European Union



Directe belastingen: Commissie vraagt België een eind te maken aan discriminerende belasting van woningen buiten België

De Europese Commissie heeft België officieel verzocht om zijn wetgeving betreffende belastingvermindering voor woningen die door de eigenaar worden bewoond en woningen die als tweede verblijfplaats dienst doen, te wijzigen. België verleent deze vermindering alleen voor woningen die in België zijn gelegen. De Commissie acht deze voorwaarde in strijd met het EG-Verdrag en de EER-Overeenkomst, omdat zij het vrije verkeer van werknemers, de vrijheid van vestiging en het vrije verkeer van kapitaal beperkt. Het verzoek heeft de vorm van een "met redenen omkleed advies" overeenkomstig artikel 226 van het EG-Verdrag. Als België de Commissie binnen twee maanden geen bevredigend antwoord geeft, kan deze de zaak voor het Europese Hof van Justitie brengen.

De Belgische wetgeving maakt een onderscheid tussen twee soorten woningen: woningen die door de eigenaar worden bewoond, en woningen die als tweede verblijfplaats dienst doen. Voor woningen die door de eigenaar worden bewoond, voorzien de artikelen 104, 115 en 145/17 van het Belgische wetboek van de inkomstenbelastingen in een belastingvermindering voor de rentekosten en de aflossing van een hypothecaire lening en voor levensverzekeringpremies in verband met die lening. Voor tweede woningen voorziet artikel 145/1(3) in een belastingvermindering voor de terugbetaling van hypothecaire leningen. In beide gevallen wordt de belastingvermindering slechts verleend indien de woning in België gelegen is.

Een persoon die in een andere lidstaat woont waar hij een woning bezit waarop een hypotheek rust, en die zijn inkomen geheel of vrijwel uitsluitend uit in België uitgeoefende activiteiten verwerft, kan dus geen aanspraak maken op de belastingvermindering in verband met deze hypotheek, in tegenstelling tot een inwoner van België. Volgens het arrest van het Hof van Justitie in de zaak-Schumacker (C-279/93 van 14 februari 1995) vormt dit een inbreuk op het vrije verkeer van werknemers dat wordt gewaarborgd door artikel 39 van het EG-Verdrag. Wanneer de betrokkene als zelfstandige werkzaam is, vormt deze situatie een inbreuk op de vrijheid van vestiging die wordt gewaarborgd door artikel 43 van het EG-Verdrag.

De beperking van de belastingvermindering voor tweede verblijfplaatsen tot woningen die in België gelegen zijn, vormt een belemmering voor het vrije verkeer van kapitaal dat wordt gewaarborgd door artikel 56 van het EG-Verdrag. Dit weerhoudt Belgische ingezetenen ervan om een tweede woning buiten België te kopen.

De Commissie ziet geen rechtvaardiging voor deze beperkingen.

Het referentienummer van de Commissie voor deze zaak is 2005/5061.

Voor de persmededelingen over inbreukprocedures op het gebied van belastingen en douane:

http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/infringements/infringement
_cases/index_en.htm

Voor de laatste algemene informatie over inbreukmaatregelen tegen lidstaten:

http://ec.europa.eu/community_law/eulaw/index_en.htm