LTO Noord


Persbericht LTO Nederland: Markt en ondernemerschap aan basis betere inkomens in land- en tuinbouw

Ondanks extreme weersomstandigheden, hoge energie- en veevoerprijzen en verschraling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid lijken de meeste boeren en tuinders er dit jaar in te slagen om gemiddeld een redelijk tot goed inkomen te halen. Ontwikkelingen op de markt (kleiner aanbod), meer koopkracht bij de consument en beter ondernemerschap van boeren en tuinders liggen volgens LTO Nederland ten grondslag aan de inkomensverbetering. Niettemin liggen de inkomens in de land- en tuinbouw gemiddeld nog twintig procent lager dan in het midden- en kleinbedrijf.

LTO noemt een verbetering van de inkomens âhard nodigâ gezien de reeks matige tot slechte jaren, die zorgden voor grote financiële druk op agrarische bedrijven. âVeel ondernemers hebben nu wat meer mogelijkheden om te reserveren en te investeren in de toekomst van hun bedrijfâ, reageert voorzitter Bart Jan Constandse van LTO Nederland. Gaat het in de meeste sectoren duidelijk beter, in de pluimveehouderij (vleeskuikens) en op bedrijven met zetmeelaardappelen dalen de inkomens.

De inkomensverschillen tussen bedrijven blijken opnieuw erg groot, mede veroorzaakt door de bijzondere weersomstandigheden met aanhoudende droogte en overtollige regenval in het afgelopen jaar. Zo heeft menig akkerbouwers een veel beter inkomen gehaald, anderen hebben daarentegen nauwelijks wat verdiend. Naast het weer spelen ook ligging, grondsoort en de kwaliteit van het product een rol. Constandse: âGemiddeld mogen de inkomens een beter beeld geven, maar de verschillen zijn binnen dezelfde sector opvallend groot. Tal van glastuinders slagen er bijvoorbeeld in om hun energiekosten te beperken door zelf elektriciteit te produceren.â

De meeste Nederlandse boeren en tuinders zijn geheel afhankelijk van de markt. Er wordt echter ook geanticipeerd op de grotere marktwerking in de nog beschermde sectoren, constateert Constandse. De voorlopige bedrijfsresultaten laten naar zijn mening zien, dat agrarische ondernemers met maatregelen op het gebied van milieu en energie anticiperen op veranderingen in de markt en de samenleving. Hij vindt dat ondernemers met hun afzetorganisaties gericht moeten blijven kiezen voor producten en productiewijzen die in de internationaal groeiende concurrentie perspectief bieden.

De vermindering van het aantal agrarische bedrijven ligt op bijna drie procent, maar ligt met aanzienlijk hoger in de glastuinbouw (7%) en de melkveehouderij (ruim 4%). De schaalvergroting gaat dan ook het hardst in die twee sectoren, alsook in de champignonsector. Veel ondernemers kiezen voor deze strategie om de toekomst van hun bedrijf veilig te stellen. Voor anderen is het een mogelijkheid om hun bedrijf af te bouwen, omdat er in veel gevallen geen bedrijfsopvolger is.

LTO is blij verrast met de ontwikkelingen in de glastuinbouw. De sterke stijging van de energieprijzen heeft andermaal grote invloed op de inkomensontwikkeling, maar in tegenstelling tot voorheen gingen de inkomens niet onderuit vanwege de hogere opbrengstprijzen. âHet herstel van de markt komt op tijd, al blijft de noodzaak van investeringen in energiebesparingâ, vindt Constandse. Ook in deze sector zijn er vanwege verschillende gewassen en uiteenlopende energiekosten per bedrijf grote verschillen in de geraamde inkomens.

Woensdag 20 december 2006