http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ecofin/92341.pdf
Voornaamste resultaten van de EU-Raadszitting Economische en Financiële Zaken
De Raad heeft uit hoofde van artikel 104, lid 8, van het Verdrag een beschikking aangenomen
waarbij wordt vastgesteld dat de maatregelen die Polen in reactie op een aanbeveling van de Raad
heeft genomen, ontoereikend blijken te zijn om zijn overheidstekort tegen volgend jaar onder de
maximumdrempel van 3% BBP te brengen.
De Raad heeft overeenstemming bereikt over de verlenging, voor de periode 2007-2013, van de
mandaten die met garantie van de EU-begroting aan de Europese Investeringsbank zijn verleend
om leningen te verstrekken voor projecten buiten de EU. De Raad werd het eens over een totaalbedrag
aan leningen van 27,8 miljard euro voor de periode van zeven jaar, waarvan 2 miljard euro
pas zal worden aangesproken wanneer de Raad op grond van een toetsing halverwege daartoe
besluit. De Raad besloot ook tot een nieuwe geografische uitsplitsing die zorgt voor een betere
koppeling met de maatregelen en doelstellingen van het externe beleid van de Europese Unie.
De Raad heeft een herschikking van de richtlijn betreffende het gemeenschappelijk btw-stelsel
(zesde btw-richtlijn) aangenomen en een politiek akkoord bereikt over hogere belastingvrijstellingen
voor uit derde landen komende reizigers. De Raad heeft ook ingestemd met een
verlenging van de richtlijn met btw-voorschriften voor e-handel, in afwachting van verdere
besprekingen over een pakket van maatregelen ter vereenvoudiging van de btw-regelingen voor
ondernemingen.
De Raad heeft conclusies aangenomen over diverse andere onderwerpen:
. kapitaal- en arbeidsstromen in de wereldeconomie;
. nationale programma's voor economische hervormingen;
. vermindering van de statistische lasten voor ondernemingen;
. bestrijding van belastingfraude;
. clearing en afwikkeling van effectentransacties;
evaluatie van de Europees-mediterrane investeringsfaciliteit van de EIB.
28.XI.2006
1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
15502/06 (Presse 332) 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS................................................................................................................................. 6
BESPROKEN PUNTEN
PROCEDURE BIJ BUITENSPORIGE TEKORTEN......................................................................... 8
. Polen .......................................................................................................................................... 8
ECONOMISCHE HERVORMINGEN ............................................................................................... 9
. Mondialisering: kapitaal- en arbeidsstromen - Conclusies van de Raad.................................... 9
. Nationale hervormingsprogramma's - Conclusies van de Raad ............................................... 12
VERMINDERING VAN DE ADMINISTRATIEVE LASTEN VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN............................................................................................................................ 15
. Statistiek - Conclusies van de Raad.......................................................................................... 15
EUROPESE INVESTERINGSBANK .............................................................................................. 18
. EIB-leningen in derde landen................................................................................................... 18
. Evaluatie van de Europees-mediterrane faciliteit van de EIB - Conclusies van de Raad ........ 20
ACCIJNZEN..................................................................................................................................... 22
. Alcoholhoudende dranken........................................................................................................ 22
. Belastingvrijstellingen voor uit derde landen komende reizigers ............................................ 23
BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE.................................................................. 24
. Plaats van een dienst................................................................................................................. 24
. Vereenvoudigde verplichtingen voor ondernemingen: het eenloketsysteem........................... 24
. e-Handel................................................................................................................................... 24
BESTRIJDING VAN BELASTINGFRAUDE - Conclusies van de Raad........................................ 26
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 4
NL
BELASTINGREGELING ONDERNEMINGEN ............................................................................. 28
. Schadelijke belastingconcurrentie - Conclusies van de Raad .................................................. 28
. Gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de
vennootschapsbelasting ............................................................................................................ 29
FINANCIELE DIENSTEN................................................................................................................ 30
. Betalingsdiensten..................................................................................................................... 30
. Clearing en afwikkeling - Conclusies van de Raad.................................................................. 31
IN DE MARGE VAN DE RAAD ..................................................................................................... 33
. Eurogroep ................................................................................................................................ 33
. Macro-economische dialoog met de sociale partners............................................................... 33
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN
. Herschikking van de gemeenschappelijke btw-voorschriften ............................................................................... 34
. Externe accountants van de nationale centrale banken - Slovenie......................................................................... 34
EXTERNE BETREKKINGEN
. Westelijke Balkan - Europees Bureau voor wederopbouw ................................................................................... 34
EUROPEES VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID
. Bosnie en Herzegovina - Politiemissie van de EU ................................................................................................ 35
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
. Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking met Zuid-Afrika.................................................. 35
. Wereldaidsdag...................................................................................................................................................... 36
HANDELSPOLITIEK
. Overeenkomst met Argentinie - Uitbreiding van de EU ....................................................................................... 36
INTERNE MARKT
. Motorvoertuigen - Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties............................................ 36
MILIEU
. Bescherming van het mariene milieu in het Middellandse Zeegebied .................................................................. 36
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 5
NL
VISSERIJ
. Financiering van uitgaven betreffende visserijproducten en producten van de aquacultuur ................................. 37
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 6
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Didier REYNDERS vice-eerste minister en minister van Financien
Tsjechische Republiek:
de heer Vlastimil TLUSTY minister van Financien
Denemarken:
de heer Thor PEDERSEN minister van Financien
Duitsland:
de heer Peer STEINBRUCK minister van Financien
Estland:
de heer Aivar SOERD minister van Financien
Griekenland:
de heer Georgios ALOGOSKOUFIS minister van Economische Zaken en Financien
Spanje:
de heer Pedro SOLBES MIRA tweede vice-minister-president en minister van
Economische Zaken en Financien
Frankrijk:
de heer Pierre SELLAL permanent vertegenwoordiger
Ierland:
de heer Bobby MCDONAGH permanent vertegenwoordiger
Italië:
de heer Rocco CANGELOSI permanent vertegenwoordiger
Cyprus:
de heer Michalis SARRIS minister van Financien
Letland:
de heer Oskars SPURDZI.. minister van Financien
Litouwen:
de heer Zigmantas BAL.YTIS minister van Financien
Luxemburg:
de heer Jean-Claude JUNCKER minister-president, minister van staat, minister van
Financien
de heer Jeannot KRECKE minister van Economische Zaken, Buitenlandse Handel en
Sport
Hongarije:
de heer Janos VERES minister van Financien
Malta:
de heer Lawrence GONZI minister-president, minister van Financien
Nederland:
de heer Gerrit ZALM vice-minister-president, minister van Financien
Oostenrijk:
de heer Karl-Heinz GRASSER minister van Financien
Polen:
de heer Piotr WOJTCZAK zaakgelastigde
Portugal:
de heer Fernando TEIXEIRA DOS SANTOS minister van Staat, minister van Financien
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 7
NL
Slovenië:
de heer Andrej BAJUK minister van Financien
Slowakije:
de heer Maro. .EF.OVI. permanent vertegenwoordiger
Finland:
de heer Eero HEINALUOMA vice-minister-president, minister van Financien
de heer Pertti RAUHIO staatssecretaris, ministerie van Financien
Zweden:
de heer Anders BORG minister van Financien
Verenigd Koninkrijk:
mevrouw Dawn PRIMAROLO thesaurier-generaal
Commissie:
de heer Joaquin ALMUNIA lid
de heer Laszlo KOVACS lid
de heer Charlie McCREEVY lid
Andere deelnemers:
de heer Philippe MAYSTADT president van de Europese Investeringsbank
de heer Xavier MUSCA voorzitter van het Economisch en Financieel Comite
de heer Joe GRICE voorzitter van het Comite voor de economische politiek
De regeringen van de toetredende staten waren als volgt vertegenwoordigd:
Bulgarije:
de heer Plamen Vassiler ORESHARSKI minister van Financien
Roemenië:
de heer Bogdan DRAGOI staatssecretaris, ministerie van Financien
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 8
NL
BESPROKEN PUNTEN
PROCEDURE BIJ BUITENSPORIGE TEKORTEN
. Polen
De Raad heeft uit hoofde van artikel 104, lid 8, van het Verdrag een beschikking aangenomen
waarbij wordt vastgesteld dat de maatregelen die Polen in reactie op de aanbeveling van de Raad
heeft genomen, ontoereikend blijken te zijn om zijn overheidstekort onder de in het stabiliteits- en
groeipact van de Europese Unie vastgestelde maximumdrempel van 3% van het bruto binnenlands
product (BBP) te brengen.
De Raad had Polen er in zijn aanbeveling van juli 2004 uit hoofde van artikel 104, lid 7 toe
opgeroepen binnen een middellange-termijnkader maatregelen treffen om zijn tekort op duurzame
wijze terug te dringen met de volgende streefcijfers: 5,7% BBP in 2004, 4,2% BBP in 2005, 3,3%
in 2006 en 1,5% in 2007.
Hoewel de begrotingssituatie van Polen inmiddels verbeterd is en budgettaire doelstellingen tot
dusverre meer dan gehaald zijn, zal het Poolse tekort in 2007 de drempel van 3% waarschijnlijk
toch overschrijden als de budgettaire kosten van de pensioenhervorming in Polen worden
meegerekend. De Raad heeft derhalve op aanbeveling van de Commissie besloten over te gaan tot
de volgende stap in de buitensporig-tekortprocedure van de EU.
De Raad heeft nota genomen van het volgende:
. het herziene nagestreefde tekort van 1,7% BBP in de ontwerp-begroting van Polen voor
2007, waarin de kosten van de pensioenhervorming niet zijn meegerekend, bedraagt meer
dan het streefcijfer van 1,5% in de aanbeveling van de Raad van 2004;
. de overgangsperiode voor de uitvoering van het Eurostatbesluit van 2 maart 2004 over de
indeling van op kapitaaldekking berustende pensioenregelingen verstrijkt op 1 april 2007
en bijgevolg zal het meerekenen van de kosten van de Poolse pensioenhervorming in 2007
tot een geraamd tekort leiden van omstreeks 3,7% BBP;
. volgens de najaarsraming van de Commissie zal het tekort in 2007 0,3% boven het streefcijfer
van de Poolse autoriteiten uitkomen.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 9
NL
ECONOMISCHE HERVORMINGEN
De Raad heeft een gedachtewisseling gehouden op basis van verslagen van het Comite voor de
economische politiek over kapitaal- en arbeidsstromen in de wereldeconomie en over de
vorderingen bij de uitvoering van de economische hervormingsprogramma's van de lidstaten.
. Mondialisering: kapitaal- en arbeidsstromen - Conclusies van de Raad.
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad heeft van gedachten gewisseld over beleidsmaatregelen ten aanzien van de internationale
stromen van arbeidskrachten en ten aanzien van buitenlands investeringskapitaal, die toekomstige
bronnen van economische groei zijn in de context van de mondialisering.
De Raad heeft erop gewezen dat de mededinging op het gebied van internationale investeringen en
internationale mobiliteit van gekwalificeerde arbeidskrachten toeneemt. De internationale mobiliteit
van gekwalificeerde arbeidskrachten en directe buitenlandse investeringen zorgen voor grotere
productiviteit door overdracht van innovatie, onderzoek en de ontwikkeling van een Europese
kennismaatschappij. Europa's aantrekkingskracht voor internationale stromen van productiefactoren
wordt in sterke mate bepaald door passende randvoorwaarden en kan door een aantal gerichte
beleidsmaatregelen worden verbeterd.
De Raad heeft het verslag van het Comite voor de economische politiek verwelkomd en op het
volgende gewezen:
wat de directe buitenlandse investeringen (DBI) betreft
. DBI zijn een belangrijke motor geworden van economische mondialisering en kennisverbreiding.
De EU is thans de grootste ontvanger van DBI ter wereld. Het aandeel van de
opkomende markten in de totale DBI zal echter blijven toenemen en ook wat de samenstelling
van de handel en de DBI betreft, zullen de opkomende markten een groter deel van
de DBI in productieprocessen met hoge toegevoegde waarde, diensten en O&O
aantrekken, naarmate hun kwalificatieniveaus zullen blijven inlopen op die van de EU.
Deze ontwikkeling komt de mondiale groei weliswaar ten goede, maar wil Europa
voordeel trekken uit al deze kansen dan zal het zich op innovatiegebied in de voorste
gelederen moeten weten te handhaven. Daarnaast moet ervoor worden gezorgd dat de
lidstaten meer voordeel kunnen trekken uit de door DBI gegenereerde kennisverbreiding;
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 10
NL
. randvoorwaarden vervullen een belangrijke rol bij het richten van de DBI-stromen.
Diversiteit, rigiditeit en complexiteit van de product- en arbeidsmarktregulering hebben
een directe weerslag op het vermogen van de EU om profijt te trekken van de kansen die
de mondialisering biedt. De Raad bevestigt in dit verband dat hij zal blijven streven naar de
versterking van de interne markt door de binnen de EU resterende belemmeringen voor
inkomende investeringen weg te werken. Met name de voltooiing van de interne markt
voor financiele diensten is daarvoor van cruciaal belang;
. in de EU moet een aantrekkelijk investeringsklimaat heersen om inkomende DBI aan te
trekken. Het gebruik van financiele stimulansen om DBI aan te trekken is aanzienlijk
toegenomen, hetgeen, in combinatie met de grotere mobiliteit van DBI, enige bezorgdheid
wekt, aangezien de positieve gevolgen in een land ten koste van andere landen kunnen
gaan. De lidstaten moeten werk maken van een grondiger effectbeoordeling van
stimuleringsregelingen die erop gericht zijn internationaal mobiele productiefactoren aan te
trekken en te behouden. De Gemeenschap moet haar inspanningen opvoeren om
verstorende subsidies binnen de EU en ten aanzien van haar belangrijkste partners te
beperken;
. een stabiel en aantrekkelijk investeringsklimaat dat zekerheid biedt op het gebied van recht
en regelgeving, met inbegrip van bepalingen ter bescherming van investeringen en
intellectuele-eigendomsrechten in partnerlanden, is van prioritair belang om uitgaande DBI
te ondersteunen. De Doha-ronde moet dringend succesvol worden afgesloten, met een
ambitieuze en veelomvattende multilaterale handelsovereenkomst waarmee handelsbarrieres
kunnen worden verlaagd en verstorende subsidies kunnen worden beperkt.
Tegelijkertijd moet, voortbouwend op het WTO-platform, in aanvullende mechanismen
worden voorzien waarmee de markttoegang en het ondernemingsklimaat verder kunnen
worden verbeterd;
wat migratie betreft
. beleidsmaatregelen inzake arbeidsmobiliteit via migratie verdienen grotere aandacht vanuit
het oogpunt van de ontvangende landen en de landen van herkomst. Migratie kan ertoe
bijdragen dat op verschillende kwalificatieniveaus aan de veranderende behoeften van de
arbeidsmarkt wordt voldaan, hetgeen de dynamische efficientie in de ontvangende landen
zal doen toenemen;
. alle lidstaten beschikken over een brede scala aan beleidsmaatregelen om migratie te
beheersen. De Raad is zich terdege bewust van de beleidsuitdagingen die van het migratiebeleid
uitgaan, maar onderstreept dat ten volle rekening moet worden gehouden met de
economische aspecten van het migratiebeleid, met name wat betreft de beleidsmaatregelen
om gekwalificeerde arbeidskrachten aan te trekken en lacunes in vaardigheden en het
probleem van de niet-aangepaste kwalificaties aan te pakken, zodat Europa op het gebied
van innovatie en O&O-ontwikkelingen tot de top kan blijven behoren;
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 11
NL
. op het vlak van migratie moeten binnen de EU concrete maatregelen worden overwogen en
uitgevoerd om het verkeer van arbeidskrachten te bevorderen. Momenteel worden
voorstellen behandeld betreffende de meeneembaarheid van pensioenen en de wederzijdse
erkenning van kwalificaties. Lagere drempels voor arbeidsmobiliteit in de eurozone dragen
bij tot de goede werking van de EMU;
. de beleidsmaatregelen moeten er ook op gericht zijn arbeidskrachten in staat te stellen hun
potentieel te ontplooien en voordeel te trekken uit de kansen die de mondialisering hen
biedt. De Raad heeft beklemtoond dat sociale bruggen in dat verband een belangrijke rol
kunnen vervullen.
