De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Ons kenmerk IZ/EA/2006/101884
Doorkiesnummer Datum 9 januari 2007
Onderwerp Verslag Raad WSBVC 1 december 2006
./. Hierbij zend ik u, mede namens Staatssecretaris van Hoof, het verslag van de Raad voor
Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (WSBVC) op 1
december in Brussel (onderdeel werkgelegenheid en sociaal beleid) (bijlage 1).
Tijdens de lunch heeft de Raad unaniem besloten de hoofdstad van Litouwen, Vilnius, als
vestigingplaats te kiezen voor het nieuw op te richten Europees Genderinstituut.
Tijdens twee tafelronden besprak de Raad het groenboek arbeidsrecht en de ontwerprichtlijn
overdraagbaarheid van aanvullende pensioenrechten. De Raad keurde verder het gewijzigd
besluit tot vaststelling van het programma Daphne goed, nam kennis van de voortgang op de
dossiers betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid en stemde tot slot in met de
conclusies inzake mannen en gendergelijkheid en het actieprogramma Peking.
Het `Europees globaliseringsfonds' stond uiteindelijk niet op de agenda, omdat er nog een
akkoord in eerste lezing tussen Raad en EP in de maak was. Inmiddels is er een akkoord
bereikt, zodat het fonds met ingang van 1 januari 2007 in werking kan treden.
Naar aanleiding van mijn toezegging aan de Eerste Kamer tijdens de behandeling van het
wetsvoorstel Pensioenwet wil ik u in deze brief ook informeren over de aanpassingen van de
Pensioenwet als gevolg van een het voorstel voor een "portability-richtlijn".
Uitgaande van het voorstel zoals door het Finse voorzitterschap aan de Sociale Raad op 1
december jl. is voorgelegd als bijlage bij het voortgangsrapport en voor zover dat voldoende
duidelijk is, zal de Nederlandse wetgeving ten minste op een tweetal punten moeten worden
aangepast. Het gaat dan om een regeling voor het terugbetalen van premies wanneer de
drempelperiode niet wordt voltooid en om een aanpassing van de informatiebepalingen.
Ons kenmerk
Maar de onderhandelingen over de portability-richtlijn zullen onder Duits voorzitterschap
volgend jaar worden voortgezet. Verdere aanpassingen in de tekst liggen in lijn der
verwachtingen. Daarbij blijft het voor mij nog steeds de vraag of er uiteindelijk een richtlijn tot
stand zal komen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
Ons kenmerk
Bijlage 1: Verslag van de Raad WSBVC (gedeelte Werkgelegenheid en Sociaal Beleid)
gehouden op 1 december 2006 te Brussel.
1. Groenboek van de Commissie inzake de modernisering van het arbeidsrecht
Commissaris Spidla presenteerde het Groenboek en wees erop dat globalisering en
technologische ontwikkelingen een grotere flexibiliteit op de arbeidsmarkt noodzakelijk
maken. Geconstateerd kan worden dat er, naast de standaard arbeidscontracten, steeds meer
gewerkt wordt op basis van allerlei daarvan afwijkende vormen van contracten. Werknemers
zijn weliswaar bereid om dat te accepteren, maar dan moeten wel allerlei negatieve elementen
die het werken volgens niet-standaard contracten met zich meebrengt, worden tegengegaan.
Dit mede omdat de kloof tussen insiders op de arbeidsmarkt en outsiders steeds groter dreigt te
worden. Er zal naar een nieuwe balans moeten worden gezocht tussen de flexibiliteit die
ondernemingen nodig hebben en de zekerheid in de vorm van rechtsbescherming die
werknemers zoeken. Ook het behalen van de Lissabondoelstellingen maakt dit noodzakelijk.
Het Groenboek is geen voorloper van wetgeving, het is een consultatiepapier dat lidstaten en
sociale partners 4 maanden de tijd geeft om te antwoorden op de vragen die er in zijn
opgenomen. Daarna zal de Commissie komen met een Mededeling waarin een aantal opties
voor het verdere handelen, zowel op nationaal als op Europees niveau, zullen zijn opgenomen.
De reacties van de lidstaten waren voorlopig van aard (het Groenboek was pas verschenen de
de spreektijd beperkt). In die (algemene) zin spraken alle lidstaten hun waardering voor de
tekst van de Commissie. Onderkend werd dat de ontwikkelingen rond globalisering en
technologie een voortdurende aanpassing van ondernemingen en werknemers vragen teneinde
de Europese economie competitief te houden. En dat maakt dat er een nieuw evenwicht moet
worden gevonden tussen flexibiliteit aan de ene kant en zekerheid voor de werknemer aan de
andere kant.
Vele lidstaten wezen erop dat de stelsels van arbeidsverhoudingen in de lidstaten dermate van
elkaar verschillen dat het onmogelijk is om tot een gemeenschappelijk model te komen. Met
andere woorden, het positieve effect van het Groenboek en de follow up ervan zal vooral
liggen in de uitwisseling van informatie en het van elkaar leren via best practices. Daarbij viel
echter op dat enkele lidstaten nu al meldden dat in principe nieuwe Europese regelgeving op
het terrein van het arbeidsrecht noodzakelijk is.
Een volgende opmerking die van vele kanten werd gemaakt betrof de betrokkenheid van
sociale partners. Veel lidstaten (o.a. ook Nederland) kondigden al aan dat de beantwoording
van de vragen in overleg met de sociale partners zal worden gedaan en, meer in het algemeen,
dat het Groenboek de focus heel sterk legt op individuele arbeidsverhoudingen maar de
collectieve arbeidsverhoudingen, in het kader van de sociale dialoog, wat onderbelicht.
Een veel aangestipt onderwerp betrof zwart werk. Vele lidstaten zetten dit onderwerp hoog op
hun prioriteiten lijst waaraan, ook in het kader van de EU, ruim aandacht aan zal moeten
worden besteed.
Ook de kwestie outsiders versus insiders werd door een aantal lidstaten gememoreerd.
Nederland maakte melding van het CPB rapport "Reinventing the welfare state" van 10 maart
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid