Leijenhorst,
de vervolgingsbeslissing in de zaak Millecam en de eerste veroordeling
wegens afpersing in de Amsterdamse vastgoedwereld. Hieronder lichten
we twee zaken nader toe.
Melchers
Op 12 september 2005 werd Claudia Melchers uit haar woning in
Amsterdam ontvoerd. De ontvoerders hebben daarbij geweld gebruikt
tegen mevrouw Melchers zelf en haar bovenbuurman. Bovendien waren de
twee jonge kinderen van mevrouw Melchers getuige van deze voor hen
traumatische gebeurtenis. De ontvoerders lieten een losgeld brief
achter. Het meest opvallende hierin was dat zij 300 kilogram cocaïne
eisten. Onder leiding van de Amsterdamse officier van justitie is
onmiddellijk een zeer grootschalig onderzoek gestart. Dit onderzoek
liep door nadat mevrouw Melchers na enkele dagen was vrijgelaten. Uit
haar verhoren bleek dat zij onder druk was gezet door haar ontvoerders
om ook nadat zij was vrijgelaten een groot bedrag aan de ontvoerders
te geven. De ontvoerders dreigden mevrouw Melchers of haar kinderen
iets ernstigs aan te doen als zij niet zou betalen. Uit het onderzoek
bleek ook dat een van de ontvoerders naar Brazilië was vertrokken.
Deze hield via een speciale e-mail constructie contact met mevrouw
Melchers. In deze ontvoering heeft de politie onder soms moeilijke
omstandigheden een opsporingsonderzoek verricht van hoge kwaliteit.
Het heeft niet lang geduurd voordat op bevel van de officier van
justitie de twee hoofdverdachten werden aangehouden. Ook werden drie
handlangers aangehouden die in oktober van vorig jaar zijn veroordeeld
tot straffen variërend van 6 jaar voor één van de uitvoerders van
de ontvoering tot 2 jaar en 6 maanden voor een helpster. Wij
verwachten dat beide hoofdverdachten in het begin van dit jaar door de
rechtbank Amsterdam berecht kunnen worden maar zijn hierbij
afhankelijk van de medewerking van Brazilië. Recentelijk oordeelde
een rechtbank in Brazilië dat de gevraagde uitlevering van de zich
aldaar bevindende hoofdverdachte toelaatbaar is. Hoewel cassatieberoep
hiertegen nog openstaat, is de verwachting dat deze verdachte binnen
afzienbare tijd aan Nederland uitgeleverd zal worden. Ik complimenteer
de politie met het grondige onderzoek. Het OM Amsterdam leeft mee met
mevrouw Melchers en haar familie, voor wie de ontvoering een
traumatische ervaring is geweest.
Liquidaties
Eind 2005 en in het voorjaar van 2006 werd Amsterdam opgeschrikt door
een groot aantal liquidaties in het criminele milieu van Amsterdam die
in korte tijd na elkaar werden gepleegd. Ook in de jaren daarvoor is
een aantal liquidaties gepleegd die tot op heden nog niet konden
worden opgelost. Het is bijna een open deur om te stellen dat
onderzoeken naar liquidaties in het criminele milieu buitengewoon
ingewikkeld zijn. Noch van de zijde van de slachtoffers noch van de
zijde van de mogelijke daders is enige vorm van medewerking te
verwachten.
Eventuele omstanders of getuigen van een liquidatie zijn meestal te
veel verward door de gebeurtenis en te bang om een goede
getuigenverklaring af te kunnen leggen. Op deze wijze is het zeer
ingewikkeld om een liquidatie op te kunnen lossen. Ook in het grote
onderzoek van de nationale recherche tegen Willem H en andere
personen, aan welk onderzoek Amsterdam ruime steun verleent, is wel
sprake van verdenkingen, maar blijkt het tot op heden zeer moeilijk om
daarvoor verdachten aan te houden.
Op 20 april 2006 werd een getuige in een onderzoek van de nationale
recherche geliquideerd. Dit was Thomas van der Bijl.
Ook in deze zaak is er door de Amsterdamse recherche uitstekend
opsporingswerk verricht. Inmiddels zijn er voor deze liquidatie vijf
verdachten aangehouden die nu nog steeds in voorlopige hechtenis
zitten. Ook in het onderzoek naar de moord op Willem Endstra zijn in
december 2006 drie verdachten aangehouden die zich thans in voorlopige
hechtenis bevinden.
Onder leiding van het OM Amsterdam doet de Amsterdamse politie nog
steeds intensief onderzoek naar liquidaties en wij verwachten in 2007
positieve resultaten te kunnen melden.
NIEUWE ONTWIKKELINGEN 2007
Vanaf 2007 heeft het parket een nieuwe organisatiestructuur waarin de
procesbenadering centraal staat. Dit moet dit leiden tot doelmatiger
werken, onder meer bij de grote aantallen eenvoudige zaken. Maar er
komt ook extra aandacht voor de kwaliteit in de zaaksafdoening, in het
bijzonder bij de grotere en ingewikkelde zaken.
Grootschalige Opsporing
Om de zaken goed te doen is ook een goede organisatie nodig. Het is
een essentiële randvoorwaarde voor het behalen van onze
beleidsinhoudelijke doelstellingen. De komende jaren investeert het OM
daarom stevig in de professionalisering van medewerkers en de
verbetering van de werkprocessen. Zo gaat een sterke impuls uit van
het landelijke Verbeterprogramma Opsporing en Vervolging. Het gaat om
een groot aantal maatregelen, variërend van intensieve
deskundigheidsbevordering voor parketmedewerkers, tot het organiseren
van tegenspraak en verdere professionalisering van de forensische
opsporing. Met de politie treffen we in het kader van het
verbeterprogramma ook uitgebreide maatregelen om de kwaliteit van het
recherchewerk op een hoger plan te brengen. Daarbij besteden we veel
aandacht aan het verbeteren van de informatiepositie.
In het kader van het verbeterprogramma zullen met ingang van 1 maart
2007 grote en gevoelige opsporingsonderzoeken zowel in de regio
Amsterdam als in de regio Gooi en Vechtstreek worden uitgevoerd door
zogenaamde Teams Grootschalige Opsporing. Dat garandeert dat bij deze
onderzoeken alle functies â en dan moet U denken aan verhoorders,
tappers, observatie, techniek, informatie, forensische rechercheurs en
dergelijke â in voldoende mate aanwezig zijn. Dat vergt een forse
inspanning van de politie. Maar ook het OM levert een inspanning. In
de toekomst zullen alleen ervaren officieren van justitie, die
bepaalde opleidingen hebben gevolgd, leiding geven aan deze grote
onderzoeken. Ook werken wij met een dubbele bezetting aan officieren
in deze onderzoeken. Daarnaast wordt bij deze grote onderzoeken altijd
een zeer ervaren officier van justitie als tegenspreker aangewezen.
Die officier volgt het hele onderzoek vanaf een zekere afstand met een
kritische blik. Hij kijkt of alle beslissingen die de zaaksofficier
heeft genomen of wil nemen de enig juiste en logische beslissing is,
of er geen onderzoeklijnen worden verwaarloosd en of er ook genoeg
naar ontlastende informatie wordt gezocht.
Cold Case en Review
Eind november van het vorig jaar is het Cold Case en Review-team van
de politie Amsterdam van start gegaan. Dit team gaat per jaar in
totaal ongeveer 20 reviewonderzoeken doen en ongeveer zes cold
case-onderzoeken voor de regioâs Amsterdam Amstelland, Gooi en
Vechtstreek en Flevoland. In het kader van review gaat dit team
lopende onderzoeken beoordelen waarvan de politie of het OM het
wenselijk vindt dat daar door professionals die niet bij het onderzoek
zijn betrokken, en dus met een open blik, naar wordt gekeken. Die
beoordeling resulteert in reviewrapporten met adviezen aan het
opsporingsteam.