De Raad heeft de Commissie verzocht een inventaris op te maken van de veelvuldige nationale
marktreguleringen voor producten die ertoe bijdragen dat inkomende investeringen in de Europese
markt worden belemmerd, alsmede van de gevolgen voor de gehele Gemeenschap van nationale
stimuleringsregelingen voor investeringen. Voorts is de Commissie verzocht de bepalende
economische factoren voor migratie naar Europa, inclusief migratie van hooggeschoolden, grondig
te analyseren. De Commissie zou daarover in de tweede helft van 2007 bij de Raad verslag moeten
uitbrengen."
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 12
NL
. Nationale hervormingsprogramma's - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad heeft een bespreking gewijd aan de uitvoering van de nationale hervormingsprogramma's
van de lidstaten (NRP's) voor de periode 2005-2008. Hij heeft zijn goedkeuring gehecht aan het
verslag van het Comite voor de economische politiek, dat betrekking heeft op vier belangrijke
gebieden voor hervorming: innovatie; arbeidsmarkten; energie; en betere regelgeving. De Raad
heeft nota genomen van het volgende:
. het algemene beeld van de vooruitgang die met de Lissabondoelstellingen wordt geboekt,
is bemoedigend; alle lidstaten erkennen de noodzaak van hervormingen. Er worden tal van
maatregelen genomen en de eerste resultaten tekenen zich reeds af, maar er moet nog meer
worden gedaan. Alle lidstaten maken vorderingen met de uitvoering van hun NRP's, maar
de verwezenlijkingen verschillen van lidstaat tot lidstaat. Europa zou de momenteel vrij
gunstige economische vooruitzichten moeten aangrijpen om voort te bouwen op de
lopende hervormingen en zich te richten op gebieden waar de vooruitgang gering blijft,
zoals versterking van de concurrentiepositie, verbetering van de prikkels in uitkeringsstelsels
en verlenging van het beroepsleven, een belangrijk element in de verwezenlijking
van een houdbare begrotingssituatie.
. De ontwikkeling van innovatief beleid is een sleutelelement van alle NRP's. De lidstaten
erkennen dat geslaagde verwezenlijkingen op het gebied van innovatie bepaald worden
door de juiste randvoorwaarden, waaronder concurrentievermogen; juridische en
technische infrastructuur, met name een evenwichtig en gebruiksvriendelijk systeem voor
de bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten; toegang tot kapitaal, met name
voor het mkb; nauwere samenwerking tussen ondernemingen, onderzoeksinstituten en
universiteiten; goed functionerende arbeidsmarkten; en geschoolde arbeidskrachten. Er
moet meer worden gedaan om de markten volledig concurrerend te maken, omdat zulks
een belangrijke stimulans vormt voor ondernemingen om te innoveren. In het licht van de
EU-doelstelling moet meer worden gedaan om particuliere investeringen in O&O te
bevorderen. Ook moet bijzondere aandacht uitgaan naar de ondersteuning van innovatie in
de dienstensector en naar de totstandbrenging van een innovatievriendelijk klimaat voor
ondernemingen. Voorts moeten de lidstaten ernaar streven om een maximaal rendement
van de ingezette productiemiddelen voor innovatie te verwezenlijken door de kwaliteit van
hun beleidsmaatregelen, met name de doeltreffendheid van de bestedingen van de overheid
voor onderzoek, te verbeteren.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 13
NL
. Meer werkgelegenheid in Europa blijft een topprioriteit. Veel lidstaten zullen nog
aanzienlijk meer inspanningen moeten leveren om de totale netto-arbeidsparticipatie in de
EU dichter bij 70% te brengen. In een aantal landen zijn de belastingstelsels nu
bevorderlijk voor de werkgelegenheid. Er moeten evenwel extra stappen worden ondernomen
om de prikkels in de belasting- en uitkeringsstelsels te verbeteren en de flexibiliteit
van de arbeidsmarkten te verhogen. Op dit gebied is het tevens zaak de doeltreffendheid
van de activeringsmaatregelen en de opleidingsprogramma's te vergroten. De lidstaten
hebben zich hard ingespannen om de participatie van oudere werknemers te vergroten; wil
de EU echter het voor oudere werknemers gestelde streefcijfer voor de nettoarbeidsparticipatie
van 50% halen, dan moet meer vooruitgang worden geboekt. Zelfs indien dit
streefcijfer wordt gehaald, zal het niet mogelijk zijn het hoofd te bieden aan het probleem
van de vergrijzing van de bevolking. Er moet dan ook meer worden gedaan om het
beroepsleven te verlengen en vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt te ontmoedigen of
verhoging van pensioenkosten binnen de perken te houden. Ook moet aandacht worden
geschonken aan verhoging van de arbeidsparticipatie van vrouwen en jongeren.
. De EU heeft nog lang geen goed functionerende, volledig geintegreerde interne markt voor
elektriciteit en aardgas. Volledige uitvoering van de overeengekomen richtsnoeren zou een
eerste stap zijn in de totstandbrenging van een doeltreffende energiemarkt in de EU. De
werking van de energiemarkten kan verder worden verbeterd door de samenhang te
vergroten, de bepalingen inzake ontvlechting en toegang van derden tot het net volledig toe
te passen, de transparantie op de markten te bevorderen en nauwere samenwerking tussen
nationale toezichthouders te bewerkstelligen. De lidstaten hebben tal van maatregelen
genomen of gepland om de energie-efficientie en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen
te bevorderen, en moeten aandacht blijven schenken aan prikkels en financiele
belemmeringen voor investeringen in technologie en infrastructuur met een grotere
energie-efficientie. Het ontwerp van de regeling voor de handel in emissierechten, met
inbegrip van een rationelere toewijzing van vergunningen en de deelname van andere
betrokken emitterende landen, is een sleutelelement, dat bij de evaluatie in 2007 moet
worden verbeterd voor de periode na 2012.
. Er is veel vooruitgang geboekt met de verbetering van de regelgeving, met name wat het
meten en beperken van onnodige administratieve lasten betreft. Dit elan moet worden
vastgehouden. De nationale strategieen voor hervorming van de regelgeving moeten verder
worden ontwikkeld. De lidstaten moeten het voorbeeld van voortrekkerslanden volgen en
concrete maatregelen nemen om onnodige administratieve lasten, met name voor ondernemingen,
te beperken. Er moet worden gezorgd voor een follow-up van de intensivering
van de inspanningen met betrekking tot het degelijke gebruik van effectbeoordelingen op
het gebied van de regelgeving en de vereenvoudiging van de bestaande regelgeving. De
inspanningen van de lidstaten moeten ook door maatregelen op EU-niveau worden ondersteund.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 14
NL
De Raad was van oordeel dat de bij de evaluatie gehanteerde thematische aanpak dienstig was om
in een vroeg stadium een beeld te schetsen van de geboekte vooruitgang, en te wijzen op beste
praktijken en problemen. De Raad verzoekt de Commissie om in haar jaarlijkse voortgangverslag
rekening te houden met deze werkzaamheden. Hij ziet uit naar de resultaten van de tweede ronde
van multilateraal toezicht in het kader van de bijstelling van de globale richtsnoeren voor het
economisch beleid, die duidelijk gericht zal zijn op de presentatie van landenspecifieke
aanbevelingen begin volgend jaar. De Raad wijst op het belang van voortgezette gestructureerde
hervormingen voor een betere werking van de EMU, waarbij ten volle de vruchten worden geplukt
van de eenheidsmunt.
