RMO: straf anders en bied actiever zorg
Rmo
RMO: straf anders en bied actiever zorg
Het strafrechtsysteem is inefficiënt voor delictplegers met psychiatrische en
psychische problemen. De vergelding van de daad staat centraal, terwijl er meer oog zou
kunnen zijn voor interventies die recidive tegengaan en de veiligheid van de samenleving
bevorderen. Dit constateert de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling in zijn vandaag
verschenen advies:
STRAF EN ZORG: EEN PAAR APART
Passende interventies bij delictplegers met psychische en psychiatrische problemen.
Aanleiding voor dit advies zijn diverse knelpunten: forse psychische problematiek in
gevangenissen, hoge recidivecijfers, gebrekkige nazorg, en ontoereikende hulpverlening in
het voortraject. De oorzaken voor deze knelpunten liggen zowel in het strafrecht, als de
zorg, als in de zogeheten medialogica.
De strafrechtketen reageert vooral op de daad en heeft minder aandacht voor interventies
om herhaling te voorkomen. De zorgketen reageert vooral op een hulpvraag van een
patiënt en heeft minder oog voor de noodzaak om aan mensen soms ook grenzen te
stellen. Medialogica, ten slotte, leidt tot een publiek speelveld waarin burgers, media
en politici elkaar gevangen houden in een (eenzijdige) roep om extra controle en
beveiliging, gericht op het vergelden van de daad en minder op het behandelen van de
persoon.
De RMO doet drie aanbevelingen om beter om te gaan met delictplegers met psychi(atri)sche
problemen. De eerste is om niet langer het straf- of zorgsysteem elk vanuit zijn eigen
logica de interventies te laten bepalen, maar eerst de vraag te stellen welk doel
centraal zou moeten staan - vergelding, recidivevermindering, afschrikking, et cetera -
en welke middelen daarbij effectief zijn.
De tweede aanbeveling is te werken aan een betere aansluiting tussen straf en zorg. De
zorg kan meer activeren en duidelijker grenzen stellen. De straf, op zijn beurt, kan zich
preciezer richten op een passende combinatie van begrenzing, behandeling, zorg en
vergelding. De RMO stelt overigens dat er verschillende wegen zijn om deze betere
aansluiting vorm te geven.
De derde aanbeveling is om meer informatie te verstrekken en zo meer evenwicht te brengen
op het publieke speelveld waarin burgers, media en overheid opereren. Dit is niet alleen
nodig bij ernstige incidenten wanneer de roep om krachtige maatregelen groot is, maar
structureel en permanent.