Bij cold case-onderzoeken onderzoekt het Cold Case en Review-team
oudere onderzoeken die in het verleden zijn vastgelopen. Ook in deze
onderzoeken gaat het Cold Case en Review-team niet zelf het oude
onderzoek overdoen en voortzetten, maar beoordeelt alleen het oude
onderzoek en zoekt naar mogelijkheden om het oude onderzoek met succes
weer op te kunnen pakken. De ervaring heeft ons geleerd dat een verse
blik naar oude onderzoeken vaak weer nieuwe aanknopingspunten voor
verder onderzoek oplevert. Ook nieuwe technologische ontwikkelingen en
soms ook nieuwe informatie kunnen daar een belangrijke bijdrage aan
leveren.
Alle onderzoeken van het Cold Case en Review-team worden uitgevoerd
onder het gezag van twee gespecialiseerde officieren van justitie en
parketsecretarissen van het Amsterdamse parket. Wij verwachten dat de
werkzaamheden van dit team een belangrijke bijdrage gaan leveren aan
de verhoging van de kwaliteit in de opsporing.
Meerjarenplan 2007 - 2010
Het Meerjarenplan 2007 - 2010 geeft aan wat het parket Amsterdam in
2010 bereikt wil hebben. Het kiezen van prioriteiten in de complexe
maatschappelijke en bestuurlijke context van het arrondissement
Amsterdam is geen eenvoudige zaak. Het is zoeken naar een juiste
balans: niet alleen binnen de dynamiek van allerlei lokale belangen,
maar ook tussen lokale en landelijke prioriteiten zoals deze in de
Meerjarenplanningsbrief van het College van Procureurs-Generaal zijn
aangegeven. Dit hebben wij in dialoog met onze ketenpartners gedaan,
met de politie, gemeenten en justitiële organisaties.
In de komende jaren zal weer een sterk beroep worden gedaan op
strafrechtelijke interventies om maatschappelijke problemen aan te
pakken. De capaciteit van het strafrechtelijk apparaat en de
opsporingsinstanties is echter beperkt. Er wordt daarom steeds scherp
bekeken welke aanpak het meeste resultaat zal opleveren: via het
strafrecht, bestuursrecht of privaatrecht.
Themaâs 2007 - 2010
Gedeeltelijk gaat het om voortzetting van eerder ingezet beleid. Zo
zijn onderwerpen als jeugdcriminaliteit en veelplegers naar onze
overtuiging nog steeds actueel en urgent. Reden genoeg om deze
prioriteiten vast te houden. Andere themaâs die net als voorgaande
jaren van belang blijven, zijn onder andere de zware en georganiseerde
criminaliteit, milieu en financieel-economische criminaliteit.
Als gevolg van recente, maatschappelijke ontwikkelingen zijn er ook
nieuwe themaâs die onze aandacht vragen zoals discriminatie,
terrorisme en cybercrime. De keuze voor die themaâs is niet
willekeurig. Ze sluiten aan op landelijke analyses en andere
beleidsdocumenten, zoals Perspectief 2010, het visiestuk van het
College van Procureurs-Generaal.
Criminaliteitsbeeldanalyse (CBA)
Het OM meent dat het proces van prioriteiten kiezen en
handhavingsafspraken maken nog beter kan. Dit zogeheten
âverwervingsprocesâ â het gaat ons immers om het verwerven van de
goede zaken â krijgt de komende jaren een stevige impuls. We willen in
de eerste plaats een breder en duidelijker beeld van de criminaliteit
hebben. Een belangrijk onderdeel van het verwerven van de juiste
zaken, is de criminaliteitsbeeldanalyse (CBA). In de CBAâs staan
analyses van zowel de zichtbare criminaliteit (onder andere de
aangiftecriminaltiteit) als van de minder zichtbare criminaliteit
(bijv. milieudelicten en fraude). Ook zal er een vertaling zijn van
het Nationale Dreigingsbeeld naar de situatie in de regio
Amsterdam-Amstelland. Er komen CBAâs op regionaal, districtelijk,
wijkteamniveau. Het parket gaat samen met de politie uitgebreid
investeren in het maken van criminaliteitsbeeldanalyses (CBAâs). Deze
moeten vanaf 2007 de basis zijn voor weloverwogen keuzes voor
prioriteiten in de strafrechtelijke handhaving op alle niveaus, in het
bijzonder in de opsporing. Op basis van de CBAâs worden in
(sub)driehoeken prioriteiten gesteld. Dit moet onder meer leiden tot
afspraken maken over aantallen en soorten zaken. Het strafrecht moet
immers ingezet worden waar dit het meest effect heeft en op terreinen
die maatschappelijk relevant zijn. Daar willen wij ten opzichte van de
samenleving ook een goede verantwoording over kunnen afleggen.