* * *
In dit verband bevestigt de Raad dat benchmarking van nationale prestaties, vergezeld van een
kwalitatieve beoordeling, de lidstaten kan helpen bij de uitvoering van hervormingen door de
uitwisseling van beste praktijken te vergemakkelijken. Met betrekking tot het mandaat om een
evaluatie te verrichten van de indicatoren die worden gebruikt om de met de Lissabonagenda
geboekte vooruitgang te volgen, is de Raad van oordeel dat de korte lijst van 14 sleutelindicatoren
vooralsnog ongewijzigd moet worden gehandhaafd.
In dat opzicht heeft het EPC nuttig werk verricht om het gebruik van structurele indicatoren en de
toepassing ervan op het gebied van toezicht verder te ontwikkelen; Eurostat en het EPC wordt
verzocht de gegevensbank in 2007 te verbeteren. Er moeten indicatoren worden ontwikkeld,
bijvoorbeeld op het gebied van integratie. De structurele indicatoren moeten onderdeel blijven
uitmaken van de methode voor het bepalen van de met de uitvoering van de Lissabonstrategie
geboekte vooruitgang. Er moet rekening worden gehouden met het gebrek aan betrouwbaarheid en
transparantie van de indicatoren, de tijd die nodig is om gegevens beschikbaar te stellen en de
verschillen tussen de landen."
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 15
NL
VERMINDERING VAN DE ADMINISTRATIEVE LASTEN VOOR HET
BEDRIJFSLEVEN
. Statistiek - Conclusies van de Raad
De Raad heeft nota genomen van de presentatie door de Commissie van een mededeling betreffende
verlichting van de responslast, vereenvoudiging en prioritering op het gebied van communautaire
statistieken.
Hij heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad heeft de Commissiemededeling betreffende verlichting van de responslast, vereenvoudiging
en prioritering op het gebied van communautaire statistieken, alsmede de tot nog toe
geboekte vooruitgang geevalueerd en hij benadrukt dat kwalitatief hoogwaardige statistieken van
cruciaal belang zijn voor de beleidsvorming in Europa, maar dat meer inspanning vereist is om de
door statistieken veroorzaakte administratieve lasten in de EU te verlichten. De Raad:
. NEEMT ER met name NOTA VAN dat de statistische lasten maar een relatief klein deel
van de totale administratieve lasten uitmaken, maar dat de totale statistische lasten zijn
blijven toenemen ondanks de initiatieven die de jongste jaren zijn genomen om de
statistische prioriteiten opnieuw te bekijken en de statistische vereisten voor thans als
minder belangrijk beschouwde gebieden, te verlichten;
. HERINNERT AAN de conclusies van de Raad van 8 november 2005 waarin wordt bepleit
werk te maken van de prioriteitenherschikking en wordt aanbevolen deze in het komende
statistische meerjarenprogramma 2008-2012, en in het jaarprogramma voor 2007 te
integreren; aan het verzoek van de Raad in juni 2006 om de mogelijkheden te
onderzoeken voor verlichting van de werkbelasting die door de verordening betreffende
Intrastat, met name aan het midden- en kleinbedrijf (het mkb), wordt opgelegd; en aan de
conclusies van de Raad van 10 oktober 2006 waarin de Commissie en de lidstaten wordt
verzocht onmiddellijk te bepalen ten aanzien van welke delen van de wetgeving van de EU
de lasten kunnen worden verminderd en daartoe onverwijld actie te ondernemen;
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 16
NL
. IS INGENOMEN MET de strategische aanpak en het actieplan die in de Commissiemededeling
zijn uiteengezet en waarin de volgende elementen worden gecombineerd:
concrete acties om de statistische vereisten op specifieke gebieden te vereenvoudigen,
voorstellen voor de toepassing van verschillende instrumenten om de responslast te
verlichten door aanpassing van de wijze waarop bepaalde statistieken worden opgesteld,
een ruimer gebruik van moderne informatie- en communicatietechnologieen en een
voorstel voor systematische prioritering zowel voor omvangrijke statistische projecten als
in het statistisch meerjarenprogramma 2008-2012. Al deze elementen samen zijn sleutelfactoren
bij het herschikken van de prioriteiten en garanderen tegelijkertijd dat de Europese
beleidsmaatregelen door kwalitatief hoogwaardige statistieken worden onderbouwd.
Teneinde vooruitgang te boeken, wordt de Commissie VERZOCHT de verschillende
maatregelen uit te voeren en uiterlijk in oktober 2007 verslag uit te brengen over de
gemaakte vorderingen en daarbij aan te geven in hoeverre de totale lasten zijn gewijzigd.
De Raad VERHEUGT ZICH tevens over het voornemen van de Commissie om de
nationale bureaus voor de statistiek nauwer te betrekken bij de inhoud van de statistische
programma's van de Commissie;
. BENADRUKT dat in overeenstemming met de strategie van de Commissie ambitieuze
acties noodzakelijk zijn om de door de statistische rapportagevereisten veroorzaakte
administratieve lasten in belangrijke mate te verminderen; en IS in dit verband
INGENOMEN MET de toezegging van de Commissie om een kosten-batenanalyse te
maken voor de invoering van alle nieuwe statistische vereisten die een aanmerkelijke
statistische last kunnen betekenen voor informatieverstrekkers, alsmede om voor het einde
van het programma de geplande systematische beoordeling te maken van de kostenefficientie
van alle onder het volgend statistisch meerjarenprogramma (2008-2012)
vallende gebieden die primaire gegevensverzameling vereisen;
. ERKENT dat in de context van het streven naar algehele vermindering van de
administratieve lasten en naar volledige toegang tot alle vereiste bestaande gegevens en
naar maximaal gebruik van deze gegevens, de in het voortgangsverslag van het EFC voor
2006 vastgelegde en bewaakte statistische prioriteiten nieuwe of omvangrijkere statistische
enquetes kunnen vereisen; alsmede dat ook het mkb zal moeten blijven voldoen aan een
aantal statistische rapportagevereisten aangezien het voor de Europese beleidsvorming van
vitaal belang is dat statistieken worden samengesteld; en
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 17
NL
. SCHAART ZICH VOLLEDIG achter de ambitieuze doelstellingen van de Commissie
inzake de vereenvoudiging van Intrastat, welke van essentieel belang is voor de algehele
vermindering van het werk in verband met statistische rapportage; en IS met name
INGENOMEN met de tweesporenaanpak, waarin belangrijke vorderingen op het gebied
van traditionele vereenvoudiging worden aangevuld met een omschakeling naar een
eenrichtingsrapportage op de middellange termijn. In dit verband BENADRUKT de Raad
dat de omschakeling naar een eenrichtingssysteem, of de toepassing van een andere
methode die leidt tot een belangrijke verlichting van het werk voor de respondenten, geen
invloed mag hebben op de beschikbaarheid, de tijdigheid en de kwaliteit van de nationale
statistieken die van cruciaal belang zijn voor het Europees economisch beleid, zoals
nationale rekeningen en gegevens inzake de totale stromen tussen het eurogebied en de
overige EU-lidstaten. Dit systeem moet voorts vergezeld gaan van de noodzakelijke
maatregelen om de vertrouwelijkheid bij de uitwisseling van microgegevens tussen de
producenten van officiele statistieken in Europa te garanderen. Hiertoe wordt de
Commissie VERZOCHT de haalbaarheid na te gaan van een eenrichtingsmethode en
alternatieve methoden die gelijkaardige resultaten zouden opleveren, alsmede de
omschakelingskwestie te bestuderen en rekening houdend met die analyse in oktober 2007
een precieze routekaart voor verdere vooruitgang met passende tijdschema's aan de Raad
voor te leggen. Tegelijkertijd met deze analyse dient op de korte termijn concrete
vooruitgang inzake traditionele vereenvoudiging te worden geboekt; en de Commissie
dient samen met de lidstaten verder te zoeken naar een oplossing voor de huidige knelpunten
in verband met Intrastat, met name de asymmetrieen".
