European Union



IP/06/1694

Brussel, 6 december 2006

Staatssteun: De Commissie vraagt België zijn steunregeling voor O&O in de luchtvaartindustrie aan te passen

De Europese Commissie eist dat de Belgische steunregeling voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) in de luchtvaartindustrie wordt herzien zodat ze verenigbaar met de bepalingen van het EG-Verdrag inzake staatssteun zou zijn. Het totale budget voor deze regeling, die België tussen 2002 en 2006 onwettig heeft uitgevoerd om steun te verlenen aan onderzoek en ontwikkeling in bedrijven in de luchtvaartindustrie, bedraagt 82 581 000 euro. België verbindt zich ertoe de steun die in het kader van deze regeling werd toegekend vóór 31 december 2006 te wijzigen om deze verenigbaar te maken met de communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor onderzoek en ontwikkeling. België moet met name de steun aan Techspace Aero van 41 274 000 euro naar 31 978 850 euro verlagen.

Mevrouw Neelie Kroes, Commissaris voor het concurrentiebeleid, heeft het volgende verklaard: "De staatssteun die aan de Belgische luchtvaartbedrijven wordt toegekend, mag niet hoger zijn dan die aan hun Europese partners en concurrenten aangezien deze de concurrentie op de gemeenschappelijk zou kunnen vervalsen."

Na de te late aanmelding door België van de steunregeling voor O&O in de luchtvaartindustrie heeft de Commissie op 22 juni 2006 de formele onderzoeksprocedure ingeleid (zie IP/06/819).

De Commissie heeft allereerst geoordeeld dat de steunregeling onrechtmatig is omdat ze werd uitgevoerd voor ze was goedgekeurd, wat in strijd is met de staatssteunregels in het EG-Verdrag (artikel 88, lid 3). Tien bedrijven hebben in de periode 2002-2006 in het kader van deze regeling in totaal 82 581 000 euro steun ontvangen; daarvan heeft Techspace Aero in 2003 een bedrag van 41 274 000 euro gekregen. Het project van Techspace Aero was het enige dat onder de verplichting tot individuele aanmelding viel omdat het de drempels overschreed die zijn vastgelegd in de communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor O&O (zie IP/03/1788).

Bovendien heeft de Commissie haar twijfels geuit over de verenigbaarheid van de terugbetalingsvoorwaarden voor de voorschotten die in het kader van deze regeling werden betaald. Steun voor O&O in de vorm van voorschotten die enkel in geval van slagen van het project moet worden terugbetaald, is gebruikelijk in de luchtvaartindustrie. Dit instrument wordt gekenmerkt door een hogere steunintensiteit dan die welke gewoonlijk voor subsidies wordt toegestaan. Deze hogere intensiteit is een compensatie voor de verplichting van de begunstigden om de ontvangen voorschotten terug te betalen als het O&O-project een commercieel succes wordt.

In de Belgische regeling is bepaald dat de terugbetalingen worden stopgezet zodra de voorschotten zijn terugbetaald, zonder dat aan de staat rente verschuldigd is. Deze voorwaarden wijken af van de vaste praktijk van de Commissie, waarbij in geval van slagen van de projecten de voorschotten met rente moeten worden terugbetaald. De terugbetalingsvoorwaarden zouden ook aanzienlijk gunstiger zijn voor de begunstigde Belgische bedrijven dan voor hun partners en concurrenten die tot nu toe door de Commissie onderzochte steun genieten.

Na de formele onderzoeksprocedure heeft België zich ertoe verbonden alle steun die in het kader van de regeling werd toegekend vóór 31 december 2006 aan te passen om ze in overeenstemming te brengen met de geldende communautaire regels. De steun die aan Techspace Aero werd toegekend, werd derhalve verlaagd tot 31 978 850 euro.

De twijfels die de Commissie ertoe hebben gebracht de procedure in te leiden, kunnen bijgevolg weggenomen worden als België de regeling zoals afgesproken aanpast. De Commissie is van oordeel dat de Belgische steunregeling voor O&O in de luchtvaartindustrie dan aan alle voorwaarden voldoet zoals bepaald in de geldende communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor O&O. Daarom komt de regeling in aanmerking voor de afwijking waarin het EG-Verdrag (artikel 87, lid 3, onder c)) voorziet voor steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

De Commissie heeft onlangs een nieuwe communautaire kaderregeling inzake overheidssteun voor onderzoek en ontwikkeling en voor innovatie aangenomen, die vanaf 1 januari 2007 van toepassing is (zie IP/06/1600).