Tot nu toe gaan het OM en de politie vooral uit van
aangiftecriminaliteit. Uiteraard is dit een belangrijke basis voor
sturing in de strafrechtelijke handhaving. Door middel van het recent
ontwikkelde BOSZ-systeem (Betere Opsporing door Sturing op Zaken, het
geautomatiseerde systeem waarmee de politie en het parket
gedetailleerde informatie ter beschikking krijgen om te sturen op
zaken) zullen we de komende jaren samen met politie nog scherper
kunnen kijken naar de wijze waarop de aangiften en eventueel daaruit
voortkomende onderzoeken worden afgehandeld. Daarbij hebben we oog
voor zowel kwaliteit als doelmatigheid (bijv. doorlooptijden).
Het MJP 2007-2010 is geen statisch gegeven. Nieuwe ontwikkelingen en
voortschrijdend inzicht kunnen aanleiding geven tot aanpassing van het
plan. Zo kunnen de ontwikkelingen in het verwervingsproces leiden tot
bijstelling van beleidsprioriteiten. Het jaar 2007 is in sommige
opzichten een âovergangsjaarâ. De gevolgen van de reorganisatie zullen
dan pas goed merkbaar zijn. Dit kan leiden dit tot wijzigingen in het
meerjarenplan. Ook de mogelijke consequenties van de invoering van de
OM-afdoening kunnen leiden tot aanpassingen van het MJP. Hetzelfde
geldt voor de kabinetsformatie die tot justitiële beleidswijzigingen
kan leiden.
OM-Beschikking
In 2007 wordt de OM-beschikking ingevoerd. De kern van de wet is, dat
de juridische grondslag van de buitengerechtelijke afdoening wordt
aangepast. De OM-afdoening strekt niet er voorkoming van vervolging,
zoals bij de transactie het geval is, maar is een afdoeningsvorm
waarin het OM de zaak kan bestraffen. Daarmee komt de OM-afdoening,
wat haar karakter betreft, meer overeen met een rechterlijke
veroordeling. Het is een daad van vervolging die op een vaststelling
van schuld aan een strafbaar feit is gebaseerd. De OM-strafbeschikking
kan zonder tussenkomst van de rechter een executoriale titel
opleveren.
De verdachte moet zelf het initiatief nemen om de rechter te adiëren.
De centrale positie van de strafrechter blijft volledig behouden en
daarmee de rechtsbescherming van de burgers.
Het doel van de wet is het ontlasten van de zittende magistratuur en,
meer in het algemeen, een efficiëntere rechtshandhaving. Alleen die
strafzaken naar de rechter wanneer daar gelet op de aard van het feit,
de gewenste justitiële reactie of een verschil van opvatting tussen
de verdachte en het OM aanleiding voor is.
De OM-afdoening is mogelijk bij overtreding of misdrijf waarvan de
wettelijke strafbedreiging niet meer dan zes jaar is. Mogelijkheden:
opleggen van max. 180 uur taakstraf (minderjarigen maximaal 60 uur);
opleggen geldboete tot aan de wettelijke maxima met dien verstande dat
boven de 2000 euro bijstand raadsman verplicht is, onttrekking aan het
verkeer, schadevergoedingsmaatregel slachtoffer, ontzegging van de
rijbevoegdheid tot maximaal 6 maanden, aanwijzingen bijvoorbeeld
t.a.v. het gedrag.