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 18
NL
EUROPESE INVESTERINGSBANK
. EIB-leningen in derde landen
De Raad heeft overeenstemming bereikt over een algemene orientatie betreffende een ontwerpbesluit
inzake verlenging van de mandaten van de Europese Investeringsbank voor leningen in
derde landen voor de periode 2007-2013.
Hierdoor zal het mogelijk zijn een formeel besluit te nemen voordat het huidige mandaat in
januari 2007 verstrijkt.
Het ontwerp-besluit strekt tot verlenging van de mandaten die met garantie van de EU-begroting
aan de EIB zijn verleend om leningen te verstrekken voor projecten buiten de EU. De lopende
mandaten behelzen het algemene mandaat voor leningen in derde landen (Besluit 2000/24/EG van
de Raad) en afzonderlijke mandaten voor projecten in Rusland, Oekraine, Moldavie en Belarus
(Besluit 2005/48/EG van de Raad).
Activiteiten buiten de EU maken ruwweg 10% uit van de totale activiteiten van de EIB, wat in 2005
goed was voor 5,1 miljard euro, waarvan 72,5% met een EU-garantie. Met de garantie wordt
voorkomen dat de betreffende verrichtingen van de EIB, waaraan vaak een veel groter risico
verbonden is dan aan EIB-verrichtingen binnen de EU, afbreuk doen aan de kredietwaardigheid van
de bank. Op die manier kan de EIB aantrekkelijke tarieven voor haar kredietverlening handhaven.
Door dit besluit zal er een rechtsgrondslag zijn voor het verstrekken van leningen en garanties in
alle gebieden. Het behelst een nieuwe geografische uitsplitsing die zorgt voor een betere koppeling
met de maatregelen en doelstellingen in het kader van de externe betrekkingen van de Europese
Unie.
De algemene orientatie van de Raad brengt de totale omvang van de leningen voor de periode van
zeven jaar op 27,8 miljard euro, waarvan 2 miljard euro wordt vastgehouden tot 2010, wanneer de
resultaten van een toetsing halverwege bekend zullen zijn.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 19
NL
De regionale uitsplitsing van de leningen wordt berekend op basis van het resterende maximumplafond
van 25,8 miljard euro:
. Pretoetredingslanden: 8,7 miljard euro.
. Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument: 12,4 miljard euro, waarvan:
* 8,7 miljard euro voor Middellandse-Zeelanden en
* 3,7 miljard euro voor Oost-Europa, de zuidelijke Kaukasus en Rusland.
. Azie en Latijns-Amerika: 3,8 miljard euro, waarvan:
* 2,8 miljard euro voor Latijns-Amerika en
* 1 miljard euro voor Azie.
. Zuid-Afrika: 900 miljoen euro.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 20
NL
. Evaluatie van de Europees-mediterrane faciliteit van de EIB - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de onderstaande conclusies aangenomen:
"Naar aanleiding van het verzoek van de Europese Raad in december 2003 heeft de Raad Ecofin
een evaluatie verricht van de werking van de versterkte Europees-mediterrane Investerings- en
Partnerschapsfaciliteit (FEMIP) en de mogelijke ontwikkeling daarvan, rekening houdend met de
standpunten van de partnerlanden. De door de versterkte FEMIP bereikte resultaten zijn positief
beoordeeld, aangezien deze cruciaal is gebleken bij het verstrekken van financiering aan de
mediterrane regio door middel van leningen aan particuliere ondernemingen en investeringen in
infrastructuur met het oog op versterking van het ondernemingsklimaat.
De lidstaten namen er evenwel tevens nota van dat de doeltreffendheid van de FEMIP verder kan
worden versterkt, met name wat betreft de steun aan de particuliere sector, vooral het mkb,
aangezien deze nog niet op het streefcijfer van 50% van de FEMIP-activiteiten is gestabiliseerd.
Tegelijkertijd zijn de lidstaten het erover eens dat de doeltreffendheid van de FEMIP ook
afhankelijk is van de mate waarin het ondernemingsklimaat in de partnerlanden meer bevorderlijk
wordt voor de ontwikkeling van de particuliere sector en van de opheffing van belemmeringen op
het gebied van regelgeving in de partnerlanden.
Tegen deze achtergrond en naar aanleiding van het overleg met de partnerlanden is de Raad het
erover eens dat, in de huidige omstandigheden, de beste koers ter versterking van het partnerschap
met de mediterrane partners de verdere ontwikkeling van het instrument is met de volgende
prioriteiten:
. verbetering van de koppelingen van de FEMIP met het Europees nabuurschapsbeleid
(ENB), onder meer door een betere integratie van de activiteiten van de EIB in de landenstrategieen
van de EU en door een betere combinatie van EIB-leningen en begrotingsmiddelen
van de EU. Hiertoe moeten door de Gemeenschapsbegroting adequate middelen
ter beschikking worden gesteld;
. verdere ontwikkeling van de FEMIP-instrumenten teneinde de belemmeringen voor een
meer doeltreffende financiering van de particuliere sector, met name het mkb, uit de weg te
ruimen. Daartoe:
. de spreiding van risico's tussen de FEMIP, de lokale financiele intermediairs en het
lokale bedrijfsleven moet worden verbeterd, voornamelijk door de lokale intermediairs
aan te moedigen meer risico's te nemen;
. de EIB moet meer risico's op zich nemen door actiever gebruik te maken van de
speciale FEMIP-enveloppe;
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 21
NL
. aan lokale intermediairs moeten stimulansen alsook technische bijstand worden
gegeven, teneinde globale leningen voor het mkb doeltreffender en toegankelijker te
maken;
. het risico voor het mkb moet worden verminderd door garanties en leningen in lokale
valuta te verstrekken; en
. risicokapitaal en technische bijstand moeten vaker worden gebruikt om de kwaliteit
van lokale mkb-projecten te verbeteren en ze moeten activiteiten met een hoger
risicoprofiel blijven steunen;
. versterking van het partnerschap en de interactie op lokaal niveau, met name door de
oprichting van een adviescomite, waartoe vertegenwoordigers van de mediterrane landen
behoren, om de inbreng van de partnerlanden te vergroten.
Bij de uitvoering van deze prioriteiten moet de EIB de toegevoegde waarde van de FEMIP ten
opzichte van de markt en andere IFI's in stand blijven houden.
De lidstaten verzoeken de partnerlanden
. de ontwikkeling van de particuliere sector te bevorderen en structurele hervormingen, met
name hervormingen van de financiele sector, aan te moedigen; en
. zich te verbinden tot nauwere samenwerking met de EIB, en er met name voor te zorgen
dat de EIB op lokale markten obligaties kan uitgeven.
De Raad zal op de werking van de FEMIP blijven toezien".
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 22
NL
ACCIJNZEN
. Alcoholhoudende dranken
De Raad heeft zich gebogen over de voorgestelde aanpassingen in de minimumaccijnzen op
alcoholhoudende dranken als compensatie voor de gevolgen van de inflatie, alsmede over een voorgestelde
regeling voor het herzien van de accijnstarieven om rekening te houden met toekomstige
inflatie.
De Raad verzocht de Commissie een uitvoerige studie te verrichten naar de belasting op alcohol en
alcoholhoudende dranken en daarbij onder meer de trends in concurrentieposities en in het peil van
belastingen en prijzen te bestuderen, en hem de resultaten van die studie in de eerste helft van 2007
voor te leggen, ter vergemakkelijking van de verdere besluitvorming in de Raad met betrekking tot
de belasting op alcohol.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 23
NL
. Belastingvrijstellingen voor uit derde landen komende reizigers
De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over een voorstel betreffende de vrijstellingen van btw
en accijnzen op goederen die door uit derde landen komende reizigers worden ingevoerd.
