Gemeente Doetinchem

Beleidsregels Wmo vastgesteld

Soepele eigen bijdrageregeling en 100% persoonsgebonden budget


-6 december 2006-
Op 5 december 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders de beleidsregels vastgesteld voor de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Met deze beleidsregels vult de gemeente de beleidsvrijheid in, die de Wmo biedt. De gemeente Doetinchem kiest ervoor om bij de uitvoering van de Wmo zoveel mogelijk de postieve kanten van de huidige praktijk te behouden en daarnaast vooral maatwerk te leveren.

Dit betekent dat mensen die aanspraak maken op een individuele voorzieningen zoals hulp bij het huishouden een keus kunnen maken tussen een voorziening in natura of een persoongebonden budget (pgb). Ook bij Wvg-voorzieningen (Wet voorziening gehandicapten) kan men kiezen tussen een voorziening in natura of een pgb. De gemeente geeft daarnaast in principe individuele Wvg-voorzieningen in bruikleen. De beleidsregels zijn tot stand gekomen in afstemming met de Tijdelijke sociale raad.

Eigen bijdrage
In de Wmo worden gemeenten verantwoordelijk voor de vormgeving van de gemeentelijke eigen bijdrageregeling. Gemeenten kunnen een bijdrage heffen maar hoeven dit niet te doen. Het Doetinchemse college kiest ervoor aan te sluiten bij de huidige praktijk door een eigen bijdrage in te stellen voor de hulp bij het huishouden en geen eigen bijdrage in te stellen bij de (voormalige) wvg-voorzieningen zoals een traplift of scootmobiel. Voor een rolstoel mag wettelijke geen eigen bijdrage geheven worden. Mensen met een minimum inkomen betalen alleen de minimaal verschuldigde eigen bijdrage en kunnen voor het eventueel meerdere een beroep doen op de bijzondere bijstand. Hiervoor is onlangs het drempelbedrag afgeschaft dat neer kwam op een eigen bijdrage. Daarnaast besloot het college het zogeheten besparingsbedrag van 350,- euro (ook een soort van eigen bijdrage) af te schaffen bij bijvoorbeeld een scootmobiel. Deze bijdrage komt per 1 januari 2007 te vervallen. De eigen bijdrage wordt berekend, vastgesteld en geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK).

Hoogte van het persoonsgebonden budget
Sommige mensen ontvangen een persoonsgebonden budget (pgb) voor huishoudelijke hulp. In de Wmo wordt het ook mogelijk een pgb te krijgen voor voorzieningen als een rolstoel of een traplift. Met een pgb krijgt iemand geld om zelf een thuiszorgaanbieder in te huren of een rolstoel aan te schaffen. In de beleidsregels moet de gemeente de hoogte van het pgb vaststellen. Het college heeft besloten dit vast te stellen op 100% van het gemiddelde tarief waarvoor de gemeente de hulp bij het huishouden inkoopt. De hoogte van een pgb voor voorzieningen wordt vastgesteld aan de hand van de kosten die de gemeente zelf zou bij aanschaf.

Wmo-winkel en klantmanagement
Op 2 januari opent de Wmo-winkel haar deuren aan de Tjalmastraat 3. In de Wmo-winkel kan iedereen terecht met vragen over zorg en welzijn maar ook voor bijzondere bijstand en schuldhulpverlening. In de winkel wordt gewerkt volgens het principe van het klantmanagement. Klantmanagement betekent dat de burger een vast aanspreekpunt heeft en niet tegen verschillende medewerkers zijn verhaal hoeft te doen. De beleidsregels die b&w voor de Wmo vaststelden zijn vanaf 1 januari 2007 de richtlijnen voor de klantmanagers van de Wmo. Binnen deze richtlijnen is er ruimte voor het maatwerk dat de gemeente Doetinchem met haar Wmo-beleid voorstaat.

Maatwerk binnen de Rijksregels
Het rijk laat de gemeenten vrij in het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage en de criteria tot het heffen ervan. Het staat de gemeente ook vrij om per individuele Wmo-voorziening geen of verschillende eigen bijdragen te heffen. Bij het vaststellen van de eigen bijdrage moet de gemeente zich houden aan de grenzen die het rijk stelt in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Binnen deze grenzen heeft de gemeente beleidsvrijheid. Concreet worden er in de AmvB vier inkomensgroepen onderscheiden: 1 persoonshuishouden jonger dan 65 en ouder dan 65 en meerpersoonshuishoudens jonger dan 65 en ouder dan 65. Afhankelijk van relevante sociaal minimum van de verschillende groepen is een minimale eigen bijdrage van 16.60 euro of 23.80 euro, met maximaal 15% verhoging. Deze eigenbijdrageregeling is nu ook gebruikelijk in de thuiszorg/ hulp bij de huishouding.

Historie
Op 1 januari a.s. gaat de Wmo van start. Met de Wmo gaat de levering van hulp bij het huishouden van de AWBZ over naar de gemeente. De Wmo vervangt tevens de huidige Wvg en Welzijnswet. Met de Wmo wordt de gemeente ervoor verantwoordelijk dat iedereen meedoet. In het kader van de nieuwe wet moet de gemeente een aantal regels vaststellen. De gemeenteraad van Doetinchem heeft hiertoe op 28 september 2006 de verordening voorziening maatschappelijke ondersteuning vastgesteld. Deze verordening geeft het kader waarbinnen de uitvoering van de Wmo vormgegeven moet worden. De meer gedetailleerde uitvoering van de verordening is weergegeven in het besluit maatschappelijke ondersteuning en het verstrekkingenboek dat te samen de beleidsregels worden genoemd.