Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Postbus 90801 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 der Staten-Generaal Telefoon (070) 333 44 44 Binnenhof 1a Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513 AA `s-Gravenhage

Uw brief Ons kenmerk AI/CB/2006/100402 Datum 14 december 2006

Onderwerp Tussenrapportage inspectieproject Kinder- en
jeugdarbeid (Vakantiewerk) 2006.

Hierbij bied ik u de Tussenrapportage aan van het AI-inspectieproject Kinderarbeid- en Jeugdigen (Vakantiewerk). In de maanden juli en augustus 2006 zijn inspecties uitgevoerd naar de arbeidsomstandigheden en werktijden van de vakantiewerkers jonger dan 18 jaar. Dit gebeurde branchebreed in de sectoren waar relatief veel vakantiewerk wordt verricht: gezondheidszorg (thuiszorg en verpleging & verzorging), landbouw, detailhandel, horeca en recreatie.

Ieder jaar betreden tijdens de vakantie veel kinderen en jeugdigen voor het eerst de arbeidsmarkt.
Dat is op zichzelf positief, want op die manier maken zij kennis met betaalde arbeid, verdienen hun eigen zakgeld en leren ze om te gaan met bepaalde verantwoordelijkheden. Daar staat tegenover de noodzaak tot extra bescherming tegen veiligheid- en gezondheidsrisico's die kinderen en jeugdigen lopen vanwege hun onervarenheid, onbekendheid, speelsheid, naïviteit etc. Zij lopen meer risico op een bedrijfsongeval in vergelijking met oudere en meer ervaren werknemers. Daarom besteedt de Arbeidsinspectie, mede op uw verzoek, jaarlijks in de vakantieperiode extra aandacht aan deze doelgroep. Daarnaast zijn kinderen en jeugdigen ook buiten de vakanties actief op de arbeidsmarkt in allerlei (bij)baantjes voor enkele uren per week. Uit eerdere projecten blijkt dat het nalevingsniveau nog steeds te wensen overlaat. In de voorliggende rapportage worden de inspectieresultaten gepresenteerd, deze zijn representatief voor de geïnspecteerde sectoren. In de periode juli-augustus zijn bij 1.660 bedrijven met vakantiekrachten onder de 18 jaar inspecties uitgevoerd. Bij bijna 75% van deze bedrijven/instellingen zijn géén overtredingen geconstateerd. In 2004 was dit vergelijkbaar, terwijl vorig jaar het bij 56% van de onderzochte bedrijven in orde was. Vanwege verschillende doelgroepen zijn de resultaten met voorgaande jaren niet 1 op 1 vergelijkbaar. Bij de bedrijven/instellingen die niet in orde waren, zijn in totaal 668 tekortkomingen geconstateerd. Dat is gemiddeld 1,6 overtreding per bedrijf in overtreding. In 2004 en 2005 was dat gemiddelde 1,8 overtreding.

Bij het merendeel van de overtredingen is in 2006 slechts een waarschuwing ingezet (95%). Dit weerspiegelt de relatief geringe ernst van de aangetroffen overtreding. Er zijn 30 boeterapporten opgesteld, waarvan 6 aan ouders. De meeste geconstateerde overtredingen hebben betrekking op Arbeidstijdenwet en Nadere Regeling Kinderarbeid,
- werk- en rusttijden kinderen

- deugdelijke registratie

- niet-industriële (hulp)arbeid van lichte aard

- onvolledige of ontbreken RI&E

- dagelijkse rust jeugdigen

Er zijn echter wel grote verschillen te constateren tussen de inspectieresultaten van de verschillende sectoren. Het aantal bedrijven/instellingen waar geen tekortkomingen zijn gesignaleerd, varieert van 90% in de gezondheidszorg (verpleging & verzorging) tot 62% in de horeca.

In deze rapportage wordt verslag gedaan van de bevindingen gedurende de vakantieperiode. De resultaten van het inspectieproject worden besproken met de sociale partners. Mede door de jaarlijkse inspectieprojecten vakantiewerk en de publiciteit er omheen groeit de bekendheid met de regels. Dit jaar heeft de AI in de periode juli-augustus inspecties uitgevoerd in de bedrijfstakken waar traditioneel veel vakantiewerkers worden ingezet: land- en tuinbouw, gezondheidszorg, horeca, detailhandel en recreatie. Daarnaast zal in de periode tot april 2007 ook geïnspecteerd worden op bijbaantjes.

Misstanden zijn in het kader van dit inspectieproject niet aangetroffen. De inspectie-inzet van de Arbeidsinspectie en met name de voorlichtingsactiviteiten werpen hun vruchten af.

Gezien de resultaten van dit inspectieproject en de representativiteit voor de sector, wil ik de Tweede Kamer van de resultaten van dit inspectieproject op de hoogte stellen.

de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)


---