Hij verzocht het Comite van permanente vertegenwoordigers de tekst bij te schaven en die
vervolgens zonder verdere bespreking tijdens een komende Raadszitting te laten aannemen.
Doel van het voorstel is de herziening en vervanging van Richtlijn 69/169/EEG inzake aan reizigers
verleende vrijstellingen. Die richtlijn moet worden aangepast aan een uitgebreide EU via
herschikking en vereenvoudiging van een aantal van haar bepalingen. Het voorziet in een verhoging
van de vrijstellingen van btw en accijnzen, met name om de gevolgen van de inflatie te
ondervangen sedert de laatste herziening in 1994.
Het door de Raad bereikte akkoord is gebaseerd op een compromisvoorstel van het voorzitterschap,
met als voornaamste elementen:
. verhoging van het plafondbedrag voor belastingvrijstelling van 175 euro tot 430 euro voor
lucht- en zeereizigers en van 175 euro tot 300 euro voor reizigers over land (binnenwateren
inbegrepen);
. de lidstaten mogen verschillende limieten hanteren voor de belastingvrije invoer van
tabaksproducten (sigaretten, cigarillo's, sigaren, rooktabak) naargelang deze de EU binnenkomen
door de lucht (hogere limiet) dan wel over land of over water (lagere limiet).
De richtlijn zal in werking treden op dezelfde datum als waarop de douanevoorschriften van kracht
worden.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 24
NL
BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE
. Plaats van een dienst
. Vereenvoudigde verplichtingen voor ondernemingen: het eenloketsysteem
. e-Handel
De Raad heeft nota genomen van de stand van de werkzaamheden inzake een pakket van
maatregelen ter vereenvoudiging van de btw-regelingen voor ondernemingen.
De Raad is het volgende overeengekomen:
. een algemene orientatie die strekt tot verlenging van de geldigheidsduur van de richtlijn
e-handel van 1 januari 2007 tot eind 2008, met dien verstande dat er, na ontvangst van het
Commissievoorstel en de adviezen van het Europees Parlement en het Economisch en
Sociaal Comite, een definitieve tekst door de juristen/vertalers zal worden opgesteld die
onverwijld zonder bespreking als A-punt kan worden aangenomen;
. prioritair aan het btw-pakket te zullen voortwerken, met als doel om uiterlijk in juni 2007
een algehele oplossing te vinden, mede omvattend de aspecten in verband met de
bestrijding van btw-fraude.
Het btw-pakket bestaat uit de volgende elementen:
. een ontwerp-richtlijn betreffende de plaats van een dienst 1 die ten doel heeft om met
betrekking tot btw-afdrachten de plaats van belastingheffing te verleggen van de plaats
waar de dienstverrichter is gevestigd naar de plaats waar de afnemer is gevestigd;
. twee ontwerp-richtlijnen en een ontwerp-verordening betreffende de vereenvoudiging van
de grensoverschrijdende btw-verplichtingen en de btw-teruggaafprocedures voor
ondernemingen;
1 ontwerp-richtlijn tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 25
NL
. verlenging van de btw-regelingen voor e-handel 1 welke voorzien in de heffing van btw op
het vanuit derde landen verrichten van omroepdiensten en bepaalde langs elektronische
weg verrichte diensten.
De voorstellen inzake de vereenvoudiging van grensoverschrijdende regelingen hebben tot
doel te voorzien in een eenloketsysteem om de btw-registratie en de btw-aangifte te
vereenvoudigen voor ondernemingen in lidstaten waar zij niet over een vaste inrichting
beschikken 2. Zij bevatten ook uitvoerige regels voor de btw-teruggaaf aan dergelijke
ondernemingen 3 en voorzien in verbeterde administratieve samenwerking met het oog op
fraudepreventie 4.
Met het "eenloketsysteem" kunnen ondernemingen die opereren in lidstaten waar zij niet
geregistreerd zijn, desgewenst in hun eigen lidstaat in een keer voldoen aan alle
formaliteiten in verband met registratie, aangifte en teruggaaf. De lidstaat van herkomst
geeft de informatie door aan de andere betrokken lidstaten, waarvan de btw-tarieven en
controles van toepassing zouden zijn, en die de belasting rechtstreeks zouden innen.
1 als bepaald in richtlijn 2002/38/EG
2 ontwerp-richtlijn tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG
3 als bepaald in richtlijn 77/388/EG
4 ontwerp-verordening tot wijziging van Verordening 1798/2003/EG
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 26
NL
BESTRIJDING VAN BELASTINGFRAUDE - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad benadrukt dat alle nodige maatregelen genomen moeten worden om belastingfraude te
bestrijden, meer in het bijzonder op het gebied van de indirecte belastingen.
De Raad erkent de dringende noodzaak van een strategie voor fraudebestrijding op communautair
niveau in aanvulling op de nationale inspanningen voor fraudebestrijding.
De Raad verzoekt de Commissie om de onderdelen van die strategie uit te werken in nauwe
samenwerking met de lidstaten, en daarbij nadrukkelijk prioriteit te verlenen aan de volgende
aspecten:
. het opstellen van een actieplan met een mechanisme voor de follow-up zodat de
administratieve samenwerking op efficientere wijze plaatsvindt;
. nagaan hoe de lidstaten efficientere maatregelen kunnen nemen tegen fraudeurs, en
evenveel aandacht besteden aan de bescherming van de btw-inkomsten van andere
lidstaten als van de eigen inkomsten;
. de mogelijkheden onderzoeken van een snellere, meer gedetailleerde uitwisseling van
informatie tussen de lidstaten, waaronder de bestudering van de juridische en praktische
mogelijkheden om belastingdiensten van andere lidstaten toegang te verschaffen tot
gegevens over belastingplichtigen; dit omvat, zo nodig, ook de uitwerking van wetgeving
die ervoor zorgt dat de lidstaten de juiste informatie van de bedrijven krijgen, alsmede een
beoordeling van de effecten in termen van extra lasten voor bedrijven en overheidsdiensten,
rekening houdend met de mogelijkheden die de elektronische technologie biedt;
. nagaan welke juridische wijzigingen in het huidige btw-stelsel mogelijk zijn ter
verbetering van de juridische mogelijkheden om fraude te bestrijden, zoals gezamenlijke
en hoofdelijke aansprakelijkheid.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 27
NL
De Raad verzoekt de Commissie aan de Raad verslag uit te brengen over de vooruitgang die op
deze punten geboekt is, en om in de zitting van juni 2007 een blauwdruk voor te leggen van een
fraudebestrijdingsstrategie van de EU.
De Raad heeft ook de mogelijke wettelijke wijzigingen in het btw-stelsel besproken, vooral de
mogelijkheden om belasting te heffen op intracommunautaire handelingen of om, op facultatieve
basis, een algemene verleggingsregeling toe te passen om de meest schadelijke vormen van btwfraude
aan te pakken. Tot dusver heeft deze discussie niet tot enig resultaat geleid en kon er geen
overeenstemming over een orientatie worden bereikt.
De Raad zal zijn werkzaamheden op dit gebied voortzetten met al deze wetgevingsmaatregelen
teneinde ten laatste in de zitting van juni 2007 richtsnoeren voor de Commissie op te stellen".
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 28
NL
BELASTINGREGELING ONDERNEMINGEN
. Schadelijke belastingconcurrentie - Conclusies van de Raad
De Raad heeft nota genomen van een verslag van een werkgroep van de Raad, die verantwoordelijk
is voor de toepassing van de gedragscode betreffende schadelijke belastingconcurrentie met
betrekking tot de belastingregeling voor ondernemingen. Hij hield een korte gedachtewisseling.
