Geheel nieuw perspectief in de behandeling van allergisch astma
Datum: 15 december 2006
Harm Maarsingh heeft een totaal nieuwe weg ontgonnen voor de
ontwikkeling van geneesmiddelen tegen astma-aanvallen. Hij deed dit
door zijn promotieonderzoek te richten op de rol van stikstofmonoxide
(NO) bij het ontstaan van `allergeen-geïnduceerde
luchtweghyperreactiviteit' bij allergisch astma. Allergisch astma is
een chronische luchtwegaandoening, waarin drie processen worden
onderscheiden: een vroege en een late luchtwegobstructieve reactie die
op gang wordt gebracht door een allergische prikkel én de ontwikkeling
van overgevoeligheid van de luchtwegen voor luchtwegvernauwende
prikkels ná deze reacties: luchtweghyperreactiviteit.
Tot dusverre werd altijd aangenomen, ondermeer op grond van
NO-metingen in de uitgeademde lucht bij astmapatienten, dat
hyperreactiviteit vooral het gevolg is van de productie van grote
hoeveelheden NO. Maarsingh heeft echter aangetoond dat
hyperreactiviteit bij astma, zowel na de vroege als na de late
reactie, eerder het gevolg is van een (relatief) gebrek aan
(bronchusverwijdend) NO. Hierbij speelt een verminderde
beschikbaarheid van het aminozuur L-arginine, een substraat voor
NO-Synthases (zowel cNOS als iNOS), een belangrijke rol.
Het arginine-tekort blijkt vooral te wijten aan het afbrekende werk
van het enzym arginase in de luchtwegen, dat verhoogd actief is na
allergeeninhalatie. Daarnaast bleek het tekort aan NO mede veroorzaakt
te kunnen worden door de afgifte van polykationen door
ontstekingscellen, waardoor de cellulaire opname van het aminozuur
verstoord wordt.
Ook in de luchtweghyperreactiviteit na de late astmatische reactie
bleken de toegenomen arginase-activiteit en polykationen een bepalende
rol te spelen, nu echter resulterend in de productie van de uiterst
reactieve stikstofverbinding peroxynitriet. Kortom, arginase is dus
een belangrijke boosdoener bij een astma-aanval. Maarsingh heeft
vervolgens dan ook kunnen aantonen dat de reactiviteit van de
hyperreactieve luchtwegen genormaliseerd kan worden door met
specifieke arginaseremmers de argininebeschikbaarheid voor NO-synthase
te verhogen. Arginaseremmers openen daarmee een geheel nieuw
perspectief in de behandeling van allergisch astma.
Harm Maarsingh (Stadskanaal, 1977) studeerde farmacie aan de
Rijksuniversiteit Groningen, waar hij zijn promotieonderzoek
verrichtte bij de basiseenheid Moleculaire Farmacologie van het
Universitair Centrum voor Farmacie, dat deel uitmaakt van het
onderzoeksinstituut CBN (Center for Behaviour and Neurosciences) en
het GRIAC (Groningen Research Institute for Asthma and COPD). Het
onderzoek is gefinancierd door het Nederlands Astma Fonds (NAF). Per 1
december van dit jaar gaat hij verder als postdoc bij Moleculaire
Farmacologie. Een deel van dat onderzoek zal verricht worden aan de
afdeling Asthma, Allergy & Respiratory Science, Guy's Hospital Campus,
King's College, London. /FC
Datum en tijd
15 december 2006, 16.15 uur
Promovendus
H. Maarsingh
Proefschrift
Arginase: a novel key enzyme in the pathophysiology of allergic asthma
Promotores
prof.dr. H. Meurs en prof.dr. J. Zaagsma
Faculteit
wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Informatie
H. Maarsingh, tel. (050)363 33 21, e-mail: h.maarsingh@rug.nl (werk)
Rijksuniversiteit Groningen