Inkomstenbelasting: Commissie daagt België voor Hof van Justitie wegens discriminatie bij fiscale tegemoetkomingen die verband houden met de persoonlijke en de gezinssituatie van inwoners met buitenlandse inkomsten
De Europese Commissie heeft besloten België voor het Hof van Justitie te
dagen omdat het de discriminerende belastingvoorschriften voor inwoners die
zowel Belgische als buitenlandse inkomsten hebben, niet heeft gewijzigd. De
betrokkenen kunnen immers geen aanspraak maken op een volledige fiscale
tegemoetkoming in verband met hun persoonlijke en gezinssituatie. De
Commissie acht deze beperking in strijd met het EG-Verdrag. Het Europese Hof
van Justitie heeft zich al over deze kwestie uitgesproken in een zaak tegen
Nederland (De Groot, C-385/00). België heeft nagelaten zijn wetgeving te
wijzigen ondanks het officiële verzoek dat de Commissie het land in de vorm
van een met redenen omkleed advies op 20 juli 2006 heeft toegezonden
(IP/06/1048).
Wanneer een dubbelbelastingverdrag van toepassing is, verleent België
aan Belgische inwoners belastingvrijstelling voor buitenlandse
inkomensbestanddelen. Deze inkomensbestanddelen worden echter wel in
aanmerking genomen voor de vaststelling van het toepasselijke
belastingtarief voor de Belgische inkomstenbestanddelen van de
belastingplichtige (vrijstellingsmethode met progressievoorbehoud).
Dit leidt tot een beperking van de fiscale tegemoetkomingen in verband
met de persoonlijke en de gezinssituatie.
Op basis van een arrest van het Europese Hof van Justitie betreffende
identieke regels die in Nederland werden toegepast (De Groot, C-385/00
van 12 december 2002), acht de Commissie het ontbreken van een
volledige fiscale tegemoetkoming in verband met de persoonlijke en de
gezinssituatie in strijd met het vrije verkeer van werknemers en
zelfstandigen dat wordt gewaarborgd door de artikelen 39 en 43 van het
EG-Verdrag en de overeenkomstige bepalingen van de EER-Overeenkomst,
en met het in artikel 18 van het EG-Verdrag neergelegde recht van
iedere burger van de Unie om vrij op het grondgebied van de lidstaten
te reizen en te verblijven.
In zijn antwoord op het met redenen omkleed advies van 20 juli 2006
erkende België de inbreuk, maar verstrekte het geen informatie over
het tijdstip en de wijze waarop hieraan een eind zou worden gemaakt
noch over de wijze waarop de naleving van de communautaire
voorschriften zou worden gegarandeerd totdat de nieuwe regels in
werking traden.
Het referentienummer van de Commissie voor deze zaak is 2005/4576.
Voor de persmededelingen over inbreukprocedures op het gebied van
belastingen en douane:
http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/infringements/infringement
_cases/index_en.htm
Voor de laatste algemene informatie over inbreukmaatregelen tegen
lidstaten:
http://ec.europa.eu/community_law/eulaw/index_en.htm
European Union