Universiteit van Tilburg

19 december 2006

Betere risicotaxatie moet herhaling huiselijk geweld voorkomen

Stichting Achmea ondersteunt onderzoek INTERVICT

Het Tilburgse onderzoeksinstituut INTERVICT ontwikkelt een instrument waarmee vroegtijdig - bijvoorbeeld bij de aangifte - de kans op herhaling van huiselijk geweld kan worden ingeschat. Hulpverlening kan zo efficiënter worden ingezet. Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving ondersteunt het onderzoek.

Geweld in de privé-sfeer is de omvangrijkste geweldvorm in onze samenleving en daarom een speerpunt van justitie en politie. Huiselijk geweld leidt tot lichamelijke en geestelijke schade. Maar liefst vijftien procent van de slachtoffers houdt chronische psychologische klachten (post traumatic stress disorder, PTSD). Helaas herhaalt huiselijk geweld zich vaak. Een derde van de slachtoffers van ernstig huiselijk geweld is binnen een jaar wederom slachtoffer.

Uithuisplaatsing
Het International Victimology Institute Tilburg (INTERVICT) van de Universiteit van Tilburg wil bijdragen aan het voorkomen van herhaald huiselijk geweld met een risicotaxatie-instrument. Dit instrument - een vragenlijst of 'checklist' voor politie of hulpverlener - geeft aan wie wél en wie niet een grote kans maakt opnieuw slachtoffer te worden. Zo kan de hulpverlening tijdig en efficiënt worden ingezet. Een dergelijke risicotaxatie kan ook een beslissing ondersteunen om de dader uit huis te plaatsen. In Duitsland en Oostenrijk is uithuisplaatsing van de geweldspleger al wettelijk mogelijk; Nederland treft momenteel voorbereidingen hiertoe. Instrumenten die herhaling van huislijk geweld meten, richten zich tot nu toe vooral op de geweldsplegers. Meest bekend is het Canadese SARA (spousal assault risk assessment). INTERVICT baseert haar instrument op SARA, maar wil nadrukkelijk ook het slachtoffer in beeld brengen en bovendien de betrouwbaarheid verbeteren. Het onderzoeksproject wordt geleid door psycholoog dr. Frans Willem Winkel. Hij ontwikkelde eerder de 'scanner', een risicotaxatie-instrument dat de politie in staat stelt bij aangifte een betrouwbare inschatting te maken van de behoefte aan psychologische hulp bij de verwerking van een misdrijf. Binnen dit onderzoeksproject wil Winkel ook aandacht besteden aan de 'eenzijdige blik' die heerst bij huiselijk geweld. Lang niet altijd is er sprake van het archetype conflict: een brute dader (de man) en een weerloos slachtoffer (de vrouw). Het geschil kan veel complexer zijn, waarbij beiden in meer of mindere mate lichamelijk en/of psychisch geweld gebruiken. Inzicht hierin kan wellicht de risicotaxatie verbeteren.

Stichting Achmea
Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving ondersteunt het bovenbeschreven onderzoeksproject met ingang van 1 november 2006. De Stichting stelt een aanzienlijk bedrag beschikbaar voor een periode van vier jaar. De Stichting Achmea heeft een onafhankelijk bestuur en stelt zich ten doel de positie van slachtoffers te verbeteren door middel van onderzoek, preventie en voorlichting. Inmiddels zijn drie onderzoekers aangesteld op het project: dr. Anna Baldry, drs. Antony Pemberton en drs. Karlijn Kuijpers. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met politie, Slachtofferhulp Nederland en de Steunpunten Huiselijk Geweld.

Noot voor de pers
Voor meer informatie over het onderzoeksproject kunt u zich wenden tot onderzoeksleider Frans Willem Winkel, tel: 013 466 3677, email: f.w.winkel@uvt.nl. Voor meer informatie over de Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving zie: www.sass.nl. Informatie over wetenschappers van de Universiteit van Tilburg vindt u op www.uvt.nl/webwijs/. Persberichten van de UvT: www.uvt.nl/persberichten/.

UvT Persbericht