Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid



Persbericht

Beperking hypotheekrenteaftrek: gevolgen voor bouwproductie en woningmarkt

---

Afschaffen hypotheekrenteaftrek zorgt voor forse daling bouwproductie

Fiscale hervorming van de behandeling van het eigen woningbezit heeft ingrijpende gevolgen voor de bouwproductie. Als een fiscale hervorming wordt doorgevoerd conform de uitgangspunten die het Centraal Planbureau hanteert, dan daalt de bouwproductie met gemiddeld bijna 6 mld euro op jaarbasis in de komende 20 jaar. In deze periode bedraagt het cumulatieve verlies aan bouwproductie 115 mld euro. Deze productieverliezen treffen zowel de nieuwbouwsector als de investeringen in woningverbetering door particuliere huiseigenaren. Lagere koopprijzen werken daarnaast door in de gemeentelijke grondexploitatie. Dit veroorzaakt een verlies aan inkomsten van 1,2 mld euro op jaarbasis. Hiervan is 400 mln euro af te wentelen op boeren en andere particuliere grondeigenaren. Per saldo bedraagt het jaarlijkse verlies aan opbrengsten voor gemeenten 800 mln euro op jaarbasis.

Dit concludeert het Economische Instituut voor de Bouwnijverheid in het rapport 'Beperking hypotheekrenteaftrek: gevolgen voor bouwproductie en woningmarkt'.

Op eigen initiatief heeft het EIB een uitgebreid onderzoek verricht naar de gevolgen van beperking van de renteaftrek voor de bouwproductie en de woningmarkt. Voor de vormgeving van de beperking van de renteaftrek is aangesloten bij de recente studie van het Centraal Planbureau. In deze variant wordt de hypotheekrenteaftrek volledig geschrapt en worden de opbrengsten daarvan naar gezinnen teruggesluisd via de inkomstenbelasting en worden het eigen woningforfait en de overdrachtsbelasting geschrapt. Per saldo leidt dit tot een lastenverzwaring voor de eigen woningsector met 7 mld euro op jaarbasis. Dit komt overeen met een beperking van het huidige voordeel van de hypotheekrenteaftrek met ruim 60%.

De effecten van beperking van de renteaftrek slaan in eerste aanleg relatief sterk neer in prijsdaling. Na ongeveer een jaar treedt een sterke terugval op in de nieuwbouwproductie die in aantallen flink terugloopt. Dit houdt enkele jaren aan, waarna het aantal woningen weer meer de groei van het aantal huishoudens volgt. Uiteindelijk is het vooral de kwaliteit van de nieuwbouw die achterblijft bij de ontwikkeling die zich met behoud van renteaftrek had voltrokken. De vraaguitval beperkt zich echter niet tot de nieuwbouw, maar slaat relatief en in de tijd steeds sterker neer bij het achterblijven van investeringen van huiseigenaren in de bestaande woningvoorraad. Ook wordt op kleinere kavels gebouwd en wordt de groei van de bijbehorende voorzieningen op de locaties beperkt. Het gaat allemaal om minder groei van de kwaliteit van de woningvoorraad, maar voor de bouw als investeringssector vormt deze groei de productie. Zo komt de bouwproductie gedurende 20 jaar ongeveer 35% lager te liggen dan met behoud van renteaftrek wordt gerealiseerd. Aangezien de bouwproductie op lange termijn toch al terugloopt in verband met minder bevolkingsgroei, zakken de productieniveaus ver weg.

De gemeenten zullen een jaarlijks verlies van 800 mln euro moeten opvangen. Dit kan worden opgevangen door te snijden in publieke investeringen of door verhogen van Rijksbudgetten, waarvoor dan extra belastingmiddelen nodig zijn. Het wekt wellicht verbazing dat de verwervingskosten niet hoger liggen in de startsituatie, gelet op de verhalen over grote winsten voor boeren en grondspeculanten. De verklaring zit in het feit dat de relatieve winsten voor deze groepen weliswaar soms inderdaad zeer groot zijn (tot soms 10 keer de landbouwwaarde), maar dat de absolute omvang hiervan op de totale huizenprijs niet groot is. Dit blijkt zowel uit ruim 20 door het EIB onderzochte grondexploitaties als uit validatie van de productiekosten voor locatieontwikkeling van de grond-, weg en waterbouw.

Het volledige rapport is te downloaden:
Beperking hypotheekrenteaftrek: gevolgen voor bouwproductie en woningmarkt