De Groep, onder voorzitterschap van mevrouw Dawn Primarolo, thesaurier-generaal van het
Verenigd Koninkrijk, houdt zich onder meer bezig met het volgende:
. de terugdraaiing van als schadelijk beschouwde belastingmaatregelen;
. de bewaking van de standstill, dat wil zeggen de toezegging van de lidstaten geen nieuwe
schadelijke maatregelen te introduceren;
. de toekomst van de gedragscode, in hoofdzaak door voortzetting van de werkzaamheden
binnen het bestaande mandaat.
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad
. is verheugd over de vorderingen die de Groep gedragscode (belastingregeling
ondernemingen) tijdens het Finse voorzitterschap heeft gemaakt (zie het verslag in
document 15472/06 FISC 145);
. stemt in met een verlenging van de voordelen met betrekking tot de Maltese maatregelen
ML4 en ML5 tot na eind 2006, als uiteengezet in punt 21 van het verslag van de Groep
gedragscode (document 15472/06 FISC 145);
. verzoekt de groep om de standstill en de uitvoering van de terugdraaiing te blijven volgen
en voor het einde van het Duitse voorzitterschap verslag uit te brengen aan de Raad".
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 29
NL
. Gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting
De Raad werd door Commissielid Laszlo Kovacs ingelicht over de lopende besprekingen in een
technische werkgroep die zich buigt over de mogelijke instelling van een gemeenschappelijke
geconsolideerde heffingsgrondslag in de hele Unie met als doel de regelingen inzake directe
belastingen voor ondernemingen te vereenvoudigen.
Hij hield een korte gedachtewisseling.
Een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag zou vennootschappen die in meer dan
een lidstaat gevestigd zijn in staat stellen het belastbaar inkomen van de groep te berekenen volgens
een set regels. Het idee werd besproken tijdens informele ministeriele bijeenkomsten in
Scheveningen in september 2004 en in Wenen in april van dit jaar, alsmede in de Raadszitting van
7 juni.
Nadat in Scheveningen was gebleken dat er steun was om met de technische werkzaamheden te
beginnen, heeft de Commissie een werkgroep ingesteld die haar moet bijstaan bij het opstellen van
een wetgevingsvoorstel. De groep is om de drie maanden bijeengekomen en kreeg assistentie van
subgroepen die zich met meer technische aspecten bezighielden.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 30
NL
FINANCIËLE DIENSTEN
. Betalingsdiensten
De Raad heeft nota genomen van een voortgangsverslag over de besprekingen die tot doel hebben
een samenhangend rechtskader voor betalingsdiensten tot stand te brengen (15064/06). De Raad
heeft een gedachtewisseling gehouden.
Het voorstel heeft de volgende doelstellingen:
. "betalingsinstellingen" het recht te geven om het publiek betalingsdiensten aan te bieden,
waarbij wordt voorzien in markttoegangsvoorschriften voor betalingsdienstaanbieders die
geen banken zijn;
. heldere en beknopte informatievoorschriften op te leggen aan alle betalingsdienstaanbieders;
. de rechten en plichten van gebruikers en aanbieders van betalingsdiensten te bepalen.
De Raad heeft nota genomen van de vorderingen tot dusverre en heeft het huidige voorzitterschap
en de komende voorzitterschappen verzocht voort te bouwen op de gemaakte vorderingen om
spoedig tot een akkoord te komen, teneinde de Raad en het Parlement in staat te stellen om, indien
mogelijk in eerste lezing, tot overeenstemming te komen.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 31
NL
. Clearing en afwikkeling - Conclusies van de Raad
De Raad werd door Commissielid Charlie McCreevy ingelicht over de afronding van een gedragscode
voor de effectensector, welke tot doel heeft de clearing en afwikkeling van effectentransacties
in de EU te verbeteren. Hij hield een korte gedachtewisseling.
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad, na bestudering van de Europese Gedragscode voor clearing en afwikkeling die op
7 november 2006 door de bedrijfstak is ondertekend en de plannen van de Commissie om de
efficiency en de soliditeit van de infrastructuren voor transactieverwerking in de EU te versterken,
en na een gedachtewisseling op 10 oktober 2006:
. HERINNERT ERAAN dat de clearing en afwikkeling van effectentransacties een hoofdgebied
van de financiele integratie in de EU vormt waarop wezenlijke vooruitgang moet
worden geboekt, overeenkomstig de conclusies van de Raad van 25 november 2004 en
5 mei 2006;
. NEEMT NOTA VAN de gedragscode, JUICHT de door het bedrijfsleven bereikte
overeenstemming over de code TOE en DRINGT AAN op de spoedige uitvoering ervan;
. ERKENT dat de op zelfregulering gebaseerde strategische aanpak van de Commissie een
poging is om de concurrentie te versterken en de kosten voor gebruikers van transactieverwerkende
systemen te beperken; dat op de naleving van de gedragscode nauwlettend
moet worden toegezien met het oog op het overwegen van andere maatregelen, waaronder
regelgevende maatregelen, indien de vooruitgang niet bevredigend is; dat de naleving van
de mededingingsregels in het oog moet worden gehouden en dat verdere stappen van
verschillende partijen tegelijkertijd nodig zullen zijn om de efficiency en de soliditeit van
de transactieverwerkende systemen te versterken, rekening houdend met de
ontwikkelingen op de markten;
. VERZOEKT de Commissie haar werkzaamheden op deze hoofdgebieden uit te diepen,
met inachtneming van de besprekingen van de Raad Ecofin op 10 oktober 2006, en de
stand van de vorderingen als volgt te evalueren:
1. uiterlijk in februari 2007 verslag uit te brengen over het proces van toezicht op de
uitvoering en de werking van de gedragscode;
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 32
NL
2. uiterlijk in juni 2007 na te gaan welke vooruitgang is geboekt bij de versterking van
de veiligheid en degelijkheid van de aanbieders van infrastructuren voor de clearing
en afwikkeling van effecten in Europa - rekening houdend met de werkzaamheden
van het Europees stelsel van centrale banken en het Comite van Europese effectenregelgevers
op dit gebied, en de vorderingen te evalueren die zijn gemaakt bij de
opheffing van juridische en fiscale belemmeringen in het kader van de "Giovanninibelemmeringen";
en
3. uiterlijk in februari 2008 een volledige beoordeling van de algemene situatie in te
dienen en eventueel noodzakelijke verdere beleidsmaatregelen voor te stellen om te
zorgen voor vooruitgang op alle hoofdgebieden, tevens rekening houdend met de
uitvoering van de gedragscode en de effecten ervan op de markten, waaronder de
mogelijkheid van uitbreiding van de gedragscode in de toekomst;
. NEEMT er NOTA VAN dat de Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken in
het Eurosysteem thans nagaan of een TARGET2-effectendienst voor afwikkeling in
centralebankgeld van effectentransacties in euro haalbaar is; VERWACHT uiterlijk in
februari 2007 meer inzicht te verwerven in de wijze waarop TARGET2-effecten tot de
ontwikkeling, degelijkheid en efficiency van effectentransactieverwerkende diensten
binnen de EU en haar lidstaten zouden kunnen bijdragen, en VERZOEKT het Comite
financiele diensten (CFD) met TARGET2-effecten verband houdende vraagstukken te
behandelen, ter bespreking door de Raad Ecofin, voorafgaand aan een besluit over het al
dan niet uitvoeren van het initiatief dat naar verwachting in februari 2007 door de ECB zal
worden genomen;
. VERZOEKT het CFD uiterlijk in juli 2007 de stand van vooruitgang met betrekking tot
clearing en afwikkeling, onder meer door de pogingen om de veiligheid en soliditeit te
versterken en door de opheffing van de "Giovannini-belemmeringen" in de lidstaten, te
beoordelen; en uiterlijk in maart 2008 de algemene situatie te bespreken en een leidraad te
verstrekken met betrekking tot de noodzaak van verdere beleidsmaatregelen in het licht
van de hierboven genoemde evaluaties van de Commissie; en
. VERZOEKT het Economisch en Financieel Comite, op basis van bovengenoemde
elementen, ten behoeve van de Raad alomvattende strategische besprekingen over deze
vraagstukken in het najaar van 2007 en het voorjaar van 2008 voor te bereiden".
