Vraag van de vaste commissie van Financiën over lopende rechtszaken in verband met het
faillissement van Van der Hoop bankiers N.V. (ingezonden op 7 december 2006)
Uw vraag betreft de lopende rechtszaken in het faillissement van Van der Hoop bankiers N.V. (hierna:
Van der Hoop). Wat betreft rechtszaken tussen andere partijen dan ikzelf kan ik u slechts die
informatie geven die voor een ieder toegankelijk is. In dit verband wijs ik op het derde en vierde
openbaar verslag van bewindvoerders/curatoren ex artikel 73a Faillissementswet d.d. 31 juli
onderscheidenlijk 18 oktober 2006, te raadplegen op onder andere de website van het kantoor van
een van de curatoren, www.houthoff.com.
In het derde openbaar verslag van de curatoren wordt opgemerkt dat De Nederlandsche Bank (hierna:
DNB) in de verslagperiode (17 maart tot en met 31 juli 2006) betrokken is geweest bij een aantal
procedures betreffende de samenloop van de eerste uitdeling uit de boedel van Van der Hoop en de
collectieve garantieregeling. Ingevolge een overeenkomst van 16 mei 2006 tussen curatoren, DNB en
de stichting die de crediteurenbelangen behartigt heeft DNB haar verzet tegen een eerste uitdeling
gestaakt en de curatoren gedagvaard met als inzet de vraag of curatoren al dan niet te vroeg zijn
overgegaan tot een eerste uitkering aan crediteuren. Deze procedure loopt nog.
Voorts wordt er nog een procedure bij het Gerechtshof Amsterdam gevoerd tegen de boedel. Deze
procedure was reeds aanhangig op het moment van het uitspreken van de noodregeling, en is daarna
voortgezet. Deze procedure houdt dus geen verband met de afwikkeling van het faillissement. Eisers
vorderen gezamenlijk een bedrag van ¤ 5.000.000 van Van der Hoop en anderen. De curatoren
hebben getracht een oplossing te vinden met de andere gedaagden die ertoe had moeten leiden dat
de curatoren niet verder behoefden te procederen, maar de andere partijen hebben daarmee niet
ingestemd.
De verwachting van de curatoren is dat op z'n vroegst in het najaar van 2007 arrest zal worden
gewezen.
In het Financieele Dagblad d.d. 17 november 2006 is bericht dat de curatoren bij het Openbaar
Ministerie aangifte hebben gedaan van mogelijk strafbare feiten rond de handel in
winstvennootschappen, alsmede dat het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek is gestart.
Van de stand van zaken van een en ander is mij niets bekend.
Van andere procedures is mij niets bekend.
Ik kan niet ingaan op de verwachtingen omtrent bovenstaande rechtszaken. Het civielrechtelijke
oordeel daarover is uitsluitend voorbehouden aan de rechter.
Ministerie van Financiën