Procedure
Er is een hoorplicht voor het OM indien wordt overwogen een taakstraf,
een ontzegging van de rijbevoegdheid, een gedragsaanwijzing of een
boete van meer dan 2000 euro op te leggen.
Binnen 14 dagen na uitreiking van de strafbeschikking kan de verdachte
in verzet gaan bij het OM. Verzet schorst in beginsel de
tenuitvoerlegging en de zaak gaat naar de zitting tenzij de
beschikking door het OM wordt ingetrokken of gewijzigd.
Invoering
1 september 2007: artikel 8 WVW (Wegenverkeerswet) en 30 WAM (Wet
Aansprakelijkheid Motorrijtuigen (gaat naar het CVOM)
1 maart 2008 politiestrafbeschikking (een geldboete van ten hoogste
350 euro) (gaat naar CVOM)
1 september 2008: volledige invoering
Het parket merkt niet heel erg veel van de eerste twee stappen, des te
meer van de laatste. Met voorbereiding van de implementatie wordt
begin 2007 begonnen.
Persvoorlichting
Vanaf 1 januari 2007 is de nieuwe aanwijzing voorlichting in werking
getreden. Deze aanwijzing zal voor de media merkbaar zijn, want zij
houdt een ander voorlichtingsbeleid in.
De oude richtlijn ging ervan uit dat voorlichting over opsporing en
vervolging plaats diende te vinden rond de formele
beslissingsmomenten, zoals aanhouding, vervolgingsbeslissing en
berechting ter zitting. Voorlichting vond plaats vanuit een defensief
en passief perspectief.
De nieuwe richtlijn staat een assertief en actief beleid voor, met als
uitgangspunt: transparantie. Transparantie versterkt de
maatschappelijke legitimiteit van het OM. De burger heeft het recht
goed en tijdig te worden geïnformeerd over concrete onderzoeken en
strafzaken.
Persvoorlichting draagt bij aan een groter vertrouwen van de burger in
OM en politie. Een essentieel uitgangspunt ook is het realiseren van
juiste berichtgeving op het juiste tijdstip. Dat betekent een
principiële keuze voor een alert en - afgewogen - assertief
voorlichtingsbeleid van OM en - onder verantwoordelijkheid van het OM
- ook door de politie. Beelden immers kunnen bepalend zijn voor de
waardering van feiten. Juiste en tijdige berichtgeving over
onderzoeken en strafzaken kunnen die beelden beïnvloeden, uiteraard
met inachtneming van het onderzoeks- en privacybelang. Een
cultuuromslag draagt bij aan een groter vertrouwen van de burger in OM
en politie.
Een actief voorlichtingsbeleid behoeft een alerte opstelling van het
OM. Alert op ontwikkelingen in politiek en maatschappij en alert op
berichtgeving over lopende onderzoeken en concrete strafzaken in de
media. Bij een onjuiste voorstelling van zaken in de media reageert
het OM snel richting het betreffende medium met een verzoek tot
rectificatie. Blijft dat zonder resultaat, dan kunnen OM en politie
ervoor kiezen een reactie breed te verspreiden en bijvoorbeeld op hun
website te plaatsen. Dat past bij de houding 'afgewogen assertiviteit'
waarmee het OM en de politie de media actief benaderen.
Deze afgewogen assertiviteit is de leidraad geworden voor het nieuwe
beleid inzake communicatie met de media.
Het OM zal zich niet beperken, zoals dikwijls vroeger, tot defensieve
reacties en dan nog alleen op of rond de formele beslissingsmomenten
in het Wetboek van Strafvordering, maar alert en actief bevorderen dat
berichtgeving over strafzaken feitelijk correct plaatsvindt. Niet meer
maar ook niet minder.
Transparantie en openbaarheid houden ook in, dat de media ons moet
kunnen bereiken. Zoals al enige tijd het geval is, zijn wij voor de
media 24 uur per dag bereikbaar. De afgelopen maanden heeft u wel eens
om een reactie moeten wachten vanwege de onderbezetting, maar een
reactie krijgt u. Altijd.
Openbaar Ministerie