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 33
NL
IN DE MARGE VAN DE RAAD
. Eurogroep
De ministers van de lidstaten van de eurozone hebben op 27 november een vergadering van de
Eurogroep bijgewoond, waarin de economische situatie, procedures voor de toetsing van het
begrotingsbeleid van de lidstaten en dynamische aanpassingen in de eurozone werden besproken.
De Eurogroep had ook een ontmoeting met de heer Michael Deppler, directeur van de afdeling
Europa van het Internationaal Monetair Fonds.
. Macro-economische dialoog met de sociale partners
Vertegenwoordigers van de Raad, de Commissie, de Europese Centrale Bank, de Eurogroep, het
Europees Verbond van Vakverenigingen en de Unie van Industrie- en Werkgeversfederaties in de
Europese Gemeenschap zijn bijeengekomen voor een gedachtewisseling over de economische
situatie en de economische vooruitzichten. De bijeenkomst behelsde onder meer een beoordeling
van de beleidsmaatregelen die in de Europese Unie het economisch vertrouwen moeten verbeteren
en de groei moeten consolideren. Ook kwamen punten aan de orde die naar verwacht door de
Europese Raad tijdens diens voorjaarsbijeenkomst in 2007 zullen worden besproken, in het
bijzonder met betrekking tot de mondialisering.
*
* *
Tijdens de lunch werden de ministers door de Belgische minister ingelicht over de ontwikkelingen
in een onderzoek naar de beweerde inzage door de Amerikaanse autoriteiten in de door
CVBA SWIFT in Belgie uitgevoerde banktransacties.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 34
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN
Herschikking van de gemeenschappelijke btw-voorschriften
De Raad heeft een richtlijn houdende herschikking van de Richtlijn betreffende het gemeenschappelijk
stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (zesde btw-richtlijn) aangenomen; de
herschikking had tot doel de btw-wetgeving duidelijker, overzichtelijker en eenvoudiger te maken
(12876/2/06 REV 2 en 15447/06 ADD 1).
Externe accountants van de nationale centrale banken - Slovenië
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij Deloitte & Touche revizija d.o.o. wordt aanvaard als
de externe accountant van Banka Slovenije voor de boekjaren 2007 en 2008 (14961/06).
EXTERNE BETREKKINGEN
Westelijke Balkan - Europees Bureau voor wederopbouw
De Raad heeft een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2667/2000 aangenomen,
zodat het Europees Bureau voor Wederopbouw zijn werkzaamheden met inachtneming van het
bestaande mandaat en statuut nog twee jaar kan voortzetten, zij het dat de activiteiten uit hoofde van
het CARDS-programma (communautaire bijstand voor wederopbouw, ontwikkeling en stabilisatie)
geleidelijk worden stopgezet.
Het Europees Bureau voor wederopbouw, dat is opgericht krachtens Verordening (EG)
nr. 2667/2000, heeft de verantwoordelijkheid voor de bijstand aan Servie en Montenegro, met
inbegrip van Kosovo, uit hoofde van Resolutie nr. 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde
Naties, en in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonie. Het bureau werd opgericht in
het kader van de vaststelling van het CARDS-programma, uit hoofde van Verordening (EG)
nr. 2666/2000 van de Raad, tot ondersteuning van de deelname van de landen van de westelijke
Balkan aan het stabilisatie- en associatieproces.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 35
NL
EUROPEES VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID
Bosnië en Herzegovina - Politiemissie van de EU
De Raad heeft een besluit aangenomen tot uitvoering, in 2007, van Gemeenschappelijk Optreden
2005/824/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnie en Herzegovina,
waarvoor 12,15 miljoen euro is uitgetrokken (14555/06).
De Raad had in november 2005 Gemeenschappelijk Optreden 2005/824/GBVB aangenomen waarin
was bepaald dat de EUPM tot eind december 2007 zou worden voortgezet, zij het met een
aangepast mandaat en een aangepaste omvang. Het optreden behelsde de voortzetting van de
missie, met als doel de politie te hervormen en de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit proactiever
te ondersteunen, in nauwe samenwerking met andere EU-actoren en met de plaatselijke
wetshandhavingsautoriteiten.
De EUPM was in januari 2003 van start gegaan als eerste EU-missie uit hoofde van het Europees
veiligheids- en defensiebeleid. De missie was erop gericht een duurzame politiestructuur tot stand te
brengen onder gezag van de autoriteiten van Bosnie en Herzegovina, overeenkomstig de doelstellingen
van het in 1995 gesloten akkoord van Dayton/Parijs, met de volgende strategische
prioriteiten: institutionele opbouw en capaciteitsopbouw, bestrijding van georganiseerde
criminaliteit en corruptie, ontwikkeling van een financieel levensvatbare en houdbare plaatselijke
politie en bevordering van onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht van de politie.
(http://www.eupm.org)
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking met Zuid-Afrika
De Raad heeft een besluit aangenomen houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen
met Zuid-Afrika met het oog op de herziening van de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling
en samenwerking, alsmede een besluit met richtsnoeren voor de Commissie bij het voeren van die
onderhandelingen.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 36
NL
Wereldaidsdag
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een ontwerp-verklaring van de EU met als thema
"hiv/aids aanpakken: verdere vooruitgang boeken", ten einde die verklaring op wereldaidsdag
(1 december) te laten uitgaan.
HANDELSPOLITIEK
Overeenkomst met Argentinië - Uitbreiding van de EU
De Raad heeft besluiten aangenomen houdende goedkeuring van de sluiting van een overeenkomst
met Argentinie uit hoofde van de GATT, betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn
in de lijsten van verbintenissen van de tien nieuwe lidstaten, in verband met hun toetreding tot de
EU (13898/1/06).
De Raad heeft een verordening tot uitvoering van de overeenkomst aangenomen, houdende
wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur
en het gemeenschappelijk douanetarief (13899/06).
INTERNE MARKT
Motorvoertuigen - Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties
De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende de aanvaarding door de Europese Gemeenschap
van Reglement nr. 107 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties
inzake uniforme voorschriften voor de goedkeuring van voertuigen van categorie M2 of M3 wat
hun algemene constructie betreft.
MILIEU
Bescherming van het mariene milieu in het Middellandse Zeegebied
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij de Commissie ertoe wordt gemachtigd namens de
Europese Gemeenschap deel te nemen aan de onderhandelingen over het Protocol inzake
geintegreerd beheer van kustgebieden bij het Verdrag inzake de bescherming van het mariene
milieu en de kustregio van het Middellandse Zeegebied.
28.XI.2006
15502/06 (Presse 332) 37
NL
VISSERIJ
Financiering van uitgaven betreffende visserijproducten en producten van de aquacultuur
De Raad heeft een verordening aangenomen om te zorgen voor continuiteit in de financiering van
de gemeenschappelijke marktordening in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur
(12598/06).
De verordening, waarbij Verordening (EG) nr. 104/2000 wordt gewijzigd, behelst dat het nieuwe
Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) wordt toegepast ten aanzien van de financiering van de
uitgaven betreffende de visserijmarkten.
Het ELGF, dat in de plaats is gekomen van het Europees Orientatie- en Garantiefonds voor de
Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, zal op gecentraliseerde wijze maatregelen betreffende de
visserijmarkten financieren.
P E R S
We t s t r a a t 1 7 5 B . 1 0 4 8 B R US S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 6 2 1 9 / 9 7 7 6 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 1 8 0 2 6
press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
15502/06 (Presse 332) 1
NL
RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
15502/06 (Presse 332)
(OR. en)
PERSMEDEDELING
2766e zitting van de Raad
Economische en Financiële Zaken
Brussel, 28 november 2006
Voorzitter de heer Eero HEINÄLUOMA
minister van Financien van Finland
Raad van de Europese Unie